Snel verdiend

Ondernemen
Artikel delen

Bedrijfspand in de goede BV?

In de praktijk blijkt nog steeds dat veel ondernemers onvoldoende hebben nagedacht over de ‘allocatie’ van hun bedrijfspand in de BV-structuur. Anders gezegd: zij zijn zich onvoldoende bewust dat een verkeerde keuze van de plaats van het bedrijfspand in de BV-structuur forse nadelige fiscale gevolgen kan hebben. Helaas komen die gevolgen vaak pas aan het licht als herstellen niet meer mogelijk is.

Pand in de persoonlijke holding?

In het MKB wordt (uiteraard) veel gewerkt met een holdingstructuur. Deze bestaat minimaal uit een persoonlijke holdingmaatschappij en een werkmaatschappij. Uitgaande van deze ‘minimale holdingstructuur’ wordt het bedrijfspand meestal in de holdingmaatschappij geplaatst, zodat deze zo min mogelijk wordt gekoppeld aan de risico’s van de onderneming in de werkmaatschappij. Is deze BV-structuur daadwerkelijk fiscaal ideaal en toekomstbestendig?

Pand in zustermaatschappij?

In het MKB wordt veelvuldig gewerkt met zustermaatschappijen. In die BV-structuur houdt een holdingmaatschappij alle aandelen in zowel de werkmaatschappij als een aparte vastgoedmaatschappij. In die laatste BV zit dan het bedrijfspand dat wordt verhuurd aan de werkmaatschappij. Ook hier kan de vraag worden gesteld of deze BV-structuur daadwerkelijk fiscaal ideaal en toekomstbestendig is.

Wanneer ontstaan problemen?

Wat mij betreft zijn de hiervoor genoemde BV-structuren fiscaal niet ideaal en ook niet toekomstbestendig. Het aansprakelijkheidsrisico wordt weliswaar beperkt, maar bij een bedrijfsopvolging kan blijken dat ontwijken van fiscale claims niet (meer) mogelijk is. Denk bijvoorbeeld aan de opvolging waarbij de opvolger ook het bedrijfspand wil overnemen.

Bedrijfsopvolging bij de minimale holdingstructuur

Uitgaande van de eerste situatie (de ‘minimale holdingstructuur’) kan bedrijfsopvolging plaatsvinden door overdracht van de aandelen in de holdingmaatschappij. Maar overdracht van de persoonlijke (!) holding is in de praktijk meestal niet gewenst en leidt bovendien tot belastingheffing in Box 2. Het alternatief; verkoop van de aandelen in de werkmaatschappij gecombineerd met de verkoop van het bedrijfspand door de holdingmaatschappij, leidt tot heffing van vennootschapsbelasting over de stille reserve in het pand. Daarnaast is de opvolger overdrachtsbelasting verschuldigd.

Bedrijfsopvolging bij zustermaatschappijen

In de tweede situatie (zustermaatschappijen) kan bedrijfsopvolging plaatsvinden door overdracht van de aandelen in de werkmaatschappij gecombineerd met de overdracht van de aandelen in de vastgoedmaatschappij. In dit geval is heffing van vennootschapsbelasting over de stille reserve in het pand niet aan de orde. Maar nog steeds is de opvolger overdrachtsbelasting verschuldigd omdat de aandelen in de vastgoedmaatschappij fictief onroerend zijn.

Kan het beter?

In veel gevallen kan het (veel) beter, maar het is altijd maatwerk. Dit laatste geldt ook voor de herstructurering die nodig is om de fiscaal optimale BV-structuur te bereiken. Met dit artikel wil ik u vooral bewust maken van het belang van de optimale ‘allocatie’ van uw bedrijfspand in uw BV-structuur. Enfin, wilt u weten of uw BV-structuur ideaal en toekomstbestendig is? Neem dan contact met mij op.

Mr. F.J. Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl

BouwTotaal