Samenwerking gemeente en kwaliteitsborger onmisbaar onder Wkb
Nu de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) op 1 januari 2024 is ingegaan, zijn we benieuwd naar het reilen en zeilen van dit nieuwe stelsel. Belangrijke spelers zijn de kwaliteitsborger, instrumentaanbieder, gemeente en Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB). “De samenwerking tussen de kwaliteitsborger en de gemeente is cruciaal voor het nieuwe stelsel”, zei Martijn Tummers van de TloKB in een eerder gesprek met KOMO. Dus werd er contact gezocht met Jennemieke Kleijwegt, voorzitter Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN) en Jeroen Stephan, directeur/projectleider bij kwaliteitsborger Bouwplantoetsers Nederland.
Tekst: Ceciel Butterhof, KOMO
“De taken van de gemeenten rondom bouw zijn veranderd”, constateert Jennemieke. “Wij toetsen niet meer op de bouwtechnische eisen van een bouwplan. Wel geven wij een omgevingsvergunning af. In Wkb-termen wordt deze wijziging ook wel de knip genoemd. Wanneer wij een omgevingsplanvergunning toekennen, kunnen wij ook informatie over de lokale omstandigheden en risico’s aanleveren. We beoordelen of de bouwmelding volledig is. Als de opdrachtgever vier weken na de melding geen bericht heeft gehad kan de bouw starten. Bij oplevering geven wij het bouwwerk al dan niet vrij voor gebruik.”
Gemeenten zijn al dertig jaar haar werkterrein: “Ik begon in het sociale domein en daarna ben ik overgestapt naar Toezicht en Handhaving. Sinds dertien jaar werk ik bij de gemeente Utrecht, waar ik sinds een jaar directeur Vergunningen, Toezicht en Handhaving ben. Tijdens de bouw zelf hebben wij in het nieuwe stelsel geen actieve rol, tenzij wij een seintje krijgen van de kwaliteitsborger dat er risico’s voor de bouwkwaliteit optreden. Allerlei omgevingsfactoren, zoals bereikbaarheid van de locatie, veiligheid, parkeren en afzetten van het bouwterrein, vallen niet onder de Wkb, maar we houden er wel toezicht op.”
Jeroen Stephan kan kort zijn: “Wij zien het als onze taak om met alle betrokken partijen ervoor te zorgen dat er een gerealiseerd bouwwerk aantoonbaar aan de bouwwetgeving voldoet. Dat leggen we tijdens dat bouwproces zorgvuldig vast. Daarbij zijn de bouwtechnische regels en de wet leidend.” Jeroen is één van de twee eigenaren van Bouwplantoetsers Nederland. “Wij zijn al sinds 2014 gecertificeerd voor de BRL 5019 ‘Kwaliteitsborging voor het bouwen’. Onze overtuiging is dat we met z’n allen moeten werken aan goede kwaliteit van gebouwen. Nu dus onder de regelgeving van de Wkb.”
Wat is er veranderd voor gemeenten met de komst van de Wkb?
“De grootste verandering is wel dat het bouwtechnisch toezicht is weggegaan bij de gemeente”, aldus Jennemieke. “Dat betekent dat we moeten vertrouwen op het nieuwe stelsel en de zorgvuldigheid van de kwaliteitsborger. Tijdens de bouw komt het aan op gedegen toezicht van de kwaliteitsborger. Het is van groot belang dat deze ons op de hoogte stelt van zaken die de kwaliteit van het bouwwerk in gevaar brengen.”
Jeroen: “Zo moeilijk is het niet hoor, om goede kwaliteit te leveren. Ik zeg altijd ‘Zorg dat je voldoet aan de regels en maak wat je beloofd hebt en maak aantoonbaar dat je dat doet.’ Denken in kwaliteitstermen is denk ik iets waar de bouw nog wat aan moet wennen. Dat heeft ook veel te maken met het afnemende toezicht van de gemeente in de afgelopen jaren. Bouwers zijn het niet meer gewend dat er toezicht wordt gehouden op de kwaliteit.”
“Dat herken ik niet in de gemeente Utrecht”, reageert Jennemieke. “Misschien dat dat wel speelt bij kleine gemeenten. Het stelsel zat er al lang aan te komen. Dat maakt dat het voor gemeenten steeds moeilijker werd om het bouwtoezicht in stand te houden. Er zijn veel mensen met pensioen gegaan en het was lang onduidelijk of het regelen van opvolging voor hen, in het licht van de komende Wkb, verstandig was. Aan de andere kant vind ik dat we teveel pamperen vanuit het bouwtoezicht. Het is goed dat de bouwsector zelf de touwtjes in handen neemt met privaat toezicht, de kwaliteitsborger.”
“Ik vind dat de bouwer zijn eigen werk moet controleren”, meent Jeroen. “In dit geval geldt: de slager moet zijn eigen vlees keuren.” Jennemieke voegt toe: “Na de inwerkingtreding van de Wkb vervalt voor bouwwerken die onder gevolgklasse 1 vallen, de preventieve toetsing aan de bouwtechnische voorschriften door het bevoegd gezag. Daarmee vervallen voor die bouwwerken de leges en daarmee inkomsten voor gemeenten. VBWTN denkt momenteel na over de consequenties hiervan en de financiering van het hele stelsel.”
Hoe belangrijk is de interactie tussen kwaliteitsborger en gemeente?
Jennemieke: “De interactie is heel belangrijk, omdat de gemeente gebaat is bij een goede kwaliteit van een bouwwerk. Zij blijft namelijk het algemene toezicht houden na oplevering van een gebouw. Zij heeft baat bij een bouwwerk dat voldoet aan de wet- en regelgeving. En daarvoor zorgt de kwaliteitsborger. Afwijkingen daarvan zijn relevante informatie voor de gemeente. Zij kan dan handhavend optreden. De bouwmelding en de verklaring zijn daarvoor niet afdoende. Juist tijdens de bouw is die samenwerking belangrijk. Als gemeente moet we erop kunnen vertrouwen dat de kwaliteitsborger ons tijdig informeert.”
“Helemaal mee eens”, zegt Jeroen. “De gemeente moet erop kunnen rekenen dat wij de juiste informatie met haar delen. Alle partijen moeten nog wennen aan de nieuwe rollen. Het is raadzaam om als kwaliteitsborger met de gemeente af te spreken wanneer zij ingelicht wil worden. Is dat op het moment dat het tijdens de bouw fout kán gaan of als het fout gaat? Maar de borger heeft ook informatie nodig van de gemeente. Een goede gelegenheid om met elkaar hierover van gedachten te wisselen is wanneer de borger de lokale omstandigheden/omgevingsfactoren van de gemeente krijgt, voorafgaande aan de bouwmelding.”
“Soms is het lastig om uit te vinden met wie we contact kunnen opnemen in een gemeente”, merkt Jeroen op. “Je weet dan niet waar je moet zijn voor welke informatie.” Jennemieke: “Ik begrijp dat dat lastig is. Wanneer je als kwaliteitsborger zorgvuldig te werk wilt gaan, kost je dat dus meer tijd en lopen de kosten voor de kwaliteitsborger op.“
Wanneer kan een kwaliteitsborger geen goedkeurende verklaring voor het voltooide bouwwerk afgeven?
“Formeel wanneer niet aantoonbaar aan de regelgeving wordt voldaan. En dan gaat het om elke geringe afwijking volgens de TloKB”, aldus Jeroen. “We hebben dan het bevoegd gezag nog om te handhaven, ja of nee. In specifieke situaties kan deze afzien van handhaving en het bouwwerk tóch in gebruik laten nemen als een goedkeurende verklaring van de kwaliteitsborger ontbreekt, of bij het ontbreken van andere zaken. Wat wel en niet wordt getolereerd is nog niet helemaal duidelijk.”
Jennemieke: “Ja, dat is voor het bevoegd gezag ook lastig. Onder de Wabo liepen we daar ook tegenaan, maar we hebben in die jaren geleerd hoe we daarmee omgaan. Nu de regels strenger zijn, moeten we daar nog een weg in vinden. Wat kan wel, wat kan niet.”
Volgens Jeroen is casco bouwen een voorbeeld van toestaan van ingebruikname zonder verklaring van de kwaliteitsborger. “Op dit moment wordt er ook nagedacht over deelopleveringen.” Jennemieke: “Dit hoort gewoon bij de kinderziektes van de Wkb. Zolang we allemaal hetzelfde uitgangspunt hebben, namelijk de kwaliteit van het bouwwerk, komen we er wel uit.” Jeroen sluit zich hier volledig bij aan.