Ondergrens van 1 mol/ha/jaar haalt woningbouw van het slot

Een verhoging van de ondergrens van stikstofdepositie naar 1 mol/ha/jaar zoals het kabinet overweegt is een zeer effectieve maatregel om de woningbouw van het slot te halen. 96% van de woningbouw kan dan eenvoudig doorgaan, ook met inachtneming van de aangescherpte regels rond intern salderen. De maatregel zorgt voor minder uitval, aanzienlijk minder vertraging en levert in de periode 2025-2030 een kostenbesparing op van € 400 miljoen.

Foto EIB

Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen studie ‘Nieuwe stikstofregels: gevolgen voor de woningbouw’.

Beperkingen intern salderen: extra uitval en veel extra natuurvergunningen nodig

Het aantal vergunningen dat niet kan worden verleend door de stikstofregels is voor de periode 2025-2030 gestegen van 31.000 naar ruim 40.000 door de uitspraak van de Raad van State inzake het intern salderen. Omvangrijker nog zijn de gevolgen voor het aantal vergunningen dat niet meer met een Voortoets kan worden afgehandeld, maar waarvoor een natuurvergunning moet worden aangevraagd. Dit aantal stijgt met 55.000, waarvan het grootste deel nog wel vergund kan worden, maar nu met vertraging en extra kosten.

Ondergrens van 1 mol/ha/jaar haalt woningbouw van het slot

Indien een drempelwaarde van 1 mol/ha/jaar zou worden gehanteerd, dan kan 96% van de woningbouw in Nederland met een eenvoudige Aerius-berekening doorgang vinden. Een dergelijke ondergrens heeft drie voordelen. Ten eerste kunnen nu meer projecten worden vergund in de periode 2025-2030. Het aantal geblokkeerde vergunningen daalt van 40.000 naar 17.000. Ten tweede kan er sneller vergund worden: de vertragingen van het aanvragen van natuurvergunningen komen te vervallen. Hierdoor kunnen 55.000 vergunningen sneller worden verleend. Ten derde is er een aanzienlijke kostenbesparing van ruim € 400 miljoen in de betreffende periode.

Cumulatieve effecten van een ondergrens van 1 mol/ha zijn zeer gering

De gemiddelde KDW in een natuurgebied ligt rond 1.300 mol/ha/jaar en de laagste waarde is 400 mol/ha/jaar. Er zijn jaarlijks ruim 350 woningbouwprojecten met een depositie tussen 0,1 en 1 mol/ha/jaar die aangrijpen op bijna 70 natuurgebieden. Gemiddeld levert de cumulatie hiervan een stijging van de depositie op van 2 promille van de gemiddelde KDW en 6 promille bij de laagste KDW. In werkelijkheid zijn de effecten nog een stuk kleiner, omdat de deposities vaak niet in dezelfde hexagonen neerslaan. De cumulatieve effecten van de ondergrens van 1 mol/ha/jaar zijn voor de woningbouw dan ook verwaarloosbaar klein. Dit geldt overigens waarschijnlijk ook voor de industrie en de landbouw, eenvoudig omdat ook een ondergrens van 1 mol/ha/jaar nog altijd zeer laag is. Stikstofdoelen kunnen met andere woorden wel of niet worden gehaald, maar het hanteren van deze ondergrens maakt hiervoor geen verschil. Dit lijkt juridisch gezien ook een belangrijk gegeven.

Bron: EIB