Wijzigingen Bouwbesluit per 1 januari 2018

Artikel delen

Per 1 januari 2018 is er een aantal wijzigingen in Bouwbesluit 2012 ingevoerd. Voor de milieuprestatie is nu een grenswaarde van kracht. Daarnaast is specifieke regelgeving voor drijvende bouwwerken ingevoerd en is de toegestane concentratie asbest in binnenruimten flink verlaagd. Ook is een enkele meer ondergeschikte wijziging aangebracht.

Milieuprestatie

Per 1 januari 2018 is de grenswaarde voor de milieuprestatie van nieuwe woningen en nieuwe kantoren groter dan 100 m2 van kracht (zie Staatsblad 2017, 494). Sinds 2013 geldt al een verplichting tot het maken van een milieuprestatieberekening, maar hieraan was nog geen grenswaarde als minimumeis gekoppeld. Sinds 1 januari 2018 geldt dat deze grenswaarde ten hoogste 1 mag zijn.

De nieuwe eis betekent dat bouwaanvragen die na 1 januari 2018 zijn/worden ingediend, voorzien moeten zijn van een milieuprestatieberekening waarvan de uitkomst ten hoogste 1 bedraagt. Dit is vastgelegd in artikel 5.9 van het Bouwbesluit.

Met de milieuprestatie-grenswaarde wordt bewerkstelligd dat bij gebouwen ook rekening wordt gehouden met de milieubelasting van materialen om de emissie van onder andere broeikasgassen en de uitputting van grondstoffen te reduceren. Door de verdere aanscherping van de EPC neemt het materiaalgebruik en dus ook de milieubelasting door bijvoorbeeld meer isolatie, zonnepanelen en installaties toe. Deze ontwikkeling maakt de introductie van de milieuprestatie-grenswaarde nog meer nodig. Omdat recycling en hergebruik een onderdeel zijn in de milieuprestatieberekening past deze introductie ook in de ambitie van de overheid om te komen tot een circulaire (bouw-)economie. In een circulaire bouweconomie zijn geen materialen meer nodig uit eindige bronnen.

Meer informatie over de bepalingsmethode, de nationale milieudatabase en een actuele lijst van gevalideerde rekeninstrumenten is te vinden op www.milieudatabase.nl.

Asbestconcentratie

Vanaf 1 januari 2018 is tevens de grenswaarde van de maximaal toegestane concentratie asbest in binnenruimten flink verlaagd. Deze grenswaarde is nu gelijkgetrokken met de grenswaarden uit het Arbobesluit. Tot 31 december 2017 bedroeg de zogenaamde grenswaarde van asbest in binnenruimten 100.000 vezels/m³. Die grenswaarde kwam overeen met het zogenoemde maximaal toelaatbaar risico (mtr) uit een onderzoek van de Gezondheidsraad uit 2010. Vanaf 2018 mag de concentratie asbestvezels in voor mensen toegankelijke ruimten van een bestaand bouwwerk niet groter zijn dan 2.000 vezels/m³, bepaald volgens NEN 2991. Deze grenswaarde is vastgesteld in artikel 7.19, lid 1 van het Bouwbesluit 2012. Aangesloten wordt dus bij de grenswaarden voor asbest uit het Arbobesluit.

Woonboten

In 2014 oordeelde de Raad van State in een zaak over een gemeentelijke vergunning voor de verbouwing van een bestaande woonboot, dat deze moest worden aangemerkt als een bouwwerk in de zin van de Woningwet en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Naar aanleiding van deze uitspraak heeft het Ministerie BZK, in samenwerking met diverse belanghebbende organisaties, de aanpassing van wet- en regelgeving onderzocht. Dit heeft geleid tot de Wet verduidelijking voorschriften woonboten en een wijziging van Bouwbesluit 2012.

De Wet verduidelijking voorschriften woonboten wijzigt de Woningwet en de Wabo. Door wijziging van artikel 1 van de Woningwet is verduidelijkt dat de bouwregelgeving niet van toepassing is op een schip dat wordt gebruikt voor verblijf en is bestemd voor de vaart. Binnen de categorie drijvende objecten die wel worden aangemerkt als bouwwerk, wordt onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe drijvende bouwwerken.

In de wetswijziging is overgangsrecht opgenomen voor drijvende bouwwerken die al bestaan, nu de wet in werking treedt. Door dit overgangsrecht zijn de technische voorschriften van Bouwbesluit 2012 op deze categorie niet van toepassing. Er geldt wel een zorgplicht voor de gezondheid en veiligheid. Daarnaast worden met deze wetswijziging bestaande gemeentelijke vergunningen voor het bouwen en het gebruiken van een drijvend bouwwerk omgezet in een omgevingsvergunning.
Onder de Wet verduidelijking voorschriften woonboten zijn er twee soorten ‘nieuwe drijvende bouwwerken’. De eerste soort betreft drijvende bouwwerken die nieuw worden gebouwd, de tweede soort bestaande drijvende objecten die door functiewijziging een nieuw drijvend bouwwerk worden. Denk aan een vrachtschip dat voortaan als woonboot wordt gebruikt. De eigenaren van een nieuw drijvend bouwwerk moeten een omgevingsvergunning aanvragen als zij met dat bouwwerk ergens willen gaan liggen. De gemeente toetst de aanvraag aan onder meer Bouwbesluit 2012 en het bestemmingsplan.

De wijziging in Bouwbesluit 2012 gaat over nieuwe rekenregels die erop toezien dat de woonboot constructief veilig wordt ver- of gebouwd. Kort gezegd gaat het om rekenregels voor voldoende stabiliteit, drijfvermogen en sterkte van (tijdelijke) drijvende bouwwerken. Voor nieuwe woonboten gelden er minder bruikbaarheidseisen. Zo zijn er lagere plafonds en kleinere ruimtes mogelijk. Ook gelden er andere eisen voor de brandveiligheid en het energieverbruik. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een informatieblad uitgebracht met een overzicht van de belangrijkste bouwvoorschriften voor drijvende bouwwerken, zoals woonboten, die per 1 januari 2018 gelden. Wilt u deze downloaden? Ga naar www.rijksoverheid.nl en vul in het zoekvak in: ‘Informatieblad drijvende bouwwerken’.

BENG overheidsgebouwen

In artikel 5.2, vijfde lid, van Bouwbesluit 2012 is opgenomen dat per 1 januari 2019 nieuwe gebouwen waarvan de overheid eigenaar is en waarin overheidsinstanties zijn gevestigd bijna energieneutraal zijn (BENG). Ook artikel 5.2, zesde lid, van Bouwbesluit 2012 is gewijzigd. Er is nu ook opgenomen dat alle overige gebouwen bijna energieneutraal moeten zijn met ingang van 31 december 2020. Dit is de omzetting van artikel 9, eerste lid, van de herziene EPBD (de Europese richtlijn voor energieverbruik van gebouwen). De nieuwe energieverbruikseisen gelden niet voor zeer kleine kantoorgebouwen met een vloeroppervlak kleiner dan 100 m2 .