Werkvoorraad in bouwsector groeit ondanks productiehobbels en belemmeringen

Artikel delen

De gemiddelde orderportefeuille in de totale bouwnijverheid bedroeg in december 10,4 maanden werk, een stijging van twee tiende maand ten opzichte van november.

Orderportefeuille bouw

In de burgerlijke en utiliteitsbouw kwamen de orderportefeuilles uit op 11,4 maanden werk, één tiende maand meer dan in november. In de woningbouw nam de gemiddelde werkvoorraad met twee tiende maand toe naar 12,7 maanden. In de utiliteitsbouw bleef de werkvoorraad gelijk en bedroeg 9,6 maanden.

Orderportefeuille BU

In de grond-, water- en wegenbouw bedroeg de gemiddelde werkvoorraad 8,5 maanden, twee tiende maand meer dan in november. In de wegenbouw stegen de orderportefeuilles met drie tiende maand naar 7,4 maanden werk. In de grond- en waterbouw bedroegen de orderportefeuilles 9,9 maanden werk, een stijging van twee tiende maand ten opzichte van november.

Orderportefeuille gww

Ongeveer twee op de vijf bedrijven gaf in december aan belemmeringen te ondervinden bij de productie. Zowel in de b&u als in de gww waren een gebrek aan orders en weersomstandigheden hiervoor de belangrijkste oorzaken.

De productie is in de afgelopen drie maanden bij 24% van de bedrijven toegenomen en bij 21% van de bedrijven afgenomen. Van de bouwbedrijven beoordeelde 18% de orderpositie als groot, terwijl 16% van de bedrijven de orderpositie als klein beoordeelde. Daarnaast verwacht 17% van de bedrijven dat hun personeelsbezetting zal toenemen in de komende drie maanden, terwijl 5% van de bedrijven juist een kleinere bezetting verwacht. In de bouwnijverheid verwacht 54% van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden. Dit aandeel is in de afgelopen maanden weer fors gestegen.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van januari 2024 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 225 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

Bron: EIB