Voorlopig nog geen ontslagen ondanks vertragingen in de bouw

Artikel delen

Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) voorziet een vermindering van de werkgelegenheid in de bouwsector, met een afname van 12.000 banen in de komende twee jaar. Dit valt samen met een aanzienlijk woningtekort in Nederland, wat desondanks resulteert in een aanzienlijke daling van de bouwproductie. Reflecterend op de financiële crisis van 2008, waarbij sommige bouwbedrijven besloten tot een snelle afbouw van personeel en daarvan profiteerden, rijst de vraag of een vergelijkbare strategie ook in de huidige context voordelig zou zijn.

Bron: ING

Hijskranen

Met ongeveer 500.000 voltijdbanen momenteel in de bouwsector, tegenover 396.000 in 2013 volgens het CBS, en een herstel van de sector na de crisis van 2008 waarin er meer dan 475.000 voltijdbanen waren, duurde het bijna een decennium voordat de bouw haar productie en werkgelegenheid naar pre-crisis niveaus terugbracht.

Er liggen drie kernoverwegingen voor bouwbedrijven om een snelle afbouw van personeel te heroverwegen: de verwachte krimpperiode is beduidend korter dan die volgend op de financiële crisis, de krimp wordt voornamelijk veroorzaakt door langere project- en proceduretijden in plaats van verminderde vraag, en het aanbod van arbeidskrachten blijft naar verwachting krap. Het EIB schat het werkgelegenheidsverval op slechts 2,5 procent.

Bouwondernemingen die kiezen voor het behouden van hun werknemers kunnen profiteren van de buffers die in voorgaande jaren zijn opgebouwd. Dit stelt hen in staat personeel te behouden, zelfs zonder onmiddellijke beschikbaarheid van werk. Wanneer de bouwproductie herleeft, zal er een sterke vraag zijn naar arbeidskrachten. Die bedrijven die nu besluiten te behouden in plaats van af te schalen, zullen klaarstaan om onmiddellijk te leveren en zullen een voorsprong hebben op de markt, in tegenstelling tot bedrijven die kiezen voor een inkrimping van hun personeelsbestand.