Bouwfouten
Een ‘open’ riool
Door een gemeente is een bestaand pand verbouwd tot multifunctioneel centrum. Op de begane grond was hierbij te weinig ruimte over voor een toiletgroep, waardoor hiervoor de kelder werd benut. Een vuilwaterpomp, terugslagklep en drukbestendige leidingen verder voor de toiletgroep gerealiseerd. De afvoer van de toiletten en wastafels gaan onder natuurlijk verval naar de pomp. De pomp drukt het omhoog waar het via de aansluitleiding in het gemeenteriool verdwijnt. In de eerste zomer van gebruik blijkt het elke ochtend bij binnenkomst te stinken naar een ‘open’ riool. De zoektocht wordt gestart…
Tekst: Ing. Sjang den Ouden
Bureau voor Bouwpathologie BB
Als eerste krijgen schoonmakers de instructie om elke dag de toiletten extra te controleren of deze schoon zijn. Deze worden dagelijks goed schoon gemaakt en voorzien van verfrissers. Al snel wordt duidelijk dat de stank blijft terugkeren, voornamelijk ’s nachts. Bedacht wordt de ventilatie ’s nachts uit te zetten. In de ochtend blijkt de stank veel minder sterk en zich alleen te beperken tot de kelder en dan voornamelijk in enkele toiletten.
Er wordt gezocht naar lekkages in de riolering, maar die worden niet gevonden. Althans: er is geen schade zichtbaar, als gevolg daarvan. Voor het overige lijkt de riolering dicht en functioneel te zijn, voor zover deze zichtbaar is. Er wordt besloten het verdere onderzoek uit te besteden aan een bouwpatholoog.
Onderzoek
Bij aankomst in het pand is er geen ‘luchtje’ te ontdekken; in het hele pand niet. Na het doornemen van de geschiedenis van de stankklachten met de gebruikers wordt besloten te beginnen met het in kaart brengen het verloop van de riolering, voornamelijk in de kelder. Hierbij blijkt dat veel van de riolering achter voorzetwanden ligt end at die beperkt bereikbaar is. Er blijken ook tekeningen beschikbaar waarop tevens de plaats van de pomp met vermaler staat. Overal waar wordt gekeken en waar riolering zichtbaar en bereikbaar is blijkt geen stank, geen schade, geen opening, geen aftekening van lekkage en de pomp blijkt goed te functioneren. Er wordt ‘gesnuffeld’ ter plaatse van spoelknoppen, achter verlaagde plafonds en rond doorvoeren van ventilatieleidingen.
Als vervolg wordt gekozen voor een meting van het balansventilatiesysteem. Hieruit blijkt een forse disbalans. Er wordt veel meer lucht afgevoerd dan aangevoerd. Gezocht wordt naar openingen in de uitwendige scheidingsconstructie waar mogelijk rioollucht van buiten wordt aangezogen. Dit blijkt nergens het geval en de ontspanning mond uit op het dak van het twee bouwlagen hoge pand. Besloten wordt terug te keren als de stank zich voordoet.
Terugkomst bij stank
Bij aankomst vroeg in de ochtend worden de deuren als eerste geopend. De neus geeft aan dat de stank voornamelijk in de kelder aanwezig is en nauwelijks op de begane grond. In de kelder blijkt voornamelijk in drie toiletten stank te blijven ‘hangen’. Ter controle worden alle stank-/watersloten nagelopen in de kelder en deze blijken allemaal nog ruim voldoende gevuld te zijn.
Ter plaatse van de pomp en achter de voorzetwanden wordt nauwelijks een rioolgeur waargenomen. De stank lijkt achter de toiletpotten vandaan te komen in de drie toiletten. Besloten wordt de (hang)toiletpotten te demonteren.
Oorzaak
De verzamelleiding in de kelder, die onder natuurlijk verval is aangelegd, heeft een grote lengte. Hierdoor is een ontspanningsleiding natuurlijk noodzakelijk en ook aanwezig. De ontspanningsleiding van de kelder blijkt op de tweede verdieping te zijn gecombineerd met de ontspanningsleiding van de riolering op de begane grond en de eerste verdieping. Zo staat de ontspanning niet alleen in verbinding met de riolering in de kelder, maar ook met die van de rest van het pand.
Door de relatief grote disbalans in de ventilatie ontstaat voornamelijk in de nacht onderdruk in het pand door de lange tijd gesloten entree deuren. Overdag zijn deze namelijk vrijwel altijd open en wordt de druk met buiten vereffend.
Bij het demonteren van de toiletten blijkt dat de uitloop van de pot niet goed sluit in de manchet. Hierlangs wordt lucht aangezogen uit de riolering op het moment dat de onderdruk in het pand oploopt. Dit gebeurt in de situatie met de deuren dicht en de ventilatie ingeschakeld. Door de verbinding met de ontspanningsleiding van de rest van het pand is er ook een eindeloze bron van rioollucht beschikbaar die kan worden aangezogen via de kelder.
Conclusie en tip
Het onvoldoende luchtdicht zijn van een riolering kan tot stank leiden die mensen doet denken aan een ‘open’ riool. Misschien ook wel bijzonder dat deze stank door vrijwel iedereen meteen wordt herkend en herkenbaar wordt omschreven. Bij de meeste onderzoeken waar rioolstank als klacht wordt omschreven is de oorzaak ook het riool. Helaas toch ook weer niet altijd.
Herstel
De riolering is in hoogte lichtjes gecorrigeerd en de manchetten van de aansluiting zijn vervangen. Hierdoor is de aansluiting van de toiletpotten wel luchtdicht gebleken. De ventilatie is door de installateur opnieuw ingeregeld en beter in balans gebracht. De ontspanningsleiding is gecombineerd gelaten ondanks dat is geadviseerd beide afzonderlijke rioleringstelsels afzonderlijk te ontspannen. Het hiervoor nodige hak- en breekwerk werd als een te grote kostenpost gezien. Gelukkig bleek het probleem al opgelost na de andere aanpassingen.