Snel verdiend

Ondernemen
Artikel delen

Box 3: ‘dat is toch diefstal!’

Veel min of meer vermogende belastingplichtigen mopperen al jaren over de in hun ogen veel te hoge belastingheffing in Box 3. Eén daarvan is Arthur, een enigszins op leeftijd zijnde, risicomijdende man. Beleggen in aandelen en aanverwante volatiele producten is voor de ‘snelle jongens’, niet voor hem. Hij zet zijn vermogen liever op spaarrekeningen. Bij verschillende banken uiteraard, want je weet maar nooit.

Fiscaal

Het lage risico gaat, zeker de afgelopen jaren, natuurlijk gepaard met een zeer laag rendement. Zekerheid heeft nu eenmaal een prijs. Maar wat hem boos maakt is de overheid. Of beter gezegd, de door de overheid geheven belasting op zijn vermogen in Box 3. Die belasting is (veel) hoger dan zijn werkelijk behaalde rendement. “Dat mag toch niet, dat is diefstal!” Daarom is door Arthur, en vele anderen met hem, massaal bezwaar gemaakt wegens schending van hun eigendomsrecht. In de gerechtelijke procedure die volgde kwam op 14 juni 2019 de uitspraak. En … ze kregen gelijk!

Volgens de Hoge Raad is de heffing in Box 3 in 2013 en 2014 inderdaad een inbreuk op het recht van eigendom, omdat het in die die jaren gehanteerde forfaitaire rendement van 4% niet haalbaar is voor risicomijdende beleggingen. Maar … toch trekken Arthur en de zijnen aan het kortste eind. Want de Hoge Raad acht zichzelf tegelijkertijd niet bevoegd om het Box 3-systeem aan te passen. Die bevoegdheid is voorbehouden aan de wetgever. De bestreden aanslagen blijven dus toch in stand. De slag gewonnen, maar de oorlog verloren.

Op het eerste gezicht lijkt dit een vreemde uitspraak van de Hoge Raad. Maar wie langer over deze uitspraak nadenkt ziet wellicht de achtergrond daarvan. Ik probeer het uit te leggen. Lang geleden, toen ik net begon aan mijn studie rechten, werd mij verteld over de ‘Trias Politica’ van Montesquieu (een Franse filosoof die leefde van 1689-1755). Hij stelde dat, door de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht van elkaar te scheiden, wordt voorkomen dat één van deze machten de overhand kan krijgen. Deze ‘driemachtenleer’ is voor Thorbecke in 1848 de leidraad geweest toen hij de Nederlandse Grondwet schreef. Daarmee is het een zéér belangrijk fundament onder onze rechtsstaat. Lekker belangrijk, hoor ik u zeggen. En vooral theoretisch. Nou, dat ligt toch even anders. Het is namelijk precies de theorie op grond waarvan de Hoge Raad nu Arthur en zijn companen, ondanks hun gelijk, niet kon helpen. Want de rechter spreekt recht, maar maakt niet de wet.

Mr. Frank Kerkhof RB
Directeur & fiscalist
Alfa Accountants
fkerkhof@alfa.nl

BouwTotaal