Niet meer in elk project toetsen aan wettelijke vereisten: eerste typegoedkeuring modulaire woningen
Zes bedrijven die complete modulaire woningen bouwen, kregen op 24 april voor het eerst een typegoedkeuring. Met deze goedkeuring hoeven de woningen niet meer in elk project te worden getoetst aan de wettelijke vereisten. De vergunningverlening verloopt sneller en gemeenten hebben minder capaciteit nodig. Zo kan nieuwbouw sneller en goedkoper worden gerealiseerd.
De typegoedkeuring werd uitgereikt door Martin van Rijn, voorzitter van Aedes, en Jacos van Zelst, programmadirecteur Versnelling tijdelijke huisvesting bij het ministerie van BZK. Deze typegoedkeuring vormt een mijlpaal in de ontwikkeling van het modulair bouwen. Opdrachtgevers, kwaliteitsborgers en gemeenten kunnen er nu op vertrouwen dat deze in de fabriek gebouwde woningen voldoen aan alle eisen van de bouwregelgeving. Daarom hoeft straks niet meer elke woning op elke nieuwe plek weer afzonderlijk beoordeeld te worden. En dat leidt tot versnelling van de procedures, een belangrijke doelstelling van het woningbouwbeleid van minister De Jonge van BZK. Het leidt daarmee ook tot lagere kosten. Ook woningcorporaties juichen deze ontwikkeling toe.
Zes bedrijven
De bouwbedrijven die nu met succes alle keuringen hebben doorlopen, zijn: Barli, Daiwa Modular House Europe, De Groot Vroomshoop, Hodes Huisvesting, Startblock en Ursem Modulaire Bouwsystemen. Hun woningen komen kant en klaar uit de fabriek, wat op zich al tot veel kortere bouwtijden leidt. De woningen hebben een permanente kwaliteit, maar kunnen desgewenst ook verplaatst worden.
Door de typegoedkeuring kunnen opdrachtgevers, kwaliteitsborgers en gemeenten erop vertrouwen dat de modulaire woningen voldoen aan alle eisen van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De typegoedkeuring bestaat uit een KOMO-certificaat op basis van BRL 0903-1 (‘Modulaire bouwsystemen-units voor permanent gebruik’) en een erkende kwaliteitsverklaring. Om die te verkrijgen zijn alle tekeningen, specificaties en berekeningen van de bouwsystemen kritisch beoordeeld door de certificerende instellingen SKH en SKG-IKOB. Ook zijn het productieproces in de fabriek en de interne kwaliteitsborging beoordeeld en wordt dat in de toekomst via steekproeven gecontroleerd. In een tweede fase van het project zullen ook nog de gebruikte installaties en de plaatsing van de woningen in een concreet bouwproject worden getoetst.