Bouw maakt zich op voor minder 2024

Artikel delen

De bouw gaat in 2024 een jaar tegemoet van krimp. Door minder activiteit bij woningbouwers, architectenbureaus en in de hout- en bouwmaterialenindustrie neemt het volume in de sector naar verwachting af met 2,5 procent. Andere subsectoren binnen de bouw blijven groeien: zo profiteren installatiebedrijven en ingenieursbureaus van opdrachten gerelateerd aan de energietransitie en klimaatuitdagingen. In 2025 ontstaat weer ruimte voor groei. Dat blijkt uit de Sectorprognose Bouw die ABN AMRO op 16 november publiceerde.

Hijskraan

Foto: KOMO

Een waslijst aan uitdagingen speelt de bouw momenteel parten. Door de gestegen rente zijn investeringen door overheid, bedrijven en particulieren in 2023 teruggevallen. Daardoor worden minder projecten opgestart, wat zijn weerslag heeft op de bouwactiviteit in de komende jaren. Tel daarbij op de stroperige vergunningverlening, een blijvend tekort aan bouwlocaties en bouwkosten die nog steeds op een hoog niveau liggen en alle ingrediënten voor een krimp in 2024 zijn aanwezig.

De factor rente speelt een belangrijke rol. ABN AMRO verwacht dat de Europese Centrale Bank (ECB) voorlopig geen verhogingen meer doorvoert, waardoor een onzekerheidsfactor wordt weggenomen. In de loop van 2024 ontstaat zelfs ruimte voor renteverlagingen. Dit betekent goed nieuws voor investeringen in bouwprojecten. In de tweede helft van 2025 zal de activiteit in de bouw hierdoor weer iets kunnen groeien.

Sectorprognoses bouw

Volumeontwikkeling (%; j-o-j) 2023 2024 2025
Bouw -1 -2,5 +0,5
Woningbouw -4 -7 -2
Utiliteitsbouw -2 -3,5 -1
GWW +1 -2 +1
Installatiebedrijven +6,5 +2 +3
Architectenbureaus -6 -4 +1
Ingenieursbureaus +7 +5 +6
Groothandel bouw -3 -3,5 0
Hout- en bouwmaterialenindustrie -9 -5 +2

Bron: ABN AMRO

Daling woningbouw

De krimp in de woningbouw is het gevolg van een inzakkende vraag naar nieuwbouwwoningen in de koopmarkt. Door de snel gestegen rente is de animo bij particulieren voor een nieuwe woning tijdelijk ingezakt. Nu de lonen weer gestegen zijn en de werkgelegenheid op een hoog niveau blijft, trekt de vraag naar woningen weliswaar weer aan, maar de voorkeur gaat uit naar de aantrekkelijker geprijsde bestaande woningen. De hoge grondprijzen en bouwkosten zorgen ervoor dat nieuwbouwwoningen momenteel een duurdere optie zijn. Bovendien raakt de gestegen rente de voorfinanciering van ontwikkelaars en beleggers die in woningen investeren om te verhuren. Hierdoor komen minder nieuwe projecten voor huurwoningen van de grond.

De afname in woningnieuwbouw wordt gedempt door de uitgaven van woningcorporaties. Zij blijven doorinvesteren en nemen een actievere rol. Het betreft met name woningen voor de huurmarkt. Door de moeilijke marktomstandigheden worden er gemiddeld wel kleinere woningen gebouwd. Dat betekent minder eensgezinswoningen en meer appartementen. Bij elkaar zorgen de genoemde uitdagingen voor een krimp in de woningbouw in de komende jaren, van 4 procent in 2023, 7 procent in 2024 en 2 procent in 2025.

Grafiek CBS

Overige ontwikkelingen

De hoge rente maakt ook investeringen in bedrijfsgebouwen onaantrekkelijk. Bedrijven die wel willen investeren lopen daarnaast steeds vaker tegen de grenzen van het elektriciteitsnet aan waardoor nieuwe gebouwen en aansluitingen moeilijk tot stand komen. Verder zorgen de hoge bouwkosten ervoor dat investeringsplannen eerder uitgesteld worden. Hierdoor krimpt in 2023 en 2024 de utiliteitsbouw met respectievelijk 2 en 3,5 procent. Door een verwachte daling in investeringen in 2024 zal ook in 2025 krimp plaatsvinden, van 1 procent.

De Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) heeft te maken met beperkingen door stikstofregelgeving en ontoereikende budgetten bij de overheid voor nieuwe projecten. De middelen gaan in plaats daarvan uit naar renovatie- en onderhoudsprojecten. Veel bruggen, tunnels, viaducten, sluizen en dijken zijn toe aan grootschalig onderhoud. De marktsector, goed voor circa 50 procent van het werk voor de GWW-markt, investeert verder volop in infrastructurele werken die de energietransitie ondersteunen. Dit levert groei op voor bijvoorbeeld grondverzetbedrijven gespecialiseerd in het leggen van buizen en kabels. Personeelstekorten worden in dit segment van de markt nog sterk gevoeld.

De uitstekende economische positie van de installatiebranche wordt in de komende jaren iets aangetast door een krimp van de woning- en utiliteitsbouw. Opdrachten gerelateerd aan nieuwbouw nemen hierdoor af. Daarnaast is de explosieve stijging van de vraag naar zonnepanelen sinds april 2023 omgeslagen naar een afname. Particulieren zijn onzeker over de mate waarin een investering in zonnepanelen zich terugverdient, gegeven de gedaalde energieprijzen en de beperkingen in teruglevering aan het elektriciteitsnet. Wel kan de sector profiteren van een toegenomen vraag naar warmtepompen.

Effecten bij handel

Doordat in 2023 betrekkelijk weinig nieuwe bouwprojecten van start zijn gegaan, is de omzet bij bouwgroothandels in het eerste half jaar afgenomen. Daarnaast wordt de bouwgroothandel geteisterd door kostenstijgingen. Doordat diverse ontwikkelaars meer risico nemen en soms al beginnen te bouwen als ze nog niet de vereiste 70 procent van de woningen binnen een project hebben verkocht, is de omzetdaling bij bouwgroothandels de afgelopen maanden niet verergerd. De moeilijke marktomstandigheden zorgen bij de bouwgroothandels voor een krimp van 3 procent in 2023 en een verdere krimp van 3,5 procent in 2024. In 2025 vindt naar verwachting een kantelpunt plaats.

Nu de vraag afneemt wordt de productie in de bouwmaterialenhandel afgeschaald. Die afschaling wordt versterkt doordat in de bouwgroothandel eerst uit voorraad wordt verkocht voordat er nieuwe orders worden gegeven aan producenten van bouwmaterialen. De productie daalde in het tweede kwartaal van 2023 met maar liefst 18 procent. Voor het hele jaar 2023 gaat ABN AMRO uit van 9 procent krimp van de hout- en bouwmaterialenindustrie. In 2024 zal de vraag nog laag zijn, met een krimp van 5 procent tot gevolg. Voor 2025 wordt 2 procent groei voorzien door een aantrekkende markt.

Sterk fundament

Het woningtekort, de grote renovatieopgave, zowel in de infrabouw als in de burgerlijke & utiliteitsbouw en de energietransitie bieden een sterk fundament onder de vraag naar bouwwerkzaamheden. De verwachting is daarom dat de aanstaande krimp niet in vergelijking staat met de langdurige krimp door de economische crisis na 2008. Er is bedrijven veel aan gelegen om zich te verzekeren van voldoende vakbekwaam personeel. De verwachting is namelijk dat de arbeidsmarkt structureel krap blijft, zeker als het gaat om technische beroepen. Bouwbedrijven dienen dus ook in tijden van krimp te blijven investeren in hun personeel om in een goede startpositie te staan zodra de markt weer aantrekt.

Een rustiger jaar 2024 kan een goede gelegenheid bieden om het bedrijf voor te bereiden op de nabije toekomst, waarin duurzaamheid, circulariteit en nieuwe technologie zoals AI, een nadrukkelijkere rol gaan spelen. Dit verbetert de toekomstbestendigheid van bedrijven in de sector als aantrekkelijke partner en werkgever.