Orderposities in de totale bouwnijverheid stabiel

In maart bleef de gemiddelde orderportefeuille in de totale bouwnijverheid ten opzichte van vorige maand stabiel op een niveau van 11,3 maanden werk.

GrafiekIn de woningbouw nam de orderportefeuille in maart met één tiende maand toe en kwam uit op 14,2 maanden werk. De gemiddelde werkvoorraad in de utiliteitsbouw daalde met één tiende maand tot 10,8 maanden. De gemiddelde werkvoorraad in de totale burgerlijke- en utiliteitsbouw bleef hierbij stabiel op een niveau van 12,8 maanden.

Grafiek B&U

Ook in de totale grond-, water- en wegenbouw bleven de orderportefeuilles in maart stabiel op 8,8 maanden werk. In de grond- en waterbouw steeg de gemiddelde orderportefeuille met één tiende maand en kwam uit op 9,7 maanden werk. In de wegenbouw nam de gemiddelde werkvoorraad met één tiende maand af tot 8,0 maanden werk.

Grafiek GWW

Circa 40% van de bouwbedrijven in maart aan belemmeringen te ondervinden bij de productie. Personeelstekorten spelen hierbij binnen iedere deelsector een rol, ruim 15% van de bedrijven geeft aan personeelstekorten als productiebelemmering te ervaren. Een deel van de bouwbedrijven geeft daarnaast aan een gebrek aan orders te ervaren.

De productie is in de afgelopen drie maanden bij een kwart van de bedrijven toegenomen en bij 10% van de bedrijven afgenomen. Van de bouwbedrijven beoordeelde circa 25% de orderpositie als groot, terwijl 5% van de bedrijven de orderpositie als klein beoordeelde. Daarnaast verwacht een vijfde van de bedrijven dat hun personeelsbezetting zal toenemen in de komende drie maanden, terwijl nog geen 5% van de bedrijven juist een kleinere bezetting verwacht. In de bouwnijverheid verwacht bijna de helft van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van april 2025 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 260 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

Bron: EIB