Is de bouw klaar voor de isolatiegolf?

Artikel delen

Het Regeerakkoord en Nationaal Isolatieprogramma beloven een tsunami aan isolatie de komende tien jaar. Vooral in de bestaande bouw ligt een grote uitdaging om woningen geschikt te maken voor de energietransitie. Door de overgang naar lage temperatuurverwarmingssystemen is een goed geïsoleerde gebouwschil nodig om de binnentemperatuur in de wintermaanden in een woning comfortabel te houden. BouwTotaal gaat in meerdere artikelen in op de uitdaging die er ligt voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Dit doen we in samenwerking met de Vereniging van Erkende Na-Isolatiebedrijven in Nederland (VENIN).

Tekst: ing. Frank de Groot, Beeld: VENIN

In Nederland zijn 2,7 miljoen woningen slecht geïsoleerd en met het huidige isolatietempo duurt het tot 2100 voor alle huizen in ons land goed geïsoleerd zijn. De al bestaande op de individuele woningeigenaar gerichte regelingen blijken voor veel bewoners een te hoge drempel om te isoleren. Bovendien zijn deze regelingen vooral interessant voor mensen die de isolatiemaatregelen kunnen betalen. Je krijgt de subsidie namelijk pas achteraf, als de factuur betaald is. Om meer mensen te verleiden om hun woning beter te isoleren is op 12 november 2021 door toenmalig minister Ollongren (BZK) het Nationaal Isolatieprogramma gepresenteerd. Er is onder meer 514 miljoen euro beschikbaar voor financiële stimulering van woningeigenaren om woningen beter te isoleren.

Het coalitieakkoord 2021-2025 (regeerakkoord) van VVD, D66, CDA en ChristenUnie noemt het Nationaal Isolatieprogramma als basis om woningen tot ten minste 2030, sneller, slimmer en socialer te isoleren. Met normering en positieve prikkels moet bevorderd worden dat verhuurders huurwoningen met slechte isolatie verduurzamen. Woningen met slechte isolatie mogen op termijn niet meer worden verhuurd. Tevens worden de hybride warmtepomp en duurzame warmtenetten gestimuleerd. De ambities voor het terugdringen van de CO2-uitstoot zijn dan ook fors: zo wil Nederland koploper in Europa zijn bij het tegengaan van de opwarming van de aarde. Om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn, wordt het doel voor 2030 in de Klimaatwet (uitgewerkt in Klimaatakkoord) aangescherpt van 49% tot tenminste 55% CO2-reductie. Om dit doel ook zeker te halen, wordt het beleid zelfs gericht op circa 60% CO2-reductie in 2030 en vervolgens een reductie van 70% in 2035 en 80% in 2040.

Achtergrond

Aanleiding voor het Nationaal Isolatieprogramma was een motie op 17 september 2020 van Gert-Jan Segers, toentertijd Kamerlid ChristenUnie en Jesse Klaver, Kamerlid GroenLinks. De motie had betrekking op beraadslaging in de Tweede Kamer dat isolatie een no-regretmaatregel (maatregel waar je geen spijt van krijgt, red.) is in de energietransitie, die bovendien goed is voor het comfort van woningen en het milieu en een lagere energierekening oplevert. Segers en Klaver constateren in de motie dat de bestaande regelingen, zoals de regeling subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH), onnodig hoge eisen stellen (aantal isolatiemaatregelen, de omvang ervan, de isolatiewaarde) en daardoor niet toegankelijk zijn voor de goedwillende burger. ‘Overwegende dat de overheid onnodige drempels voor isolatie zo veel mogelijk dient te voorkomen en het juist makkelijk moet maken, zodat zo veel mogelijk mensen mee kunnen doen; verzoeken wij de regering, een nationaal isolatieprogramma te ontwerpen, dat laagdrempelig toegankelijk is, waarbij de overheid proactief optreedt en mensen ontzorgt,…’

Uitvoering

Zijn het Regeerakkoord en Nationaal Isolatieprogramma aanleiding geweest tot het ophangen van slingers in de burelen van VENIN? “Natuurlijk zijn we tevreden met de plannen. We zijn vorig jaar naar aanleiding van de motie Segers en Klaver door het ministerie BZK uitgenodigd om aan te schuiven bij de uitwerking, samen met andere maatschappelijke partners. Roepen is echter mooi, maar hoe voeren we het uit? Je kunt het isolatieprogramma wel verdriedubbelen, maar waar halen we de benodigde handjes vandaan?”, reageert Piet-Jan Dijkstra, voorzitter VENIN. “Isolatiebedrijven vissen in dezelfde vijver als bouw- en installatiebedrijven die zelf ook isolatiewerkzaamheden uitvoeren. Daarnaast zijn er extra handjes nodig voor de andere maatregelen in de energietransitie. Je kunt dus wel veel geld reserveren voor stimuleringsregelingen, maar daar heb je niets aan als je niet voldoende vakmensen hebt.”

Piet-Jan waarschuwt ook voor schommelingen in het werkaanbod: “In het verleden hadden isolatiebedrijven te maken met pieken en dalen. De piek trad op na openstelling van een stimuleringsregeling en we gingen het dal in nadat de subsidiepot weer op was. Daar kun je geen mensen voor aannemen en opleiden. Het Nationaal Isolatieprogramma biedt kansen voor de lange termijn, maar is ook politiek getint. Hoe zien de ambities eruit in een volgend kabinet? Aan de andere kant liggen er nu ook harde afspraken over de CO2-uitstoot. En de Klimaatzaak van Urgenda in 2019 heeft ook aangetoond dat de overheid plichten heeft die nagekomen moeten worden.”

Waarom veel isoleren?

We gaan nog even terug naar de basis. Waarom is goed isoleren zo belangrijk? Piet-Jan legt uit: “In het Klimaatakkoord staat de ambitie om wijk voor wijk aan de slag te gaan met de transformatie van zeven miljoen huizen en één miljoen gebouwen in goed geïsoleerde woningen en gebouwen. Deze verwarmen we niet meer met aardgas, maar met duurzame warmte, waarin we schone elektriciteit gebruiken of zelfs zelf opwekken. Ook het gebruik van groen gas is een optie. Van het aardgas af, betekent echter meestal overstap naar duurzame technieken, zoals warmtepompen en warmtenetten (restwarmte) in combinatie met lage temperatuur verwarming. Maar juist die technieken vragen een goede schilisolatie, omdat gebouwen daarbij verwarmd worden met lagere temperaturen, zoals bij vloerverwarming. Een goede schilisolatie is al belangrijk, maar wordt nog veel belangrijker!”

Feitelijk blijft volgens de VENIN-voorzitter de trias energetica leidend: “Dat wil zeggen: beperk eerst de energievraag en gebruik vervolgens de energie die nog nodig is uit hernieuwbare duurzame bronnen. Als er toch nog eindige – fossiele – energiebronnen nodig zijn: gebruik die dan zo efficiënt mogelijk. Simpel gezegd: eerst isoleren, dan pas kijken naar actieve maatregelen voor koeling en verwarming. De BENG-eisen zijn hier ook op gebaseerd.

Aanvullend isoleren van de bestaande bouw is dus belangrijk. Maar volgens Piet-Jan wordt circa een kwart van de slecht geïsoleerde woningen bewoond door mensen die niet zelf de benodigde isolatiemaatregelen kunnen betalen of er geen zeggenschap over hebben als huurder: “Door de fors stijgende energiekosten wordt deze groep zelfs groter. Voor veel gezinnen gaat er steeds meer geld naar energie, in plaats van eten en kleding. Daarnaast zijn er veel ouderen die hun tijd wel uitzitten en geen geld willen uitgeven aan extra isolatie. Daarom is de verhoging van de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) voor eigenaar-bewoners en de Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) voor VvE’s zo belangrijk: die is sinds 1 januari 2022 van 20% naar 30% gegaan. Daarnaast is door het verlagen van de Verhuurderheffing geld bij woningbouwcorporaties beschikbaar voor het aanvullend isoleren van woningen.”

Slim isoleren

Om de enorme isolatievraag aan te kunnen is slim isoleren noodzakelijk. Maar wat is slim isoleren? Piet-Jan legt uit: “Er zijn verschillende opties om met hetzelfde aantal mensen en materieel efficiënter te isoleren. Nu rijdt isolatiebedrijf A van Zwolle naar Utrecht, vervolgens naar Nijmegen en daarna weer terug. Isolatiebedrijven B en C rijden eveneens grote afstanden van project naar project. Is het dan niet veel handiger dat isolatiebedrijf A alle projecten in Zwolle doet, isolatiebedrijf B in Utrecht en isolatiebedrijf C in Nijmegen? De markt is nu teveel aanbod gestuurd. Wellicht kun je dan ook projecten die dicht bij elkaar liggen koppelen? Maar dan moet je landelijk wel de typen woningen in kaart brengen en woningbeheerders gericht benaderen om samen met hun de isolatie-opgave zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Dat levert besparingen op voor zowel de opdrachtgever als het isolatiebedrijf. Daar ligt best wel een forse uitdaging, want niet alleen het type woning bepaalt de isolatievraag, maar ook het type bewoner. Een jong stel met jonge kinderen wil vooral energiekosten besparen. Maar senioren gaan vooral voor comfortverbetering. Wat dat betreft kijken we nog teveel naar de techniek en te weinig naar de mensen die er wonen. Pas doordat nu de energiekosten zo stijgen willen veel bewoners ineens extra isolatie. Ze merken ineens dat ze in de portemonnee worden geraakt.”

Piet-Jan besluit: “Resumerend is dus de grootste uitdaging van onze achterban voor de komende jaren het opschalen van de capaciteit in de uitvoering. Quick wins zijn het onderzoeken of we de bestaande capaciteit efficiënter kunnen inzetten en het (versneld) opleiden van zij-instromers en werkzoekenden. Belangrijk daarbij is om de benodigde activiteiten met betrekking tot de verduurzaming van Nederland te bundelen in een nieuwe MBO-opleiding. Hierin worden studenten opgeleid voor functies binnen de verduurzaming; adviseurs, inspecteurs en monteurs voor na-isolatie en duurzame installaties.”

Nationaal Isolatieprogramma

Wat behelst het Nationaal Isolatieprogramma in grote lijnen? Er is 514 miljoen euro beschikbaar voor financiële stimulering van woningeigenaren om woningen beter te isoleren. Om meer eigenaar-bewoners en VvE’s te stimuleren om isolatiemaatregelen te nemen, zijn per 1 januari 2022 de subsidiebedragen van de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) voor eigenaar-bewoners en de Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) voor VvE’s verhoogt van 20% naar 30%.

Middelen voor verhuurders

Ook in de huursector is verdergaande isolatie noodzakelijk. Het Nationaal Isolatieprogramma sluit daarom aan bij de Regeling Vermindering Verhuurderheffing Verduurzaming (RVV-V). Vanaf 2023 is structureel 104 miljoen euro beschikbaar voor de RVV-V. Vanuit het Nationaal Isolatieprogramma wordt in totaal 100 miljoen beschikbaar gesteld voor de huursector.

Daarnaast wordt de Verhuurderheffing (belasting over waarde woningbezit voor alle verhuurders die meer dan vijftig sociale huurwoningen bezitten) in 2022 met 831 miljoen verlaagd. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de Verhuurderheffing in 2023 helemaal wordt afgeschaft. De eerste verlaging zorgt in potentie bij corporaties voor extra investeringsruimte van 8,6 miljard euro tot 2035. Dit extra geld wordt geïnvesteerd in woningbouw, verduurzaming van slecht geïsoleerde sociale huurwoningen en woningverbetering. Afspraak van het Kabinet met Aedes is dat er na 2028 geen corporatiewoningen meer zijn met een slecht energielabel E, F of G  (uitgezonderd monumentale en te slopen woningen). Dat betekent dat ongeveer 250.000 woningen verduurzaamd worden. Als een woning na 2028 toch nog zo’n label heeft, krijgt de bewoner korting op de huur.

Bovenop de middelen voor het Nationaal Isolatieprogramma is nog 150 miljoen euro beschikbaar aan gemeenten om energiearmoede bij kwetsbare huishoudens tegen te gaan. Er wordt met gemeenten bekeken hoe kwetsbare huishoudens, met een relatief laag inkomen en een slecht geïsoleerde woning of een hoge energierekening, aanvullend ondersteund kunnen worden bij het nemen van verschillende energiebesparende maatregelen.