Meer aandacht voor ‘Vallen van hoogte’

Artikel delen

De Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) heeft zich ten doel gesteld gezamenlijk meer aandacht te geven aan de TOP-5 veiligheidsrisico’s in de bouw. In de periode mei t/m september 2023 vroeg de GCVB extra aandacht voor het TOP-5 risico ‘Vallen van hoogte’. Opvallend is dat uit intern onderzoek naar de oorzaken van valongevallen bij de ondertekenaars van de GCVB blijkt dat 78% daarvan gebeurt op een hoogte onder de 2,5 meter!

Tekst: Frank de Groot

Illustratie vallen

Bron: GCVB.

Om ervoor te zorgen dat de veiligheidscultuur in de bouw en infra in brede zin verbetert, heeft een aantal toonaangevende bouwondernemingen en opdrachtgevers (bouw, weg-/water-/spoorinfra en installatietechniek) en adviesbureaus al in januari 2014 de handen ineengeslagen. Samen hebben zij de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) opgesteld. De initiatiefnemers hebben gezamenlijke uitgangspunten en kernwaarden op het gebied van veiligheid vastgelegd. De thema’s zijn: uniformering, ketensamenwerking, opleidingen en kennisdeling.

De GCVB geeft gezamenlijk meer aandacht aan de TOP-5 veiligheidsrisico’s in de bouw. Dit zijn: aanrijdgevaar, vallen van hoogte, elektrisering, hijsen en transport van bouwdelen en materialen en gevaarlijke stoffen (waaronder ook asbest, Chroom6 en fijnstof). Voor ieder risico wordt een set uniform toepasbare middelen ontwikkeld. Het uiteindelijke doel is het veiligheidsbewustzijn rond ieder risico te vergroten en het aantal (bijna) ongevallen en incidenten gezamenlijk te verkleinen.

In 2021 werd een campagne rond het eerste veiligheidsrisico ‘Aanrijdgevaar’ geïntroduceerd. In de periode mei t/m september 2023 vroeg de GCVB extra aandacht voor het tweede TOP-5 risico: ‘Vallen van hoogte.’ In dit artikel aandacht voor dit risico.

Veel valongevallen onder 2,5 meter

Uit intern onderzoek naar de oorzaken van valongevallen bij de ondertekenaars van de GCVB viel op dat 78% daarvan gebeurt op een hoogte onder de 2,5 meter! In bijna de helft van de valongevallen is sprake van het gebruik van ladders, opstapjes en ongelijke vloeren. Dat lijkt misschien niet zo ernstig, maar in 64% heeft dit wel verzuim tot gevolg. Want ook met een verzwikte enkel of gebroken pols kun je niet werken.

De aandacht ligt dus niet op vallen van grote hoogte, maar juist op valongevallen onder 2,5 meter. Om deze aandacht te ondersteunen zijn door GVBC  meerdere middelen ontwikkeld en beschikbaar gesteld ter ondersteuning. Deze staan op www.gc-veiligheid.nl/tools/vallen-van-hoogte.

Werken op een ladder

Uit intern onderzoek naar de oorzaken van valongevallen bij de ondertekenaars van de GCVB viel op dat 78% daarvan gebeurt op een hoogte onder de 2,5 meter! Foto: Frank de Groot.

Waar op letten?

Vallen van hoogte moet al de aandacht hebben bij de inrichting van de bouwplaats en het materiaal dat wordt ingekocht. Houd al bij het ontwerpen van de bouwplaats en het inkopen van materialen rekening met het valrisico. Wat kun je vooraf al doen om dit risico te beperken? Zijn er hekken geplaatst aan de open vloerranden en bij sparingen? Is de ondergrond stabiel? Worden de juiste (rol-)steigers gebruikt? Zijn de materialen voor jouw team veilig te gebruiken en bedoeld voor het werk dat jouw team zal verrichten?

Neem het risico op vallen van hoogte ook mee in de uitvoerings-RI&E en in de werkinstructies en zie toe op de uitvoering ervan. Check ook goed of de beheersmaatregelen op de bouwplaats worden uitgevoerd. Zorg ervoor dat de RI&E echt is afgestemd op het werk dat op dat moment gedaan moet worden en de specifieke risico’s. Besteed extra aandacht aan het werken op lagere hoogten!

Spreek elkaar aan

Elke situatie is anders. Overleg daarom met je collega’s op de bouwplaats. Vraag of zij nog ideeën of opmerkingen hebben met betrekking tot de veiligheidsmaatregelen. Besteed aandacht aan het risico van vallen van hoogte bij de Safety start of toolboxmeeting. Voer bij werken onder de 2,5 meter altijd een LMRA (Laatste Minuut Risico Analyse) uit. Pas de nodige maatregelen direct toe en overleg bij twijfel met de opdrachtgever over veiligere alternatieven.

Een belangrijk aspect in veiligheid is dat je elkaar kunt aanspreken als het niet veilig is. Hiervoor is een veilige werkomgeving belangrijk, en daar heeft iedereen zelf grote invloed op. Hoe doe je dat? Creëer een cultuur waarin mensen elkaar durven aan te spreken. Daag collega’s uit om dit ook daadwerkelijk te doen. Stimuleer het melden van (bijna-) ongevallen en laat zien dat je de meldingen kent en serieus neemt. Wees transparant over de afhandeling van de meldingen en laat zien wat er verbetert.

Stappenplan

Niet alleen de hoogte, maar ook het karakter van de werkzaamheden en de directe omgeving bepalen het aanwezige gevaar. De meeste ongevallen door vallen ontstaan door het verlies van evenwicht, onvoldoende beveiliging of het ontbreken daarvan en verkeerd gebruik van arbeidsmiddelen zoals een ladder of steiger. Valgevaar moet daarom worden voorkomen. De werkgever moet de werkplek beveiligen bij werkzaamheden waarbij er sprake is van valgevaar.

  1. De maatregelen moeten zo veel mogelijk het gevaar van vallen wegnemen.
  2. Als dat om technische reden niet kan moet de ‘Arbeidshygiënische Strategie’ worden gevolgd en moeten collectieve maatregelen worden genomen.
  3. Indien collectieve maatregelen onvoldoende bescherming bieden dan moeten individuele maatregelen worden toegepast.
  4. Wordt het valgevaar hiermee niet voldoende beheerst dan moeten PBM’s worden gebruikt. Het aanpakken van valgevaar wordt urgenter naarmate de gevolgen van een val ernstiger zijn.

Zie op deze pagina’s het volledige stappenplan. Kijk voor handige tools en links op www.vallenvanhoogte.nl.

Werken op ongelijke vloeren

In bijna de helft van de valongevallen is sprake van het gebruik van ladders, opstapjes en ongelijke vloeren. Foto: Frank de Groot.

Wat zegt de wet- en regelgeving?

Arbowet en Arbobesluit stellen onder meer regels ter voorkomen van vallen van hoogte. En dat zijn er behoorlijk wat. We zetten ze op een rij.

  • Arbowet, Artikel 3. In dit artikel krijgt de werkgever de opdracht om het werk en omstandigheden zodanig te organiseren dat schade voor de werknemers is uitgesloten. Werkzaamheden op hoogte mogen alleen worden uitgevoerd vanaf een veilige en ergonomisch verantwoorde steiger, stelling, bordes of werkvloer. Als dat niet mogelijk is, moet je het meest geschikte arbeidsmiddel kiezen om het werk zo veilig mogelijk te kunnen uitvoeren. Uit risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) zal moeten blijken wat het meest geschikte middel is in een bepaalde situatie.
  • Arbobesluit, Artikel 1.37. Deskundig toezicht. Bij werken op hoogte en de aanwezigheid van jeugdigen op de arbeidsplaats is deskundig toezicht noodzakelijk.
  • Arbobesluit, Artikel 3.15. Markering gevaarlijke plaatsen.
  • Arbobesluit, Artikel 3.16. Voorkomen valgevaar. Het Arbobesluit eist dat de werkgever maatregelen neemt om valgevaar te voorkomen. Er is in ieder geval sprake van valgevaar bij aanwezigheid van risicoverhogende omstandigheden, openingen in vloeren of als het gevaar bestaat om 2,5 meter of meer te vallen. Dit kan door middel van het aanbrengen van een veilige steiger, stelling of werkvloer of het aanbrengen van doelmatige hekwerken en leuningen. Als deze voorzieningen niet aangebracht kunnen worden omdat bijvoorbeeld het aanbrengen ervan te grote risico’s met zich meebrengt, mogen vangnetten of harnasgordels met lijnen worden gebruikt.
  • Arbobesluit, Artikel 3.28. Stabiliteit en stevigheid. Werkplekken zijn stabiel en voldoende stevig. Tijdens het gebruik wordt de stabiliteit en sterkte regelmatig gecontroleerd.
  • Arbobesluit, Artikel 7.23. Algemeen. Werkzaamheden op hoogte mogen alleen worden uitgevoerd vanaf een veilige en ergonomisch verantwoorde steiger, stelling, bordes of werkvloer. Als dat niet mogelijk is, moet je het meest geschikte arbeidsmiddel kiezen om het werk zo veilig mogelijk te kunnen uitvoeren. Het gebruik van de ladder als werkplek moet zoveel mogelijk beperkt worden tot situaties waarin het gebruik van een ander veiliger arbeidsmiddel niet gerechtvaardigd is in verband met het geringe risico en vanwege de korte gebruiksduur, of vanwege bestaande kenmerken van de locatie die de werkgever niet kan veranderen.
  • Arbobesluit, Artikel 7.23A. Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van ladders en trappen. Ladders en trappen worden zodanig geplaatst dat hun stabiliteit tijdens gebruik is gewaarborgd. Het wegglijden van de ladder wordt tegengegaan. Toegangsladders steken tenminste 1 meter boven het toegangsniveau uit.
  • Arbobesluit, Artikel 7.23B. Specifieke bepalingen betreffende steigers. Als de fabrikant / leverancier geen sterkte- of stabiliteitsberekening beschikbaar stelt, dan moet deze alsnog worden uitgevoerd, tenzij de steiger wordt opgebouwd volgens een algemeen erkende standaardconfiguratie.
    • Als bepaalde delen van de steiger niet gebruiksklaar zijn, dan worden deze gemarkeerd en afgebakend.
    • Steigers worden alleen opgebouwd, afgebroken of ingrijpend veranderd onder leiding van een bevoegd persoon en door werknemers die voor de beoogde werkzaamheden een specifieke opleiding hebben ontvangen.
  • Artikel 7.23C. Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van toegangs- en positioneringstechnieken met lijnen.
  • Artikel 7.23D. Specifieke bepalingen betreffende het gebruik van werkbakken. Dit artikel van het Arbobesluit geeft aan dat het alleen nog met hoge uitzondering toegestaan is om werkzaamheden te verrichten vanuit een werkbak of werkplatform die gehesen wordt door een kraan.
  • Artikel 7.34. Steigers. De veiligheid van de constructie van een steiger wordt regelmatig gecontroleerd door een ter zake deskundig persoon, in ieder geval vóór de ingebruikneming en verder na ieder wijziging in de constructie van de steiger, na een periode waarin de steiger niet is gebuikt, na abnormale weersomstandigheden en na iedere uitzonderlijke gebeurtenis.

Vallen van hoogte in cijfers

  • 78% van de val-ongevallen gebeurt lager dan 2,5 meter;
  • 33% van de valpartijen is van een ladder, trap of opstapje;
  • in 31% verloor de medewerker balans;
  • 22% van de val-ongevallen gebeurt boven de 2,5 meter;
  • 38% van de valpartijen boven de 2,5 meter gebeurt vanaf een steiger;
  • 31% valt van een dak, vloer of platform.

Bron: ondertekenaars GCVB.