Landelijke Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid

Artikel delen

Om veilig te kunnen bouwen is ruimte nodig. Dit is ruimte voor een bouwkraan, voor het hijsen, voor een steiger, et cetera. De Landelijke Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid geeft regels over onder meer de omvang van een losplaats en het hijsgebied. Naar verwachting zal vanaf juni 2019 een deel van de Richtlijn vanuit het Bouwbesluit rechtstreeks worden aangestuurd. De richtlijn is gratis te downloaden.

Tekst: ing. Frank de Groot, i.s.m. Wico Ankersmit (Vereniging BWT Nederland) en Vincent Hilhorst (gemeente Den Haag).

Niet lang na het nemen van deze foto van de bouwplaats van het voormalige VROM-gebouw in het centrum van Den Haag ging het gruwelijk mis. In de ochtend van 26 mei 2016 kwamen tijdens het hijsen van steigerdelen, twintig delen los. Deze vielen van ruim zestig meter hoogte naar beneden en kwamen deels buiten het bouwterrein terecht, middenin het voetgangers- en fietsverkeer. Een voorbijgangster werd geraakt en overleed. De Onderzoeksraad heeft onderzoek gedaan.

De Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland heeft in samenwerking met Aboma de Landelijke Richtlijn ontwikkeld. Hierin staan de eisen en de kaders, zodat gemeenten, opdrachtgevers en uitvoerende partijen kunnen zorgen dat er veilig gebouwd en gesloopt wordt. Belangrijk hierin is het veiligheidsplan (voorheen bouw- en sloopveiligheidsplan genoemd) dat een gemeente als indieningsvereiste kan hanteren bij het aanvragen van een omgevingsvergunning.

Momenteel wordt de Richtlijn toegepast door met name de grotere gemeenten voor specifieke projecten. Daar waar de Gemeenten de Richtlijn als lokaal beleid hebben vastgesteld, kunnen opdrachtgevers en aannemers nu al met de eisen uit de Richtlijn geconfronteerd worden. Het is de bedoeling dat de veiligheidsafstanden bij bouw- en sloopplaatsen uit de richtlijn vanaf juni 2019 in de Regeling Bouwbesluit 2012 komen en dus ook verplicht worden op basis van landelijke wet- en regelgeving. Het is dus belangrijk dat u kennis heeft van de inhoud van de Richtlijn!

Nog een voorbeeld hoe met mis kan gaan. Tijdens hijswerkzaamheden in Alphen a/d Rijn vielen op 3 augustus 2015 twee hijskranen om en kwamen samen met het brugdek terecht op naastgelegen woningen en winkelpanden. De materiële schade was enorm en als bij wonder vielen er geen slachtoffers. Ook hier deed de Onderzoeksraad onderzoek.

Bouwveiligheidszone

De Landelijke Richtlijn ziet toe op de bouw- en sloopveiligheid in relatie tot de omgeving van het project. Dit betreft dus de veiligheid buiten het bouwhek voor personen en belendingen. De in de Richtlijn genoemde bouwveiligheidszone komt uit een door Aboma uitgevoerd onderzoek in opdracht van het ministerie van BZK. Op basis van ongevalsonderzoeken die Aboma in het verleden heeft uitgevoerd, is een advies gegeven over de omvang van de bouwveiligheidszone. Er wordt rekening gehouden met het vergroten van de bouwveiligheidszone vanwege vallende voorwerpen die kunnen afstuiten op objecten in het valtraject. De bouwveiligheidszone heeft alleen betrekking op kleine en relatief lichte voorwerpen (tot 5 kg). Voor zwaardere voorwerpen gelden de hijszone en het hijsgebied. Daarbij is het hijsgebied de hijszone, aangevuld met de benodigde bouwveiligheidszone.

De bouwveiligheidszone wordt bepaald door de hoogte van het gebouw, dan wel de hoogte van de hijslast. Des te hoger het gebouw, des te groter de zone (zie Tabel 1). De zone volgt de contouren van het gebouw (zie Figuur 1). Op de plaats waar het hijswerk (en ook het montage- en sloopwerk) wordt uitgevoerd wordt het hijsgebied ingesteld. Het vast te stellen hijsgebied maakt de bouwveiligheidszone aanmerkelijk groter, wat nieuwe eisen stelt aan bouwlogistiek! Als er onvoldoende ruimte beschikbaar is om als bouwveiligheidszone te dienen, zullen vooraf alternatieve oplossingen uitgewerkt moeten worden.


Toekomstig kader

Omgevingsveiligheid en arbo verantwoord werken op de bouwplaats zelf staan in directe relatie tot elkaar met betrekking tot de risico’s die zich kunnen voordoen op en rond een bouwlocatie. In de nabije toekomst is de gedachte van de Overheid om deze onderwerpen dan ook meer integraal te gaan benaderen. Mogelijk dat dit gaat bijdragen om het veiligheidsbewustzijn op de bouwplaatsen in Nederland te verbeteren.


 

Figuur 1. In deze figuur is te zien dat de bouwveiligheidszone de contouren volgt van het object. Doordat personen zich bevinden buiten de bouwveiligheidszone, worden zij beschermd tegen uiteenlopende gevaren die zich voordoen in elke uitvoeringsfase. Ook zijn hijsgebied en hijszone te zien. Bron: Landelijke richtlijn bouw- en sloopveiligheid.

Figuur 2. Bron: Landelijke richtlijn bouw- en sloopveiligheid.

 

Gebouwhoogte / hijslasthoogte (m) Bouwveiligheidszone (m) Gebouwhoogte / hijslasthoogte (m) Bouwveiligheidszone (m)
3 1,5 140 16
6 2 150 17
9 2,5 160 19
12 3 170 20
15 3,5 180 21
20 4 190 22
30 5 200 23
40 6 210 24
50 7 220 25
60 8 230 26
70 9 240 27
80 10 250 28
90 11 260 30
100 12 270 31
110 13 280 32
120 14 290 33
130 15 300 34

Tabel 1: De relatie tussen gebouwhoogte / hijslasthoogte en bouwveiligheidszone, tot een gebouwhoogte van 300 meter. Tot 150 meter is dit in Nederland beproeft. Boven de 150 meter moet hier ervaring mee worden opgedaan. Bron: Landelijke richtlijn bouw- en sloopveiligheid.

Hijsgebied

Het bepalen van het hijsgebied begint met de inschatting van de mogelijke losplaats. Elementen kunnen draaien in de wind en daarom wordt de draaicirkel van het grootste element geprojecteerd in de hijszone. Vanaf dit element kunnen onderdelen vallen en daarom wordt tweemaal de omvang van de bouwveiligheidszone erbij opgeteld: dit is het hijsgebied (Zie Figuur 1).

Als bijvoorbeeld een vloerelement met een lengte van 8 meter wordt gehesen tot een hoogte van 40 meter (de bouwveiligheidszone is 6 meter) is het hijsgebied voor dit element 8 plus 6 plus 1/3×6 = is 16 meter. In deze zone kan geen publiek aanwezig zijn. Inmiddels zijn de technische mogelijkheden van de kranen, die gebruikt worden in Nederland, zover ontwikkeld dat het mogelijk is kranen door middel van software te begrenzen voor wat betreft de hijshoogte en het draaibereik.

Extra bouwveiligheidsruimte

Uit de praktijk is gebleken dat het voor een kraanmachinist niet mogelijk en gewenst is om een hijslast dicht langs een bouwwerk/steiger verticaal omhoog te transporteren. Onder invloed van wind zal een hijslast mogelijk zijdelings onverwacht kunnen gaan bewegen. Hierdoor kan er een risico ontstaan dat de hijslast onderweg naar boven ergens achter blijft haken. Om de kraanmachinist voldoende ruimte te geven moet er extra aanvullende bouwveiligheidsruimte worden gecreëerd tussen het hijsgebied en het bouwwerk en/of steiger. Deze ruimte is bepaald op 1/3 deel van de waarde, zoals die vermeldt staat in Tabel 1, bij de betreffende hijslasthoogte die van toepassing is. Bijvoorbeeld bij een hijslasthoogte van 100 meter staat een waarde van 12 meter bouwveiligheidsruimte. Eénderde deel van deze waarde is 4 meter. De hijszone moet in dat geval minimaal 4 meter van het gebouw af liggen.

Vallende voorwerpen kunnen ook wegkaatsen van objecten tot buiten de bouwveiligheidszone, zoals bij het getoonde project in Den Haag is gebeurd. Indien zich binnen de bouwveiligheidszone objecten bevinden die de valrichting van een vallende hijslast kunnen beïnvloeden, moet de bouwveiligheidszone worden vergroot. Denk aan hefsteigers, bouwliften, containers, hulpconstructies en rekken/voorraden bouwmateriaal. Het vergroten van de bouwveiligheidszone is afhankelijk van:

  • maximale hoogte van de hijslast;
  • plaats van het object ten opzichte van de grens van de bouwveiligheidszone;
  • maat die uit tabel 1 voortvloeit.

Indien de bouwveiligheidszone niet kan worden vergroot, moet het object, waardoor het risico op wegkaatsen ontstaat, uit de bouwveiligheidszone worden verwijderd. Dit is in ieder geval tijdelijk, zolang de betreffende werkzaamheden voortduren.


Wat zegt Bouwbesluit 2012?

Artikel 8.1. Aansturingsartikel

  1. De uitvoering van bouw- en sloopwerkzaamheden is zodanig dat voor de omgeving een onveilige situatie (……) zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Artikel 8.2. Veiligheid in de omgeving

Bij het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden worden maatregelen getroffen ter voorkoming van:

  1. beschadiging of belemmering van wegen, van in de weg gelegen werken en van andere al dan niet roerende zaken op een aangrenzend perceel of op een aan het bouw- of sloopterrein grenzende openbare weg, openbaar water of openbaar groen.

Artikel 8.7. Bouwveiligheidsplan

De op grond van de artikelen 8.2 tot en met 8.6 te treffen maatregelen worden op aanwijzing van het bevoegd gezag vastgelegd in een bouwveiligheidsplan. Het plan bevat ter beoordeling door het bevoegd gezag:

  1. + b. (…..);
  2. indien een bouwput gemaakt wordt:
  3. de hoofdopzet van de verticale bouwputafscheiding en de bouwputbodem;
  4. de uitgangspunten voor een bemalingsplan;
  5. de uitgangspunten voor een monitoringsplan ter voorkoming van schade aan naburige bouwwerken;

Richtlijn downloaden? Ga naar www.bwtinfo.nl en klik op ‘Dossiers’. U ziet de Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid dan staan.

Voor inhoudelijke vragen over de richtlijn kunt u contact opnemen met Vincent Hilhorst, tel. 070-3534133 of per mail vincent.hilhorst@denhaag.nl.