Biobased materialen versnellen circulaire economie

Artikel delen

De potentie voor biobased materialen in Nederland is groot. De toepassing ervan levert een belangrijke bijdrage aan de transitie naar een circulaire economie én de gestelde klimaatdoelstellingen. Momenteel is het aandeel van biobased materialen in Nederland echter nog erg laag. Voor hout is het aandeel 2% in het totaal gebruikte gewicht aan bouwmaterialen en voor de overige biobased materialen slechts 0,1%. Bouwen met biobased materiaal is niet nieuw, maar wordt steeds vaker en op grotere schaal toegepast.

In Zeeland ontwierp ORIO Architecten Landgoed Buitenplaats Kustlicht, een complex met drie woonhuizen en twee bijgebouwen. Bijgaand de artist impression.

Tekst: Joop van Vlerken

Een uitgebreidere toepassing van materialen als hout, vlas, hennep, leem, bamboe, stro en riet kan een flinke bijdrage leveren aan het terugbrengen van de CO2-voetafdruk van de bouw. Dat blijkt uit het rapport ‘Potentie van biobased materialen in de bouw’ dat het Transitieteam Circulaire Bouweconomie via RVO.nl liet opstellen door NIBE. Als het aandeel biobased materialen verhoogd wordt naar 50%, dan levert dat een CO2-reductie op van maar liefst 40%.
Hiervoor is een flinke opschaling nodig. Dat is mogelijk, maar het vraagt investeringen om de productie- en verwerkingscapaciteit van biobased materialen te vergroten. Mantijn van Leeuwen van NIBE Research vertelt dat als het volledig technische potentieel van biobased materialen benut wordt, 3,5 Megaton CO2-uitstoot bespaard kan worden. “Dat is bijna 2% van de totale uitstoot van Nederland en dus een wezenlijk getal. En het sluit aan bij de doelstelling om 50% primaire grondstoffen te besparen in 2030.” Het standpunt van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie is om alles uit de kast te halen. Dus zo min mogelijk materiaalgebruik, inzet van biobased grondstoffen en daarnaast zo hoogwaardig mogelijk hergebruik toepassen.

Beter voor milieu

Bouwen met hout heeft veel voordelen, terwijl er voorlopig voldoende Nederlands hout beschikbaar is, legt Van Leeuwen uit. “Bij de productie van hout als bouwmateriaal komt minder CO2 vrij dan bij de productie van andere bouwmaterialen en het is beter voor het milieu. Daarnaast is het hernieuwbaar, dat betekent dat er geen uitputting van natuurlijke bronnen plaatsvindt, mits het hout duurzaam geproduceerd wordt.”
Biobased bouwmaterialen zoals hout worden in Nederland slechts beperkt toegepast, vertelt Van Leeuwen. “Technisch kan het allemaal, maar het moet ook economisch geoptimaliseerd worden. Dat kan onder meer door schaalvergroting. Je ziet nu al dat de vraag naar biobased materialen toeneemt.” Een goede manier om biobased bouwen te stimuleren is CO2-beprijzing op niet-biobased materialen, meent Van Leeuwen. “Dat is één van de goedkoopste manieren om CO2-uitstoot te besparen. Als CO2 beprijsd wordt, kan bouwen met hout weleens heel populair worden. Want dan wordt beton of staal heel duur.”

Strobalen gebouwen

Een punt van aandacht is de Nederlandse bouwbranche, die het niet gewend is om met biobased materialen te werken. Dat wordt bevestigd door ecologisch architect en voorzitter van de Vereniging voor Integrale Bio-logische Architectuur Michel Post van ORIO Architecten, een bureau dat al sinds 2003 gebouwen van strobalen en andere ecologische materialen in Nederland bouwt. “Het heeft te maken met de instelling van bouwers en architecten. Die willen niet met ecologische materialen werken, omdat ze dan extra moeite moeten doen. En ze weten er te weinig over. Als opdrachtgevers er niet om vragen, zal er weinig gebeuren. Tot slot is er nog de beschikbaarheid. Je kunt bij de bouwmarkt of bij groothandels amper of geen biobased materiaal kopen.” Omdat de meerwaarde van een lagere CO2-uitstoot nog niet vertaald kan worden in financiële waarde, levert het voor de bouwsector momenteel nog te weinig op om te werken met biobased materialen.

Binnenklimaat

In Zeeland ontwierp ORIO Architecten Landgoed Buitenplaats Kustlicht, een complex met drie woonhuizen en twee bijgebouwen. Post vertelt dat het eerste van de drie gebouwen al gerealiseerd is. “Dit is één van de bijgebouwen. De buitengevel is gemaakt van stro en hout. Verder hebben we materialen als leem en kalk gebruikt.” Stro heeft als nadeel dat het absoluut niet nat mag worden, vertelt Post. “Het is vochtgevoelig. Je kunt strobalen om die reden niet direct op de vloer plaatsen, daar moet altijd hout tussen.”
Als voornaamste reden waarom deze opdrachtgever kiest voor bouwen met ecologische materialen, noemt Post het binnenklimaat. “De eigenaar wil een zo gezond mogelijke woning neerzetten voor zijn familie. Door het toepassen van strobalen in de constructie en de afwerking met leemstuc ontstaat een gezond binnenklimaat. Dat komt doordat een automatische vochtbalans ontstaat. De leemstuc staat vocht af aan de ruimte als het te droog is en neemt vocht op als het te vochtig is.” Voor Post is de keuze voor ecologische materialen volstrekt logisch. “Ik begrijp juist niet waarom bouwers doorgaan met traditioneel bouwen, terwijl bewezen is dat het kan leiden tot gezondheidsproblemen.”

Overheid

In het rapport van NIBE Research wordt een versnelling door de Nederlandse overheid aanbevolen om het beschikbare potentieel aan biobased materialen op tijd te kunnen ontsluiten. Post is het daarmee eens. “Je creëert zo een push-and-pull-effect. Aan de ene kant stimuleert de overheid om zo gezond en biobased mogelijk te bouwen en van de andere kant gaan opdrachtgevers steeds vaker het gebruik van biobased materialen eisen.” Een probleem van de biobased materialen waarmee Post werkt, is dat ze vaak nog niet opgenomen zijn in de databases van materialen zoals in de Nationale Milieu Database (NMD). “Om bijvoorbeeld in de database van NMD opgenomen te worden kost geld, waardoor kleinere leveranciers al snel buiten de boot vallen.”

In 2021 wordt dit houten gebouw in Rotterdam gerealiseerd. Mei architects and planners heeft in opdracht van Nice Developers en Era Contour het gebouw Sawa ontworpen, een houten gebouw van 50 meter hoog.

Houten woongebouw

Een voorbeeld van een houten gebouw wordt in 2021 in Rotterdam gerealiseerd. Mei architects and planners heeft in opdracht van Nice Developers en Era Contour het gebouw Sawa ontworpen. “Dat is een houten gebouw van 50 meter hoog”, vertelt eigenaar Robert Winkel van dat architectenbureau. “De schachten voor het trappenhuis en de liften zijn van beton, maar de vloeren, kolommen, galerijen en balkons worden allemaal van hout gemaakt. We onderzoeken daarnaast of we houten funderingspalen kunnen gebruiken.”
Winkel legt uit dat bouwen met hout tot andere ontwerpkeuzes leidt. “Hout is heel licht en het beweegt en trilt. Dat is wel iets waar je rekening mee moet houden. Daarnaast heb je meer geluidsoverdracht van woning tot woning, dus je moet goed isoleren. En je moet iets doen om de brandveiligheid van het gebouw te garanderen. Dat zijn allemaal zaken die we nu onderzoeken.”

Hybride bouwvormen

Het idee voor het houten woongebouw komt uit de koker van Mei architects and planners. “10% van de wereldwijde CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door de cementindustrie. Dat is een goede reden om eens te kijken of het ook anders kan. We proberen met dit project echt de maximale hoeveelheid hout toe te passen, een beste-jongetje-van-de-klas-project. Maar als je 50% hout kunt toepassen in een gebouw, is dat al een enorme vooruitgang als je kijkt naar CO2-uitstoot.”
Volgens Van Leeuwen zijn bijna alle materialen door biobased alternatieven te vervangen. “Maar je hoeft niet per se overal biobased materiaal te gebruiken. Beton is goed voor constructies met een grote draagkracht, zoals bruggen, de fundering van hoogbouw of een parkeerkelder. Je kunt best een gebouw maken met een stijve kern en de rest van de constructie van hout.”

Beleggers

De reden voor het bouwen met hout is het besparen van CO2- en stikstofuitstoot. Winkel merkt dat er in de markt interesse is voor dit soort projecten. “Ook beleggers maken zich druk om het klimaat en willen iets doen om aan de doelstellingen van het klimaatakkoord in Parijs bij te dragen. Ze zijn zich steeds meer bewust dat ook zij iets moeten doen.”

Meer informatie:

https://circulairebouweconomie.nl/wp-content/uploads/2019/07/CBE-Eindrapportage-potentie-biobased-materialen-NIBE-juli-2019.pdf