En nu verder naar 2030
Mijn grote vraag is wel: hoe zou het met de bouw in 2030 gaan? Nog ongeveer vijf jaar in het vooruitzicht voor dat het zover is.

Boerderij omgeving Triberg Duitsland. Efficiënt gebruik van grond en schaduw op de gevel. Foto: Johan Oltvoort.
Er wordt veel aandacht gevraagd om de bouw te stimuleren. Onze minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) wil regelgeving aanpassen of afschaffen als het tegenstijdig en overbodig is. Bouwvergunningen moeten gemakkelijker, sneller en begrijpelijker worden. Via de Omgevingswet van 1 januari 2024 moet dat ook kunnen. De aanscherping van de MPG van 0,8 naar 0,5 wordt niet ingevoerd, met als argument de bouw niet af te remmen. De NHG wordt verhoogt naar € 450.000,- waardoor er meer mogelijkheden zijn om te kunnen kopen. Subsidies op isolatie, warmtepompen, kortom op duurzaamheid. Er is een regeling Woningbouwimpuls (WBI) en zo zijn er veel regelingen om de bouw te stimuleren.
Remmende regels
Er zijn ook regels die de bouw remmen. De gemeenten mogen stadsgebieden aanwijzen waar zero-emissie zones gelden. Goed voor het milieu, maar minder voor de bouw. Niet iedereen kan en wil voor deze uitzonderingen een elektrische bedrijfswagen kopen. Met de Omgevingswet kan wel snel een vergunning verleend worden. Maar de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) die er aan gekoppeld is, geeft wel veel extra administratie en veel rapporten en daardoor oponthoud. Bezwaarschriften en procedures stagneren vaak de start van de bouw. Dit zijn voorbeelden zonder het idee om volledig te zijn.
Zijn dan flex- en tijdelijke woningen een oplossing? Volgens mij is dat meer een pleister voor het bloeden. Wat hebben we er aan om over tien jaar met een overschot te zitten met tijdelijke woningen die terug naar de opslag kunnen? Hoe staat het met de duurzaamheid en het comfort van flexwoningen op langere termijn?
Holistisch plan
Volgens mij zit de oplossing in een holistisch plan. Voor de lange termijn hebben we kwalitatief goede woningen nodig die duurzaam zijn. Door die duurzaamheid moeten we goed kijken waar die woningen gebouwd worden. Inbreiding in steden, een wijkje erbij, of in de wei en niet ver onder de zeespiegel. De motivator om te bouwen moet een samenspel zijn tussen de vraag naar woningen en de financiers. Er dient een redelijk rendement op investeringen in woningen zijn en de kleine particuliere investeerders moeten niet afgestraft worden. Belangrijk is het inschatten naar de vraag over twintig jaar. Niet alleen starterswoningen bouwen, maar kijken hoe de doorstroom van woningen goed op gang komt.
Ik zie daar vooral een kans voor de kleinere projecten, kleinschalige uitbreidingen en ook voor de kleinere partijen die in de bouw aanwezig zijn. Industrieel bouwen kan voor veel situaties een oplossing zijn, maar niet voor alles. Prefab bouwen is daarentegen wel een must.