Hoofdlijnenakkoord
‘Een grote impuls in woningbouw, infrastructuur, bereikbaarheid en energietransitie’, lezen we bij de hoofdpunten op de eerste pagina van het Hoofdlijnenakkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB dat op 16 mei naar buiten kwam. Dat klinkt positief, maar dan moeten alle aangekondigde maatregelen ook daadwerkelijk door de Eerste en Tweede Kamer komen en moet er ook geen crisis komen die een eind maakt aan de samenwerking tussen de vier partijen. Maar, we blijven positief!
Er moet een coördinerend minister komen, die regie voert op de ruimtelijke ordening en op waar en hoeveel woningen er gebouwd moeten worden. Politiek doel is de afspraak om structureel 100.000 woningen per jaar erbij te bouwen.
De bestaande woningvoorraad moet onder meer groeien door herbestemming van bestaande gebouwen te verruimen en waar wenselijk juridisch te verankeren (herbestemming kantoor- en bedrijfspanden, optopping en/of splitsing van woningen, ‘familie-wonen’, woningdelen, gedogen dat recreatiewoningen permanent bewoond mogen worden). Verder moet er meer grond beschikbaar komen door het ‘straatje erbij’. Er wordt daarbij toekomstbestendig gebouwd en rekening gehouden met water, bodem, landschap en stedenbouwkundige kwaliteit.
Aanvullend op bestaande woningbouwlocaties en (lopende) woondeals worden nieuwe gebieden aangewezen voor grootschalige woningbouw, bij voorkeur rond bestaande infrastructuur. Ook moet er meer betaalbare bouwgrond beschikbaar komen en moeten procedures worden versneld. Dat kan door het beperken van beroepsmogelijkheden, aangevuld met wegwerken van andere struikelblokken.
Van de nieuwbouw moet minimaal 30% gemiddeld sociale huur zijn. Tweederde van de nieuw te bouwen woningen moet betaalbaar zijn voor middeninkomens. Ook komen er maatregelen om de sociale huurwoningen betaalbaar te houden. Voor koopwoningen willen de partijen geen wijziging van de fiscale positie van de eigen woning, om onzekerheid op de woningmarkt tegen te gaan. De stijging van de gemeentelijke woonlasten (OZB) wordt gemaximeerd via afspraken met gemeentes. En er wordt niet getornd aan de hypotheekrenteaftrek; het eigenwoningforfait blijft onveranderd.
Goed nieuws dus, nu nog voldoende vakmensen om de plannen uit te voeren. Wat dat betreft is de opmerking in het akkoord dat het mbo meer aandacht moet geven aan de aansluiting op de arbeidsmarkt, een belangrijke stap.