Project in beeld
Van kloostercomplex tot evenementenlocatie in Eindhoven
DELA wil voor zijn leden van betekenis zijn bij belangrijke momenten in het leven. Daarom ontwikkelde de coöperatie een ceremoniehuis: een plek waar mensen elkaar ontmoeten, samen verblijven, het leven vieren of juist rust en bezinning vinden. Dat concept werd werkelijkheid in het voormalige kloostercomplex van de Augustijnen in Eindhoven.
Bron: herbestemming.nu Fotografie: DomusDELA
Gebouweigenaren gemeente Eindhoven en de paters Augustijnen boden in 2013 de kerk, het klooster, de kapel, het gymnasium en het internaat aan. Potentiële kopers konden hun plannen voor herbestemming indienen. Aan de paters en de gemeente de keus wie zijn droom mocht waarmaken in deze rijksmonumentale gebouwen die op een archeologisch monument zijn gebouwd.
Plan aangepast
‘DELA werd gekozen, omdat ze verantwoording kunnen nemen voor het hele complex’, zegt Karel Franken, eigenaar van Bureau Franken en projectleider herbestemming, namens DELA. ‘En vanuit DELA gezien was het ook juist die variëteit aan gebouwen die het totaalplan mogelijk maakte. Het ingezonden plan bestond uit ceremoniehuizen in de kerk en de kapel en het hoofdkantoor voor DELA in de overige gebouwen’, blikt hij terug. ‘Maar de gemeente had een voorkeur voor een meer publieke functie en dat heeft een kantoor niet optimaal. De kantoorfunctie is daarom vervangen door een congreshotel met een brasserie/restaurant. De exploitatie van het geheel is in handen van twee externe partijen; DELA is verhuurder.’
Overleg tijdens ateliersessies
Om de herbestemming vlot en naar ieders tevredenheid te realiseren, heeft Franken ‘ateliersessies’ georganiseerd, met afgevaardigden van de Rijksdienst voor cultureel erfgoed, architectencombinatie Diederendirrix en Architecten|en|en, Bureau Franken en gemeente Eindhoven. ‘Daarin bespraken we tweewekelijks alle lopende zaken op monumentaal gebied. Van het kleurenplan tot het al dan niet vervangen van een kozijn’, zegt Franken. ‘Door die lean-aanpak bleven we weg uit de ja-/nee-antwoorden. We keken continu samen naar het plan, naar ieders belangen en naar ieders mening.’
SUCCESFACTOREN EN AANDACHTSPUNTEN
Begrip
Een punt van discussie was bijvoorbeeld het verplaatsen van het hoogaltaar. ‘Een enorm object, dat centraal in alle zichtlijnen van de kerk stond. Het zou een gezonde exploitatie van de kerk als evenementenlocatie in de weg staan. Dat altaar wilden we naar de nieuwe vide in het gymnasium verplaatsen, onder prachtig daklicht. De Rijksdienst voor cultureel erfgoed echter, wilde zo min mogelijk verplaatsen en gaf een negatief advies. Gemeente Eindhoven gaf toch een vergunning af. De Henri van Abbe Stichting, ‘erfgoedbewaker’ van Eindhoven, tekende bezwaar aan op de afgegeven vergunning voor de herbestemming. Gelukkig bleven alle partijen met elkaar in overleg. Daardoor bleef uiteindelijk maar één verschil van mening over.
Subtiel compromis
Dat verschil van mening draaide om de glasopening die de architect wilde aanbrengen in de zijgevel van de kerk, bij de biechtstoelen. ‘Het doel van het raam was een zichtverbinding maken tussen de stad buiten en de activiteiten binnen. Dat vond de Henri van Abbe Stichting te ver gaan. Na een bezoek van de Raad van State zijn de partijen tot een schikking gekomen. Het oorspronkelijke idee was één groot raam. Er is een subtiel compromis gevonden. De oplossing is meer romantiserend: het is een grote ruit, met spitsboogjes ervoor. Yasin Torinoglu, wethouder van Eindhoven, heeft daarin succesvol bemiddeld. Dat is veel waard voor het hele project, want als het gaat om zo’n mooie plek, met zo’n maatschappelijke functie voor de stad, wil je bij voorkeur zonder een uitspraak van de Raad van State komen tot een compromis’, zegt Franken.
Historische vondsten
Historische vondsten zorgden op meerdere momenten in het project voor een gevoel van saamhorigheid. In het gymnasium vond men in het lokaal voor lichamelijke opvoeding en de aula een kleurrijke betegelde lambrisering van architect Dom Bellot uit de jaren dertig. ‘Die was door vele schilderlagen onzichtbaar geworden, maar tijdens de restauratie is intensief schoongemaakt, zodat het tevoorschijn kwam. Alle beschadigde tegels zijn door een restauratieschilder weer compleet gemaakt’, vertelt Franken.
Ook werd tijdens het strippen van de gebouwen een oude kathedraalmuur gevonden, tussen het klooster en het gymnasium in. Een monumentale muur met gemetselde boogconstructies uit 1420. Franken: ‘We hadden wel pentekeningen gezien, maar dachten dat die constructie door de jaren heen gesneuveld was of onherstelbaar beschadigd. Die kathedraal is namelijk ooit verwoest, maar deze muur is honderden jaren blijven staan.’
Een ander leuk detail: in een glas-in-loodraam in de gang naar de vergaderruimtes zijn de namen vastgelegd van een aantal vakmensen die aan de restauratie meewerkten. ‘Zo ging dat vroeger soms ook’, stipt Franken de overeenkomst met de historie aan.
De ‘knoop’
Het pronkstuk van dit herbestemmingsproject is de foyer die tussen de gebouwen is geplaatst en zodoende alle onderdelen van het complex ‘aan elkaar knoopt’. ‘‘De knoop’, zoals die wordt genoemd, heeft het complex als geheel doorgaanbaar gemaakt en een eigentijdse toevoeging gegeven’, vertelt Franken. ‘Bezoekers kunnen via de knoop door het complex lopen en een indruk opdoen van de specifieke gebouwen en hun nieuwe functies.’
Doordat de gemeente de Kanaalstraat heeft heringericht, is er een zoom voor voetgangers en fietsers ontstaan en zijn de rijbanen voor de auto’s zo ver mogelijk van de gebouwen gepositioneerd. Dat geeft het complex de optische ruimte die het verdient.
FINANCIERING
Voor de aankoop, restauratie, herbestemming en verduurzaming van het kloostercomplex was circa 25 miljoen euro nodig. Het bedrag werd bij elkaar gebracht door eigen vermogen van DELA, laagrentende leningen van het Nationaal Restauratiefonds en provincie Noord-Brabant en subsidie van gemeente Eindhoven en provincie Noord-Brabant.
‘Voor de laagrentende leningen van het Nationaal Restauratiefonds geldt een maximum van 2,5 miljoen euro per adres. Omdat het complex uit meerdere gebouwen bestaat, konden we zo vindingrijk zijn om 2 maal 2,5 miljoen te lenen’, zegt Remco Vos, accountmanager Nationaal Restauratiefonds. ‘Vervolgens was nog meer financiering nodig’, zegt Wybe Theijse, procesmanager cultureel erfgoed Provincie Noord-Brabant. ‘Dus heeft de provincie een aanvullende lening geboden en investeringssubsidie. Het was een financiële puzzel en het was niet de makkelijkste. Het was doorrekenen, de voorwaarden bekijken en iedereen daarin meekrijgen. Als provincie hebben wij bijvoorbeeld de voorwaarde dat de gemeente financieel bijdraagt én instemt met de aanpassingen aan het gebouw. De gemeente, die zowel eigenaar als vergunningverlener was, zag de historische en maatschappelijke waarde van het project en zag dit als een unieke kans om het religieus erfgoed te behouden voor de toekomst. Zodoende heeft Eindhoven ook subsidie verstrekt.’
DUURZAAMHEID
Een van de grootste uitdaging in de herbestemming van religieus erfgoed is het verlagen van het energieverbruik. Duurzaamheidsmaatregelen vergroten de kans op een gezonde exploitatie. Franken: ‘De kappen zijn waar mogelijk geïsoleerd en in de kerk en in de kapel hebben we vloerverwarming/-koeling aangebracht. De gewenste temperatuur wordt dus dichtbij het publiek ingebracht. Daarom hoeven we niet de hele ruimte met gasgestookte luchtwarmte ‘vol te pompen’. In de hotelkamers wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van een warmtepomp als energiebron. Er is nagenoeg overal ledverlichting toegepast. De ruiten zijn waar mogelijk vervangen door dubbel glas en er zijn voorzetramen geplaatst. Die ramen isoleren overigens niet alleen qua klimaat, ook qua geluid. Een feest in de kerk mag niet leiden tot overlast voor bijvoorbeeld hotelgasten en de omgeving.’
INVLOED OP MONUMENT EN OMGEVING
‘De afzonderlijke gebouwen zijn mede dankzij de nieuwbouw – die alles met elkaar verbindt en tot één complex maakt – veel meer waard geworden’, zegt Franken. ‘Ook voor de omgeving is er een flinke opwaardering van het gebied gerealiseerd: van een in verval aan het raken monument, naar een levendig, publiek toegankelijk gebouw, dat onderdeel is van de binnenstad.’
Vos beaamt: ‘Al 25 jaar keken Eindhovenaren uit op de blinde muur van de kerk, zonder te weten wat zich daarachter afspeelde. Nu is het complex open en toegankelijk en heeft het een maatschappelijke waarde. Dit project gaat verder dan herbestemmen. Dit is een boost voor een heel stadsdeel.’
‘Deze parel lag verscholen. Brabanders kunnen er nu weer van genieten’, besluit Theijse.