KOMO-BRL 2114 toepassing reflecterende isolatiematerialen
Na een zorgvuldig proces is de KOMO-Beoordelingsrichtlijn (BRL) 2114 onlangs goedgekeurd en gepubliceerd. Deze nieuwste KOMO-BRL heeft betrekking op de montage en de prestatie in de duurzame toepassing van een reflecterend isolatieproduct voor het thermische isoleren van vloeren, gevels en hellende daken. Een hele mond vol. Maar dit is wel precies waar het hier om gaat.
Met de nieuwe BRL kun je op een uniforme manier de prestatie in de toepassing van reflecterende isolatiematerialen bepalen. Hiervoor bestond nog geen BRL. De behoefte daaraan vanuit de markt was groot. Zeker omdat er een wirwar bestaat aan claims die niet altijd natuurkundig konden worden onderbouwd. De BRL is gebaseerd op Europese normen en is specifiek gericht op de bouw in Nederland.
BRL 2114-serie
De BRL bestaat uit een serie. Het gaat om:
- 2114-00 algemeen – procescertificaat en attest.
- 2114-01 vloeren – procescertificaat.
- 2114-02 gevels – procescertificaat.
- 2114-03 hellende daken – procescertificaat.
- 2114-55 vloeren, gevels en hellende daken – attest.
Duurzaam gebruik
Aldo de Jong van certificatie-instelling SKG-IKOB kent alle ins en outs en legt uit wat de BRL zo vernieuwend maakt: “De BRL zorgt ervoor dat er relatief weinig isolatiemateriaal gebruikt hoeft te worden voor een optimale isolatie van vloeren, gevels en hellende daken. Daarmee draagt deze BRL ook bij aan duurzaamheid. Met relatief weinig materiaal kun je een hoge isolatiewaarde bereiken. Een reflecterende isolatiefolie die je onder de vloer bevestigt en waar je relatief weinig materiaal voor nodig hebt, isoleert uitstekend. Of je neemt bubbeltjesfolie afgewisseld met reflecterende folies in verschillende lagen. Het milieu is gebaat bij spaarzaam en duurzaam gebruik van bouwmaterialen, dus ook van isolatiematerialen.”
Warmte doorgeven of tegenhouden
Hoewel deze KOMO-BRL geen productcertificaat is, gaat het wel degelijk over reflecterende isolatiematerialen, maar dan in de montage en de prestatie in de toepassing van die producten. Dit vraagt om meer uitleg over het effect van reflecterende isolatieproducten. Volgens Aldo de Jong kunnen we niet heen om een nogal technische uiteenzetting over isoleren.
“Je kunt warmte op drie manieren doorgeven of tegenhouden. Via geleiding, convectie of straling. Van geleiding spreken we wanneer transport van warmte plaatsvindt door een materiaal. Voorbeeld van een isolatiemateriaal dat slecht geleidt is minerale wol of EPS. Over convectie spreken we wanneer warmte wordt overgedragen door beweging van lucht. Zo verspreidt de warmte van de (centrale) verwarming zich, of stroomt de warmte weg via de lucht. Dat laatste wil je met isolatie voorkomen. De derde manier van warmte doorgeven of tegenhouden is straling. Elk voorwerp, elk oppervlak straalt warmte uit als gevolg van zijn temperatuur. Een ‘normaal’ oppervlak straalt veel warmte uit. Breng je er een reflecterende laag op aan, zoals aluminiumfolie met een lage emissiviteit (de mate van effectiviteit in het uitstralen van energie als warmtestraling, red.), dan straalt het voorwerp heel weinig warmte uit. Dus wil je effectief isoleren, dan zoek je een isolatiemateriaal dat slecht geleidt waardoor geen convectie kan plaatsvinden en waar weinig straling vanaf komt.”
Aantoonbare kwaliteit
De certificaathouder van het KOMO-procescertificaat op basis van de BRL 2114 kan aan zijn opdrachtgever laten zien dat een deskundige onafhankelijke organisatie toeziet op het realisatieproces van hem, het gerealiseerde eindresultaat daarvan en de kwaliteitsborging daaromtrent. Voor de KOMO-attesthouder van de BRL 2114 geldt dat hij hiermee aan zijn klanten aantoonbaar kan maken dat een deskundige onafhankelijke organisatie de prestatie van een reflecterend isolatieproduct voor het thermische isoleren van vloeren, gevels en hellende daken in zijn toepassing heeft beoordeeld.
Bron: blog KOMO: https://www.komo.nl/blog/nieuwe-komo-brl-2114-voor-toepassing-reflecterende-isolatiematerialen/