Bouwmaterialenindustrie relatief gevoelig voor hogere gasprijs
De productie van verschillende bouwmaterialen, zoals cement, bakstenen en beton, is zeer energie-intensief en dus gevoelig voor de hoge energieprijzen van vooral gas. Niet alle bouwmaterialenbedrijven gebruiken echter dezelfde energiebron. Naast gas zijn ook elektriciteit en olie en (in mindere mate) kolen vaak gebruikte bronnen in Europa. De verhouding verschilt per land.
De Nederlandse bouwmaterialensector heeft de minst diverse energiemix. Bijna 75% van de gebruikte energie is gas. Hierdoor worden Nederlandse cement-, bakstenen en betonbedrijven het meest blootgesteld aan de volatiliteit van de gasprijzen. De bouwmaterialensector in andere landen heeft een meer gemengd energieverbruik. Belgische en Poolse beton-, cement- en baksteenbedrijven gebruiken gemiddeld de minste hoeveelheid gas. Ze zijn meer afhankelijk van olie en kolen.
Energie-intensiteit tussen leveranciers van bouwmaterialen verschilt
Niet alleen de hoeveelheid gas in de energiemix is van belang voor de gevoeligheid van energieprijzen, maar ook de energie-intensiteit is van belang. In België, Spanje en Polen is het energieverbruik in de bouwmaterialenindustrie relatief hoog. Nederlandse en Oostenrijkse bouwmaterialenbedrijven zijn het efficiëntst.
Een afweging tussen energie-intensiteit en energiemix
Sommige landen (bijvoorbeeld België en Polen) gebruiken minder olie en gas voor de productie van bouwmaterialen, maar verbruiken relatief veel energie. Ter vergelijking: Nederlandse bouwmaterialenfabrieken worden dus voornamelijk met gas verwarmd, maar zijn zeer energiezuinig in vergelijking met andere landen. Spaanse, en in mindere mate Franse, bouwmaterialenproducenten hebben het slechtste van twee werelden. Ze zijn voornamelijk afhankelijk van sterk in prijs gestegen energiebronnen en moeten veel van deze bronnen gebruiken omdat ze relatief energie-inefficiënt zijn.
Maurice van Sante
ING Research