Van het gas af

Artikel delen

De energietransitie is op dit moment een hot topic. Wereldwijd verandert het klimaat en ook hier in Nederland merken wij daar de gevolgen van. Het jaar telt meer warme en zeer warme dagen, de hoeveelheid en intensiteit van neerslag is toegenomen en de gemiddelde temperatuur is gestegen. Om verdere klimaatverandering te voorkomen, heeft de overheid het doel gesteld om in 2050 een CO2-neutrale samenleving te hebben. Om dit te bereiken moeten huizen en bedrijven van het gas af.

van het aardgas afHet is een feit dat aardgas een fossiele brandstof is die bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Om verdere opwarming te voorkomen is het dan ook belangrijk dat we overstappen op duurzame alternatieven. Het is niet alleen beter voor het milieu, maar het kan op de lange termijn ook kosten besparen. Door gebruik te maken van duurzame alternatieven worden huizen en bedrijven minder afhankelijk van fossiele brandstoffen, wat kan leiden tot een daling van de energiekosten.

De overheid heeft het doel gesteld dat in 2050 ruim 7 miljoen huishoudens en 1 miljoen andere gebouwen van het gas af moeten zijn. In het klimaatakkoord staat er dat er in 2030 zelfs al 1,5 miljoen aardgasvrije woningen moeten zijn. Momenteel is pas 8% van alle woningen van het gas af. Dat betekent er tot en met 2030 ruim 800.000 woningen bij moeten komen zonder gasaansluiting. Momenteel worden 9 van de 10 nieuwbouwwoningen zonder aardgasaansluiting geleverd, maar met nieuwbouw alleen komen we er niet. Bestaande woningen moeten er ook aan geloven.

Bestaande woningen van het gas af

Voor bestaande woningen betekent dit dat huishoudens geen gebruik meer kunnen maken van aardgas voor verwarmen van de woning, warm water en het koken. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de bestaande woningmarkt, omdat het betekent dat huiseigenaren hun woning moeten aanpassen om over te stappen op alternatieve energiebronnen. Daarnaast is het belangrijk dat er gebruik wordt gemaakt van duurzame alternatieven. Het aanpassen van bestaande woningen is echter niet altijd eenvoudig.

Veel woningen zijn bijvoorbeeld gebouwd met aardgas als energiebron in gedachten en zijn dus niet optimaal geïsoleerd. Hierdoor kan het duurder zijn om deze woningen geschikt te maken voor alternatieve verwarmings- en energiebronnen, zoals warmtepompen, warmtenetten of koude-/warmte-opslag in de bodem. Een ander probleem is dat het aanpassen van woningen vaak duur is en dat huiseigenaren hierdoor mogelijk niet in staat zijn om de nodige investeringen te doen. Dit kan leiden tot een tweedeling tussen huiseigenaren die wel en geen geld hebben om hun woning aan te passen. Dit kan ook leiden tot vertragingen in de energietransitie, omdat niet alle huiseigenaren in staat zijn om de nodige veranderingen door te voeren.

Het aanpassen van bestaande woningen aan alternatieve energiebronnen kan echter ook leiden tot nieuwe kansen en mogelijkheden voor de bestaande woningmarkt. Het is niet alleen beter voor het milieu, maar op de lange termijn bespaart het ook kosten. Door gebruik te maken van duurzame alternatieven, zoals warmtepompendalen de energiekosten.

Kansen voor de bouw

De energietransitie biedt ook kansen voor innovatie op de woningmarkt. Er ontstaan bijvoorbeeld nieuwe technologieën, materialen en systemen die nodig zijn om woningen te verwarmen en van warm water te voorzien zonder gebruik van aardgas. Dit biedt kansen voor innovatieve ondernemers en technologieleveranciers. Voor de bouwsector betekent dit onder andere dat er nieuwe mogelijkheden zijn. De transitie naar aardgasvrije woningen creëert een nieuwe vraag naar diensten en producten. Denk hierbij aan het uitvoeren van energie-audits, de installatie van warmtepompen en andere energie-efficiënte apparaten.

De transitie naar aardgasvrije woningen vereist samenwerking tussen verschillende sectoren, waaronder de energie- en transportsector. De bouwsector kan hier een belangrijke rol spelen als tussenpersoon en samenwerking bevorderen tussen verschillende partijen. Dit biedt de bouwsector de kans om verder te innoveren en nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan.