Doorbuigende bouwdelen: gevolgen?

Artikel delen

In een relatief nieuwe woning wordt scheurvorming geconstateerd. Deze openbaart zich ter plaatse van de aansluiting van de wanden met de plafonds, maar er zijn ook diagonale scheuren in scheidingswanden. Omdat de wanden van de woning strak zijn afgewerkt met stucwerk zijn de hierin ontstane scheuren duidelijk waar te nemen. Dit vormt niet alleen een ergernis voor de bewoner, maar hij vraagt zich ook af of de veiligheid wel is gewaarborgd. De scheuren waren namelijk al eerder waargenomen en hersteld, maar ze keren opnieuw terug.

Tekst: mw. N.S. van der Palm
Bureau voor Bouwpathologie BB
www.bouwpathologie.nl

De scheuren worden weliswaar geconstateerd in een recent gebouwde woning, maar dergelijke gebreken of scheuren komen ook voor in (oudere) bestaande woningen. Denk aan scheuren bij houten vloeren en lichtere scheidingswanden, zoals een metalstudwand. Waarom deze scheuren pas na de bouw of  renovatie, of zelfs na langere tijd, tot uiting komen, vraagt om een nadere beschouwing.

Naadvorming bij wandaansluiting.

 

Het probleem

In de steenachtige scheidingswanden op zowel de begane grond als de etage van de woning wordt scheurvorming waargenomen, daar waar de wand aansluit op het plafond. Deze schade toont zich niet alleen als een tapvormige naad, maar ook is te zien dat delen van het stucwerk op de wand als het ware eraf worden gedrukt en/of bol staan. Daarnaast is sprake van diagonale scheurvorming in de scheidingswanden en verticale scheuren in de binnenwanden, waar deze aansluiten op de woningscheidende wanden.
Wat in een andere woning werd geconstateerd, nadat deze is gerenoveerd, is een ruime naadvorming tussen de scheidingswand en het plafond. Het stucwerk op deze locatie onthecht en valt naar beneden, waardoor de bewoners menen dat er wel eens sprake kan zijn van een ernstig gebrek. Ook werd geconstateerd dat de houten vloerafwerking naadvorming begon te vertonen en meer kraakte dan voorheen. Omdat ook de ondergelegen woning een renovatie had ondergaan, denkt men dat deze mogelijk ondeugdelijk is uitgevoerd.
 

Diagonale scheurvorming.

 

Onderzoek

De nieuwbouwwoning blijkt te zijn uitgevoerd met breedplaatvloeren, waarbij deze laatste zijn opgelegd op de woningscheidende wand. De wanden waarin de scheurvorming is waargenomen zijn uitgevoerd in lijmblokken. Het eerder uitgevoerde herstel aan de scheuren is uitgevoerd met een relatief star reparatiemiddel. Zichtbaar is dat de scheur zich aansluitend op het reparatiemiddel voordoet en als het ware het reeds ontstane scheurpatroon (weer) volgt. De wanden waarin de scheuren, zowel verticaal als diagonaal, zich voordoen zijn geplaatst evenwijdig aan de overspanning van de vloerdelen.
Middels een specifieke hoogtemeting kan worden vastgesteld dat de vloerdelen in enige mate zijn doorgebogen. De vloerdelen zijn vlak ter hoogte van de oplegging op de woningscheidende wanden. Maar ze vertonen een naar beneden gericht verloop vanaf ongeveer een halve meter vanuit de oplegging, met het diepste punt halverwege de overspanning van de vloer. Daar waar de doorbuiging als het ware zijn aanvangspunt heeft is de verticale scheur in de binnenwand waar te nemen.
Doordat op de vloer de wanddelen zijn geplaatst komen deze laatste bouwdelen als gevolg van de doorbuiging van de vloer, onder spanning te staan. Gevolg: scheurvorming. Daarnaast worden de, als niet dragend te beschouwen, wanden die onder de doorbuigende vloerdelen aanwezig zijn, toch in enige mate dragend. Hierdoor wordt hierop een zekere drukkracht uitgeoefend als gevolg van de doorbuiging. Dit met het gevolg dat het stucwerk en feitelijk ook de aansluiting van de wand met het plafond eruit gedrukt wordt, met de onthechting en bolling tot gevolg.
 

Verdrukt stucwerk.

 

Houten vloeren

Ook bij houten vloeren kan sprake zijn van een doorbuiging onder invloed van een veranderde belasting, zoals een renovatie. Hierbij worden wanddelen aangebracht op relatief slank uitgevoerde vloerbalken. Hierdoor ontstaat de naadvorming in de aansluiting met de wand en het plafond, waarbij het stucwerk als het ware eraf wordt getrokken. Ook de vloerafwerking zal (uiteindelijk) reageren op de doorgebogen vloer, waardoor de naadvorming of het kraken van de vloer wordt waargenomen.
Er zijn normen opgesteld om de sterkte en stijfheid van vloeren te waarborgen. Hiertoe worden constructieve berekeningen gemaakt, waarbij de belastingen op en de overspanning van de vloeren een aanzienlijke rol spelen. Echter, ook met de plastische eigenschappen of het rekvermogen van het materiaal dient rekening te worden gehouden. De belastingen op met name de oudere, houten vloeren kan in de praktijk nog al eens anders zijn als toentertijd is berekend. Dat kan betekenen dat weliswaar nog aan de sterkte-eisen wordt voldaan, maar niet meer aan de eisen voor de stijfheid van de vloer.
Juist de plastische eigenschappen van de in beton uitgevoerde vloeren zullen van invloed zijn op de doorbuiging. Daarom moet ook de uitvoeringsmethode tijdens de bouw worden afgewogen bij het beoordelen van de oorzaak van de problematiek. Vanuit de constructieve berekeningen wordt gesteld dat de vloer als het ware bol (zeeg) wordt geplaatst, zodat deze vlak komt te liggen na belasting van dekvloeren, wanden en overige wand- en vloerafwerkingen.
Een handzame methode om een overmatige doorbuiging te bepalen is de factor 0,002, 0,003 of 0,004 te vermenigvuldigen met de overspanning van de vloer. Deze waarde vertegenwoordigt de maximale doorbuiging op basis van de norm. Indien deze wordt overschreden zou sprake kunnen zijn van een verwijtbaar gebrek. Vooropgesteld kan worden dat bij overschrijding van deze norm er sprake zal zijn van een aanzienlijke naad- of scheurvorming.
 

Scheve vloer.

 

Herstel

Herstel van de gebreken bestaat eigenlijk uit het herstellen van de gevolgschade, als blijkt dat de norm voor sterkte en stijfheid van de vloer niet wordt overschreden. Dit betekent dat de scheuren of naadvorming dan zo flexibel mogelijk hersteld kunnen worden. Ze worden mede afgewerkt met een wapeningsgaas om de spanningen vanuit de ondergrond niet af te geven aan de wandafwerking.
Het is tenslotte niet geheel uit te sluiten dat de doorbuiging nog in enige mate zal toenemen in de loop van de tijd, waarbij een flexibel herstel dan duurzamer zal blijken te zijn. Het uitvlakken van de vloer zal met name bij de houten vloeren wenselijk kunnen zijn. Maar men moet dan opmerkzaam zijn op het voorkomen van (teveel) aanvullend gewicht, omdat dit als het ware een verdere doorbuiging kan veroorzaken.