Snel verdiend

Ondernemen

‘Papier is geduldig’

Het onderscheid tussen een zelfstandige en een werknemer, ofwel tussen het ondernemerschap en de dienstbetrekking, blijft de gemoederen bezighouden. Op zichzelf natuurlijk niet vreemd als je bedenkt hoe groot de verschillen zijn tussen de fiscaal juridische gevolgen van beide vormen van (samen)werken. Recent heeft het gerechtshof te Den Haag een oordeel moeten geven over 60 chauffeurs die zichzelf als firmant in een vennootschap onder firma beschouwden. Op papier was dit inderdaad geregeld, maar kon de rechter ook worden overtuigd?

Verschil van inzicht

De vennootschap onder firma (vof) heeft ten doel het verrichten van koeriersdiensten voor één opdrachtgever. De dagelijkse leiding is in handen van A, terwijl B beschikt over de vakbekwaamheid op basis waarvan een vergunning voor beroepsgoederenvervoer is afgegeven. A en B zijn vennoot in de vof, maar zij zijn niet de enige. Want ook de chauffeurs, 60 in totaal, zijn vennoten. Althans zo menen zij door het leven te kunnen gaan. De inspecteur daarentegen vindt hen werknemer.

Rechtbank

Op naar de rechtbank dus. Deze stelt vast dat de chauffeurs geen arbeidsovereenkomst hebben gesloten en dit ook niet hebben gewild. In zoverre is van een dienstbetrekking, vanuit het civielrechtelijke perspectief, geen sprake. Maar de fiscale kwalificatie staat hiermee nog niet onomstotelijk vast. Anders gezegd, de civielrechtelijke vormgeving kan vanuit het fiscale perspectief worden genegeerd. Maar de bewijslast rust dan wel op de inspecteur. Deze komt daarom met een waslijst aan punten ter onderbouwing van zijn stelling. Maar de rechtbank laat zich niet overtuigen en oordeelt dat de vof, ook ten aanzien van de chauffeurs, voldoende realiteitsgehalte heeft.

Hoger beroep

De inspecteur liet het hier niet bij zitten. Hoger beroep werd ingesteld, waarna het gerechtshof te Den Haag tot een oordeel moest komen. Ook het Hof neemt als vertrekpunt hetgeen partijen op papier (lees: in de firmaovereenkomst) hebben afgesproken. Maar sterker dan de rechtbank betrekt het hof daarbij ook de uitvoering van die op papier gemaakte afspraken.
Het hof constateerde ten eerste dat diverse chauffeurs niet eens op de hoogte waren van het bestaan van de firmaovereenkomst, laat staan dat zij de inhoud daarvan kennen. Tevens verklaarden veel chauffeurs dat zij zich alleen maar als firmant hebben aangesloten bij de vof omdat de ene opdrachtgever van de vof, niemand meer in loondienst wilde hebben en zij via de vof over een vergunning beschikten die nu eenmaal voor een zelfstandige nodig is. Ook stelde het hof vast dat belangrijke in de firmaovereenkomst gemaakte afspraken in de (dagelijkse) praktijk niet werden nagekomen. Uiteindelijk, en er waren nog meer overwegingen, stelt het hof vast dat de vof realiteitsgehalte mist en er zelfs sprake is van een ‘schijnconstructie’.

Tenslotte

Allereerst valt op dat op basis van dezelfde feiten de rechtbank en het hof tot een tegengesteld eindoordeel komen. Eens te meer toont dit aan dat de beantwoording van de vraag ‘zelfstandige of werknemer’ erg complex kan zijn. Daarnaast valt op dat hetgeen op papier is geregeld uiteindelijk weinig waarde heeft als daar in de praktijk niet daadwerkelijk naar wordt gehandeld. Inderdaad, ‘papier is geduldig’, maar dat wisten wij al langer.

Mr. Frank Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom
fkerkhof@alfa.nl

BouwTotaal