Orderportefeuilles bouwnijverheid in april toegenomen
De gemiddelde werkvoorraad in de totale burgerlijke- en utiliteitsbouw is in april gestegen tot een niveau van 13,0 maanden. In de woningbouw nam de orderportefeuille met 0,2 maanden toe en kwam uit op 14,4 maanden werk. De gemiddelde werkvoorraad in de utiliteitsbouw steeg eveneens met twee tiende maand tot 11,0 maanden.
In de totale grond-, water- en wegenbouw stegen de orderportefeuilles in april met 0,1 maand tot 8,9 maanden werk. In de grond- en waterbouw bleef de gemiddelde orderportefeuille stabiel op 9,7 maanden werk. In de wegenbouw nam de gemiddelde werkvoorraad met 0,2 maanden toe tot 8,2 maanden werk.
Hiermee nam de gemiddelde orderportefeuille in de totale bouwnijverheid ten opzichte van maart met 0,2 maanden toe tot 11,5 maanden werk.
Circa 40% van de bouwbedrijven geeft aan belemmeringen te hebben ondervonden bij de productie. Personeelstekorten spelen hierbij binnen iedere deelsector een rol, bijna 20% van de bedrijven geeft aan personeelstekorten als productiebelemmering te ervaren. Bijna een op de tien bouwbedrijven geeft daarnaast aan een gebrek aan orders te ervaren, dit deel is in de afgelopen maanden wel kleiner geworden.
De productie is in de afgelopen drie maanden bij circa 15% van de bedrijven toegenomen en bij 10% van de bedrijven afgenomen. Van de bouwbedrijven beoordeelde ruim 20% de orderpositie als groot, terwijl 10% van de bedrijven de orderpositie als klein beoordeelde. Daarnaast verwacht een kwart van de bedrijven dat hun personeelsbezetting zal toenemen in de komende drie maanden, terwijl nog geen 5% van de bedrijven juist een kleinere bezetting verwacht. In de bouwnijverheid verwacht circa de helft van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van mei 2025 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 260 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
Bron: EIB
