Pleidooi woningbouwalliantie: investeer in woningbouw

Artikel delen

Nederland moet zich de coronacrisis uit investeren. De behoefte aan betaalbare, duurzame en comfortabele woningen is groot. Meer dan 330.000 woningen komen we tekort en de werkvoorraad is onvoldoende om dat tekort in de komende jaren in te lopen. De bouw van betaalbare woningen in duurzame woongebieden is daar bij uitstek het middel voor en biedt bovendien de kans belangrijke maatschappelijke doelstellingen te realiseren.

Een woningbouwalliantie bestaande uit G40, Vereniging van Grondbedrijven (VVG), VEH, Woonbond, Bouwend Nederland, Aedes, Vernieuwde Stad, NVM, BNA, NL-Ingenieurs, Techniek Nederland, NVTB, IVBN, NVB-Bouw, Aannemersfederatie Nederland Bouw en INFRA (AFNL), Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA) en NEPROM biedt hiervoor op donderdag 18 juni een pleidooi aan de woordvoerders Bouwen en Wonen van de Tweede Kamer aan.

Handen ineen voor forse impuls

Zoals beschreven in het pleidooi met de titel (pdf)  ‘De crisis uit investeren met toekomstbestendige woningbouw!’  wil de Woningbouwalliantie met het Rijk de handen ineenslaan en de woningbouw benutten om de Nederlandse economie en ons woon- en leefklimaat een forse impuls te geven. Door een forse investeringsimpuls in de woningbouw in combinatie met het in gereedheid brengen van een maatregelenpakket gericht op vraagondersteuning, kan de woningbouw in de komende jaren op een hoog niveau doorgaan, ook bij een eventuele afnemende investeringsbereidheid aan de kant van consumenten en ondernemers. Om het grote woningtekort in te lopen is het noodzakelijk om naar een jaarproductie van 90.000 woningen toe te gaan. Door dit op een duurzame, toekomstbestendige wijze te doen kan de woningbouw het instrument bij uitstek zijn om ons uit de economische crisis te investeren en tegelijkertijd bij te dragen aan het oplossen van andere grote maatschappelijke opgaven op het terrein van klimaat, energie en mobiliteit.

Vraagkant ondersteunen

De kans is groot dat ook de woningmarkt, met vertraging, geconfronteerd wordt met vraaguitval, zelfs bij een groot woningtekort. De woningbouwalliantie roept het Rijk op zich voor te bereiden op dat scenario door een maatregelenpakket in gereedheid te brengen gericht op vraagondersteuning. Mogelijke maatregelen zijn het ruimer beschikbaar stellen van startersleningen, het tijdelijk verhogen van de NHG-grens, het tijdelijk afschaffen van de overdrachtsbelasting en het verruimen van de tijdelijke aftrekbaarheid van dubbele hypotheeklasten. Dergelijke maatregelen maken het onder andere voor starters gemakkelijker de koopmarkt te betreden, waardoor doorstroming – ook naar de nieuwbouw – van onderop op gang wordt gehouden. Vraagondersteuning is echter alleen zinvol in situaties van vraagtuitval en mag niet leiden tot prijsopdrijving en het aangaan van onverantwoorde hypotheekschulden.
Daarnaast pleit de woningbouwalliantie er voor om een Nationaal Garantiefonds of een vergelijkbaar instrument in gereedheid te brengen, wat wordt ingezet bij vraaguitval. Een dergelijk fonds geeft een garantie af en financiert zo nodig een deel van de onverkochte woningen in een project, zodat de bouw toch kan starten. De garantie betreft koop- en huurwoningen in uitsluitend het goedkopere en middeldure marktsegment.

Kosten ruimschoots gecompenseerd

De kosten van dit investeringspakket worden ruimschoots gecompenseerd door besparingen op uitkeringen, grondopbrengsten en hogere belastinginkomsten. Het maatschappelijk rendement van anticyclisch investeren in de woningbouw is hoog: een groot aantal woningzoekenden kan in de komende jaren een betaalbaar onderdak worden geboden en de bouw van werkelijk toekomstbestendige, duurzame (woon)gebieden maakt een vliegende start. Groot maatschappelijk voordeel is ook dat ontwerp-, productie- en ontwikkelcapaciteit bij marktpartijen en lagere overheden in stand blijft en de woningproductie ook op langere termijn op niveau blijft.

De alliantie roept het Rijk op om de krachten te bundelen en dit investeringspakket tot een succes te maken.