Nieuwbouwkoopwoningen 17 procent duurder

Artikel delen

Nieuwbouwkoopwoningen waren in het derde kwartaal van 2018 17 procent duurder dan een jaar eerder. De prijzen van bestaande koopwoningen stegen in dezelfde periode met 9,2 procent. De prijs van een koopwoning is daarmee gemiddeld gestegen met 10,2 procent en daarmee is Nederland na Slovenië het land met de grootste prijsstijging in de Europese Unie. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en het Kadaster.

In het derde kwartaal moest 397.625 euro voor een nieuwbouwhuis worden betaald. Vorig jaar werd voor een nieuw huis gemiddeld 74.000 euro minder betaald. Begin 2015 was de gemiddelde prijs nog 260.000 euro. De nieuwbouwprijzen worden volgens makelaarsvereniging NVM opgestuwd door hoge bouwkosten, gasloos bouwen en de focus op binnenstedelijk bouwen.
In de afgelopen drie jaar waren de verkoopprijzen van koopwoningen elk kwartaal hoger dan een jaar eerder. De stijgende trend in de prijsontwikkeling zet door in het derde kwartaal. De prijzen van nieuwbouwkoopwoningen stijgen nu vier kwartalen op rij sterker dan de prijzen van bestaande koopwoningen.

Alleen in Slovenië stegen de huizenprijzen harder

Alle koopwoningen gezamenlijk, uitgedrukt in de huizenprijsindex (HPI), waren in het derde kwartaal 10,2 procent duurder dan een jaar eerder. Binnen de Europese Unie kende alleen Slovenië een hogere stijging van de huizenprijzen. Gemiddeld stegen de prijzen in Europa 4,3 procent. De prijs van nieuwbouwwoningen is in Nederland in het derde kwartaal gestegen met 17 procent, de sterkste prijsstijging in Europa. Ook bij bestaande koopwoningen behoort Nederland met een stijging van 9,2 procent tot de landen met de grootste prijsstijging in een jaar.