Bouwsector ziet lichte groei in orderportefeuilles ondanks belemmeringen

Artikel delen

De gemiddelde orderportefeuille in de totale bouwnijverheid bedroeg in juni 10,7 maanden werk en is daarmee met twee tiende maand gestegen ten opzichte van mei.

Orderportefeuille bouw

In de burgerlijke en utiliteitsbouw nam de gemiddelde voorraad met één tiende maand toe naar 12,1 maanden. In de utiliteitsbouw kwamen de orderportefeuilles uit op 10,4 maanden werk, een stijging van drie tiende maand ten opzichte van mei. In de woningbouw bleef de gemiddelde werkvoorraad gelijk en bedroeg 13,3 maanden.

Orderportefeuille

In de grond-, water- en wegenbouw bedroegen de orderportefeuilles in juni 8,3 maanden werk, vijf tiende maand meer dan in mei. In de grond- en waterbouw kwamen de orderportefeuilles uit op 9,0 maanden werk, een stijging van zes tiende maand ten opzichte van de vorige meting. In de wegenbouw steeg de gemiddelde werkvoorraad met drie tiende maand naar 7,7 maanden.

Orderportefeuille GWW

Van de bouwbedrijven gaf 43% in juni aan belemmeringen te ondervinden bij de productie. In de b&u was een gebrek aan orders hiervoor de belangrijkste oorzaak. In de gww hadden de belemmeringen met name te maken met weersomstandigheden en personeelstekorten.

De productie is in de afgelopen drie maanden bij 20% van de bedrijven toegenomen en bij 8% van de bedrijven afgenomen. Van de bouwbedrijven beoordeelde 17% de orderpositie als groot, terwijl 14% van de bedrijven de orderpositie als klein beoordeelde. Daarnaast verwacht 25% van de bedrijven dat hun personeelsbezetting zal toenemen in de komende drie maanden, terwijl 2% van de bedrijven juist een kleinere bezetting verwacht. In de bouwnijverheid verwacht 39% van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juli 2024 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 275 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

Bron: EIB