Op weg naar duurzaam beton wereldwijd met CSC-certificaat

Artikel delen

De Nederlandse betonsector loopt in de bouwwereld voorop in de reductie van CO2-emissies door het gebruik van CO2-arme cementen en nieuwe bindmiddelen. Wereldwijd draagt beton gemiddeld 7% bij aan de totale CO2-emissie. Dit komt doordat er meer beton geproduceerd wordt dan alle andere bouwmaterialen bij elkaar. Maar in Nederland is die emissie slechts 1,6%!

Tekst: Jos de Keijzer
Beeld: Betonhuis

Paul Ewalds, adviseur circulaire economie van Betonhuis en adviseur CSC.

Paul Ewalds, adviseur circulaire economie van Betonhuis en adviseur CSC: “In de betonsector gebruiken we beton voor 100% opnieuw. Toch beschouwen wij dat niet als circulair, juist vanwege die CO2-uitstoot. Wij hebben daarom twee stappen toegevoegd: adaptief en remontabel bouwen.”

Cover duurzaamheidsverslag

Verslag Downloaden? Klik hier

Iets om trots op te zijn, maar niet iets om stil bij te blijven staan. Er is nog zoveel werk aan de winkel. Onlangs kwam het tweede duurzaamheidsverslag van de Concrete Sustainability Council uit over de staat van verduurzaming van de cement -en  betonsector in Nederland. In het rapport wordt voor 2022 in beeld gebracht wat bedrijven in de betonsector in Nederland moeten doen om circulair en CO2-neutraal te worden.

Het duurzaamheidsverslag is de culminatie van een proces dat al lang geleden is ingezet. “Mensen weten niet dat wij hier al meer dan vijftien jaar mee bezig zijn”, zegt Paul Ewalds, adviseur circulaire economie van Betonhuis en adviseur CSC. Betonhuis is de brancheorganisatie voor de betonindustrie in Nederland. “Wij waren de eersten die MRPI-bladen hadden waarop de milieu-impact weergegeven werd. Toen de EU met de Green Deal kwam, hadden wij in Nederland al het Beton Bewust-keurmerk. Dat keurmerk is internationaal gegaan en heet nu Concrete Sustainability Council, CSC in het kort. CSC draait om maatschappelijk verantwoord ondernemen in de breedste zin van het woord. De Sustainable Development Goals van de VN staan voor ons centraal.”

Beton

Beton bestaat uit natuurlijke grondstoffen zoals water, zand, grind en bindmiddelen. In bijna 95% is dat laatste cement. Beton is al eeuwen hét functionele en veilige bouwmateriaal waarmee wij onze wereld vormgeven. Naast zijn praktische eigenschappen is beton ook een slimme keus vanwege de lange levensduur. Ook is het materiaal goedkoop en overal voorhanden. In tijden waarin verlaging van de CO2-uitstoot centraal staat, is het fijn dat beton lang meegaat. Maar er kan nog veel veranderen. Daarom verduurzaamt de sector en vervult beton dankzij nieuwe plannen en innovaties een sleutelrol als groene kracht in de nationale bouw- en klimaatopgave.

Certificering

Paul EwaldsPlannen en innovaties moeten echter ook meetbaar zijn. Wat is nu de concrete vooruitgang op het gebied van vergroening? Wie garandeert dat individuele bedrijven ook echt concrete stappen maken? Met de komst van de Green Deal is het Nederlandse Beton Bewust-keurmerk opgegaan in de CSC met een eigen certificering. Betonhuis verzorgt in Nederland de uitvoering van CSC-certificering. Het CSC-systeem is van toepassing op alle bedrijven in de betonketen. Het helpt individuele bedrijven in Nederland hun duurzaamheidscertificaat te behalen.

“We maken voor de certificering gebruik van onafhankelijke certificerende instellingen als Kiwa, SGS en SKG-IKOB, die niet onder onze invloed staan”, stelt Ewalds. “Ook het duurzaamheidsverslag, waarvan de gegevens uit de duurzaamheidsmonitor komen, wordt extern door een accountant gecontroleerd. Hiermee is de onafhankelijkheid van de certificering gegarandeerd.”

Vijf criteria

Om vast te stellen of bedrijven aan de criteria voldoen, is monitoring nodig. Daarom hebben het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Betonakkoord en Betonhuis samen een Monitoringstool ontwikkeld, de zogenoemde duurzaamheidsmonitor. De tool is een gratis applicatie die aansluit op huidige informatiesystemen en die voor alle betonproducenten toegankelijk is.

Bedrijven die het CSC-certificaat willen behalen moeten elk jaar aan minstens vijf criteria voldoen. Er wordt gekeken naar het energieverbruik, de hoeveelheid aanmaakwater, de hoeveelheid en het soort secundair materiaal, het brandstofverbruik, het soort transport voor de aanvoer van grondstoffen en de CO2 die gebruikt wordt voor de productie.

Betoncentrales en prefab betonfabrieken kunnen een CSC-certificaat op vier niveaus behalen: brons, zilver, goud en platina. Hoe hoger het certificaat, hoe duurzamer het bedrijf. Ook cement-, slakken- en toeslagleveranciers kunnen een certificaat verkrijgen: het zogenaamde CSC-leverancierscertificaat. Bedrijven vullen zelf hun gegevens in de duurzaamheidsmonitor in. Vervolgens wordt er een onafhankelijke controle uitgevoerd. Daarna wordt pas een certificaat verleend.

Betoncentrale Grevelingen

Betoncentrale Grevelingen.

Samenwerken over de hele keten

De Concrete Sustainability Council daagt de bouwsector uit om te veranderen en te vergroenen. Dit is mogelijk. Met het certificeringssysteem wordt deze vergroening concreet en meetbaar gemaakt. Niet alleen in Nederland maar wereldwijd. Volgens Ewalds kan er veel bereikt worden op het gebied van duurzaamheid door in het voortraject afspraken te maken met de opdrachtgever: “Bijvoorbeeld door een hoger percentage secundaire grondstoffen toe te passen of door adaptief en remontabel te ontwerpen. We zien steeds meer hoe belangrijk het is om in de keten samen te werken en samen duurzaamheid te bevorderen en te belonen.”

Verder dan circulariteit

Nieuwe inzichten en innovaties dragen bij aan het verlagen van de CO2-uitstoot en het verhogen van de circulariteit. Maar voor de betonsector is circulariteit niet genoeg. “Zie het zo”, zegt Ewalds, “Een betonconstructie ontwierp men altijd voor de eerste gebruiker en de eerste functie van het gebouw. Verder werd er totaal niet gekeken. De lineaire economie is een weggooi-economie. Daarbinnen wordt niet nagedacht over wat er gebeurt met een product. En beton? Ach, dat kan je toch afbreken en hergebruiken? Zo dacht men lange tijd. Dat ligt dus niet eens aan het beton zelf.”

Helaas moet bij het hergebruik van beton opnieuw cement moet worden toegevoegd waarbij dan toch weer substantiële hoeveelheden CO2 vrijkomen. “En dat is wat nu moet veranderen”, vervolgt Ewalds. “We zijn nu uit op behoud van de waarde die in het product zit. Dat kost minder geld en is veel beter voor het milieu. In de betonsector gebruiken we beton voor 100% opnieuw. Toch beschouwen wij dat niet als circulair, juist vanwege die CO2-uitstoot. Wij hebben daarom twee stappen toegevoegd: adaptief en remontabel bouwen. Bij adaptief bouwen, hou je tijdens het bouwproces rekening met secundair gebruik. Alle partijen in het bouwproces beseffen dat een winkel straks gebruikt zou kunnen gaan worden als woning. Remontabel bouwen gaat nog verder. Je moet dan een gebouw ook weer kunnen demonteren, zodat je de onderdelen een nieuwe bestemming kunt geven. Als we vervolgens de sloop afvalvrij kunnen maken én beton kunnen maken zonder CO2-uitstoot, zijn we pas echt circulair.”

Voor adaptief en remontabel bouwen is innovatieve samenwerking binnen de gehele bouwketen nodig. Maar ook in het proces waarmee beton wordt gemaakt, kan nog veel worden verbeterd. Verschillende CSC-gecertificeerde bedrijven hebben de ambitie om vanaf 2050 of zelfs eerder volledig CO2-neutraal beton aan te bieden. Het grootste deel van de CO2-uitstoot is afkomstig van de productie van klinker, een halffabricaat dat wordt gebruikt bij de productie van cement. Daarnaast is er CO2 die wordt uitgestoten bij de decarbonisatie van kalksteen in de cementoven. Die uitstoot is niet te vermijden, maar kan wel worden afgevangen. Er wordt ook gekeken naar grondstoffen die cement gedeeltelijk kunnen vervangen.

Paul Ewalds

Paul Ewalds: “Je moet een gebouw ook weer kunnen demonteren, zodat je de onderdelen een nieuwe bestemming kunt geven. Als we vervolgens de sloop afvalvrij kunnen maken én beton kunnen maken zonder CO2-uitstoot, zijn we pas echt circulair.”

Certificatie op productniveau

“Sinds vorig jaar hebben we er nog iets nieuws bij”, zegt Ewalds. “Waar CSC op bedrijfsniveau certificeert, kunnen we nu met onze R-module en CO2-module ook op productniveau certificeren.” In 2022 is de nieuwe CO2-module van CSC gelanceerd. Deze module laat zien hoeveel CO2 is bespaard op productniveau ten opzichte van de Nederlandse baseline. De R-module heeft betrekking op gerecycled beton. “De R-module is een manier voor bedrijven om per project te laten zien hoe ze presteren. Het helpt met name om malafide claims van duurzaamheid te neutraliseren. We willen geen greenwashing in de betonsector!”

Momentum

“De partners in Nederland zijn erg betrokken”, zegt Ewalds. “Dit is echt een beweging van onderuit de sector. Het wordt door iedereen gedragen. Met de commitment hier zit het wel goed.” Het aantal jaarlijkse certificeringen stijgt sterk. In 2022 reikte CSC internationaal maar liefst 294 certificaten uit. Dat is een stijging van 23% ten opzichte van 2021. Deze groei werd grotendeels veroorzaakt doordat in Duitsland, België en Nederland de acceptatie van de nieuwe CO2-Module en de bijgewerkte R-Module momentum kreeg. CSC-certificeringen blijven ook in andere landen en regio’s groeien, waaronder Italië, Turkije, Zweden, Polen en Latijns-Amerika. Sinds de lancering van de CSC-certificering in januari 2017 zijn er meer dan 900 CSC-certificaten toegekend.

“Wel is het een uitdaging om de sector wereldwijd mee te krijgen”, licht Ewalds toe. Die 7% uitstoot moet omlaag. Op Europees niveau is overeenstemming het grootste probleem omdat het lastig is de wetgeving in al die verschillende landen te harmoniseren. “Wij zijn de wetgeving voor”, zeggen wij. “Adopteer ons keurmerk. Onze beweging heeft momentum. Wij omzeilen het probleem van wetgeving door onszelf de maat te nemen. Wij zijn van onze kant zelfs bereid om ons 4-sterren systeem aan te passen aan de EU-regelgeving. Zelf staan we ook niet stil. Onze eisen veranderen voortdurend en groeien mee met de situatie. Wij zijn op weg naar emissieloos beton.”