Overvecht-Noord uiterlijk in 2030 van aardgas af
De voorbereiding van het project om Overvecht-Noord in Utrecht aardgasvrij te maken kost veel tijd: dat is misschien wel de belangrijkste les die tot nu toe in deze proeftuin is geleerd. Daarnaast kent een dergelijk project veel stakeholders, die allemaal andere belangen hebben. En dan is er nog de complexe opgave isoleren (minder warmteverlies), vinden van duurzamere energiebronnen en de collectieve aanpak van gasnet, elektriciteitsnet en warmtenet.
Bewoners kregen al eind 2017 te horen dat hun wijk aardgasvrij wordt gemaakt. Inmiddels is inzichtelijk hoe zij straks aardgasvrij gaan wonen en koken. Uit onderzoek blijkt dat een warmtenet voor het grootse deel van de 8.800 woningen in Overvecht-Noord de beste oplossing is. In een klein deel van de wijk is elektrisch verwarmen met een warmtepomp de beste oplossing. Uit hetzelfde onderzoek blijkt echter dat deze alternatieven op dit moment duurder zijn dan de toekomstige kosten voor de aardgasaansluiting. Daarom laat de gemeente verder onderzoeken wat er nodig is voor een haalbare en betaalbare oplossing. Uitgangspunt hierbij is dat bewoners niet meer gaan betalen dan zij voor aardgas zouden doen. De uitkomsten worden halverwege 2021 verwacht.
Onzekerheden wegnemen
De voorbereiding van het project kost veel tijd, beaamt projectleider Leendert Odijk: “Dat is misschien wel de belangrijkste les die tot nu toe in proeftuin Overvecht-Noord is geleerd. Je moet niet te snel willen. Het vraagt om goede onderbouwingen van cijfers. Dat vragen huiseigenaren en huurders ook van ons, terecht natuurlijk. We moeten echt met een goed aanbod komen om mensen te overtuigen en onzekerheden bij hen weg te nemen. Dit betekent dat onze business case om de wijk aardgasvrij te maken haalbaar en betaalbaar moet zijn.”
De gemeente vindt daarnaast dat de aanpak ook opschaalbaar moet zijn. “Utrecht krijgt een rijksbijdrage van 4,7 miljoen euro uit de Proeftuin Aardgasvrije Wijken (PAW). We willen voorkomen dat we daarmee alleen een klein plukje van de wijk van het aardgas afhalen. En dat er daarna geen geld meer is voor de rest van de wijk en de stad. We zoeken naar opschaalbare mogelijkheden om mensen van het aardgas af te krijgen. Ook dat kost tijd. Want een opschaalbaar initiatief vraagt om draagvlak van al onze partners: corporaties, Eneco, Stedin, buurtinitiatieven en energiecoöperatie Energie-U.”
Werkwijze opschalen
“Iedere wijk vraagt om een eigen aanpak. De oplossingen die voor Overvecht-Noord het beste zijn, zullen voor andere delen van de stad niet altijd geschikt zijn. Maar de processen zijn wél opschaalbaar”, zegt Odijk. “Wij formuleren de opgave in drie delen. Een opgave om te isoleren, om te voorkomen dat er warmte verloren gaat. Ook ligt er een opgave om duurzamere energiebronnen te vinden, waarmee we onze CO2-uitstoot verminderen. En dan is er nog de opgave ten aanzien van het gasnet, elektriciteitsnet en warmtenet die collectief aangepakt moeten worden. Die drie processen lopen ieder op een ander spoor, maar hebben invloed op elkaar. Als bijvoorbeeld alle woningen in een wijk straks heel goed zijn geïsoleerd, kan het warmtenet van hoge temperatuur naar midden temperatuur, wat duurzamer is. Maar als we nu alles tegelijkertijd willen doen, dan wordt elke opgave nog complexer. Want we kunnen niet én de bronnen verduurzamen én het net verduurzamen én de woningen verduurzamen. Toch willen we die processen meer bij elkaar brengen. De vraag is in hoeverre we hierin slagen. Zodra we dat met elkaar in de proeftuin ontdekt hebben, kunnen we die werkwijze overal toepassen.”
Verschillende belangen
Makkelijk zal dat niet worden, want Odijk zit met veel verschillende partijen om tafel die verschillende belangen hebben. “Neem bijvoorbeeld de corporaties. Zij hebben een meerjaren onderhoudsbegroting en willen hun geld het liefst zo efficiënt mogelijk uitgeven. Bij voorkeur op een natuurlijk moment, wanneer woningen aan renovatie toe zijn. Maar ook hebben we te maken met netbeheerder Stedin die in de wijk verouderde gasleidingen moet vervangen, uiterlijk in 2023. Stedin zit op een collectief spoor: als zij hun planning moeten afstemmen op een natuurlijk moment voor de corporaties kost dat daar geld. Want voor een netbeheerder is het juist niet efficiënt om de leidingen stukje bij beetje te vervangen, de ene week hier en de andere week daar. Zij willen hun werk het liefst in één keer doen. Voor corporaties zou dat echter betekenen dat zij al die natuurlijke momenten naar voren moeten halen. Als gemeente zijn we regiehouder. Ons doel is vooral om met alle partijen in gesprek te blijven om een oplossing vinden. Dat is wel de zoektocht die we hebben in de wijk.”
Met bewoners in gesprek
Ook participatie en draagvlak van bewoners zijn belangrijke aandachtspunten in de proeftuin. Daarom werd een klankbordgroep opgericht. Daarnaast zijn er twee buurtinitiatieven, met een totale achterban van 150 tot 200 huishoudens. Zowel bij de klankbordgroep als de buurtinitiatieven zijn vooral eigenaren van een koopwoning vertegenwoordigd. “De mensen met koopwoningen zijn van nature wat meer geïnteresseerd, omdat zij zich zorgen maken over investeringen die zij moeten doen. Huurders leunen veel meer achterover omdat de corporatie betaalt. Maar we willen wel weten van die huurders wat zij belangrijk vinden. Want meer dan 60 procent van de wijk bestaat uit sociale huurwoningen. We hebben daarom de Energiedialoog opgezet, waarbij we heel bewust gezocht hebben naar een goede afspiegeling van de wijk. We hebben nu een groep van ongeveer vijftien mensen. Huurders, woningbezitters, ondernemers en met verschillende etnische achtergronden.”