Hoe ministers elkaar in de weg zitten op woningmarkt

Het Ravijnjaar: die doemterm voor de financiële afgrond waar veel gemeenten op af lijken te stevenen, leek deze maand plotseling minder diep. De Voorjaarsnota bracht na heel lang onderhandelen, demonstreren en dreigen plots lucht:. Het kabinet stelt extra geld beschikbaar voor gemeenten.

De budgettaire klap wordt verzacht. Geen ravijn meer, hier en daar nog maar een ondiep slootje. Maar waar de ene crisis lijkt te worden afgekocht, ontstaat op een ander front juist nieuw onheil. Want terwijl gemeenten even opgelucht ademhalen, dreigt voor woningcorporaties juist een nieuwe financiële klap. De aanleiding? Het plan van minister Keijzer (Volkshuisvesting) om de huren voor sociale woningen te bevriezen. Een maatregel die op het eerste gezicht sociaal oogt, maar in de praktijk funest uitpakt voor de bouw van betaalbare woningen.

Woningcorporaties financieren nieuwbouw en verduurzaming grotendeels uit hun huurinkomsten. Door die inkomsten te bevriezen terwijl de kosten blijven stijgen – denk aan materiaalprijzen, lonen, en duurzaamheidseisen – raken de investeringsmogelijkheden direct in de knel. En dat in een tijd waarin het woningtekort nijpender is dan ooit.

De branchevereniging van woningbouwcoöperaties Aedes noemt de maatregel ‘giftig voor het vertrouwen’ en ‘desastreus voor nieuwbouw’. Niet voor niets. Elke euro minder in kas betekent uitstel of afstel van projecten. Geen nieuwe woningen, geen renovaties, geen versnelling. En wie betaalt daar uiteindelijk de prijs voor? Juist: de mensen die wachten op een sociale huurwoning.

Gebrek aan samenhang

Wat deze situatie extra wrang maakt, is het gebrek aan samenhang in het beleid. Terwijl Judith Uitermark zich sterk maakt om gemeenten uit het ravijn te houden, zet minister Keijzer de schop in het fundament van de woningbouw. Beleid lijkt niet gebaseerd op een gezamenlijke visie, maar op losstaande impulsen. Het is een kabinet van schotten, niet van samenhang.

En de grote afwezige in dit verhaal? De regie. Onze Minister President. In plaats van als centrale regisseur die het Kabinet knopen laat doorhakken en belangen afweegt, zijn we overgeleverd aan solerende ministers die elkaars beleid ondermijnen. De woningmarkt heeft geen behoefte aan losse maatregelen met korte termijngewin, maar aan consistentie, voorspelbaarheid en samenwerking. Alleen zo krijgen woningcorporaties en gemeenten het vertrouwen én de middelen om te bouwen aan de toekomst. En huizen bouwen.

Het Ravijnjaar mag dan voor gemeenten voorlopig zijn afgekocht, voor woningbouw dreigt nu juist een nieuw ravijn – minder zichtbaar, maar niet minder diep. En dat terwijl we als land één opgave delen: zorgen voor voldoende, betaalbare en duurzame woningen voor iedereen.

Als ministers elkaar zo blijven tegenwerken, bouwen we geen huizen. Dan bouwen we aan een crisis. En dat slootje waar we ons net uit waanden? Dat wordt alsnog een ravijn – van eigen makelij.

Arap-John Tigchelaar, wethouder gemeente Ermelo