Hoe sluit u kozijnen luchtdicht aan?

Artikel delen

Zowel overheid als bewoners stellen steeds hogere eisen aan de energiezuinigheid en het comfort van woningen. Luchtdicht bouwen wordt steeds belangrijker, want via lekken kan lucht ongecontroleerd in en uit de woning stromen. Het gevolg: klachten over tocht, geluid, vocht én onnodig energieverlies. Houten, aluminium, kunststof en stalen kozijnen zijn doorbrekingen, en moeten dus afgedicht worden om een goede barrière te kunnen vormen. In dit artikel aandacht voor de vraag hoe u het luchtdicht aansluiten van kozijnen juist aanpakt.

Vooral woningen met luchtdichtheidsklasse 2 (goed) en 3 (uitstekend /Passiefhuisniveau) verdienen uw extra aandacht als het gaat om het kiezen en verwerken van luchtdichtingen. Zorg om te beginnen dat er goede werkinstructies aanwezig zijn, en dat er regelmatig controles worden uitgevoerd. Maak hierbij duidelijk onderscheid tussen:
•    luchtdichtheidsklasse 1 (basis luchtdichting);
•    luchtdichtheidsklasse 2 (goede luchtdichting);
•    en klasse 3 (uitstekende luchtdichting; Passiefhuisniveau).
Zorg voor een rondgaande (kader)dichting en gebruik nastelbare scharnieren en sluitplaten. Zorg er ook voor dat u draaiende delen nauwkeurig afhangt, en dat het sluitwerk licht knevelend is afgesteld. Zet de dichting rondom het kozijn door, ook in de hoeken.

Oplossingsrichtingen

1. Aansluiting van binnenspouwblad met spouwlat

Houten binnenspouwblad
Heeft u te maken met een houten binnenspouwblad? Pas dan prefab gemonteerde kozijnen toe.

Gelijmd binnenspouwblad
Bij een gelijmd binnenspouwblad is het gebruikelijk om het kozijn met montagehoeken te bevestigen (zie Figuur A). U dicht de aansluiting tussen spouwlat en binnenspouwblad dan met compressieband. Goede alternatieven hiervoor zijn pur-schuim, kit (met rugvulling) of afplakken van de naden.

Figuur A

Prefab betonnen binnenspouwblad
Voor de luchtdichting tussen een prefab betonnen binnenspouwblad en een spouwlat (Figuur B) kunt u gebruikmaken van pur-schuim, geïmpregneerd schuimband of een buisprofiel (geschikt voor prefabricage). Zorg ervoor dat u de afdichting rondom het kozijn doorzet (ook in de hoeken).

Figuur B

Algemeen
Voor luchtdichtheidsklasse 3 moet u de aansluiting tussen de spouwlat en het binnenspouwblad afplakken. Als alternatief kunt u kiezen voor een extra dichting aan de binnenzijde; bijvoorbeeld een aftimmering met band/kitvoeg.
Voor de aansluiting van het (stel)kozijn op het binnenspouwblad zult u over het algemeen moeten kiezen tussen een PUR-voeg, band of laminaatfolie (afplakken). Geadviseerd wordt om in ieder geval bij hogere gebouwen (gebouwen > 20 meter) voor ‘afplakken’ te kiezen. Dit geeft de meeste zekerheid voor wat betreft de water- en luchtdichtheid. Vaak is een combinatie van PUR-dichting (isoleren / opvullen van de stelruimte) en afplakken noodzakelijk.
Voor buitengevelisolatiesystemen geldt dat u aansluitingen luchtdicht moet afplakken. Dit geeft in dit geval de meeste zekerheid voor wat betreft wind- en waterdichtheid.

2. Aansluiting van een spouwlat met het kozijn
U kunt de luchtdichting tussen de spouwlat en het kozijn op diverse manieren realiseren:
•    verlijming van een vertande aansluiting (zie figuur C);
•    compressieband in een vertande aansluiting (zie figuur D).
Wanneer u de luchtdichting niet aan de binnenzijde kunt realiseren, moet u de aansluiting tussen spouwlat en kozijn lijmen. Dat is de meest gebruikelijke oplossing. Dat betekent dat u de spouwlatten op de stijlen lijmt, ook de spouwlat van de boven- en de onderdorpel. Zorg ervoor dat hier geen naden ontstaan. Let er ook op dat u de aansluiting van een horizontale spouwlat (of stelkozijn) met een verticale spouwlat (of stelkozijn) luchtdicht uitvoert.

Figuur C: SBR-detail 201.0.3.01. Verlijmen van een vertande aansluiting.

 

 

Figuur D: Aansluiting spouwlat op kozijn met vertande aansluiting en compressieband.

3. Aansluiting kozijn met draaiende delen
Het gebruik van een rondgaand kunststof of rubberen kaderprofiel (figuur E) verdient de voorkeur boven aluminium profielen; dit in verband met de kierdichting in de hoekaansluiting en een betere indrukbaarheid. Aluminium profielen komen nog veel voor in de bestaande bouw.

 

Figuur E: Rondgaand kunststof of rubberen kaderprofiel.

Gebruik nastelbare scharnieren en sluitplaten. Zorg ervoor dat draaiende delen nauwkeurig zijn afgehangen. Zie hiervoor onder andere de KVT (www.NBvT.nl).
De plaats, vorm en afmetingen van de dichtingsprofielen verschillen per soort kozijn. Zorg ervoor dat u het sluitwerk licht knevelend aanbrengt/afstelt. Kaderdichting in deuren is alleen mogelijk bij deuren met een dikte ≥ 54 mm.
Om luchtdichtheidsklasse 2 te realiseren hoeft u geen dubbele kierdichting toe te passen. Met een rondgaand kaderprofiel in combinatie met goed knevelend hang- en sluitwerk, realiseert u voldoende luchtdichting. Mogelijk is in verband met de vereiste geluidwering van de gevel wel een dubbele kierdichting noodzakelijk. Voor luchtdichtheidsklasse 3 is dubbele kierdichting sowieso een must.

4. Aansluiting van beglazing met kozijn
U kunt de naad tussen de beglazing en het kozijn dichten met ‘natte’ of ‘droge’ beglazing. Bij een natte (gekitte) beglazing zult u, mits u te werk gaat volgens de voorschriften, een goede luchtdichtheid realiseren. Let er dan vooral op dat de voeg schoon en droog is voordat de (overschilderbare) kitvoeg wordt aangebracht! Het is daarom ook noodzakelijk om de voeg direct na het plaatsen van het glas aan te brengen. Zie figuur F.

 

Figuur F: Kitvoeg aanbrengen direct na het plaatsen van het glas.

Wat betreft de beglazingskit moet u uitsluitend gebruikmaken van klasse 20 of 25. Klasse 20 heeft een vervormingsvermogen van 20 procent en klasse 25 van 25 procent. Bij beglazing met een beglazingsprofiel (droge beglazing) wordt de naad aan zowel de binnen- als buitenzijde (of alleen binnen) gedicht met celrubbers (schuimband) of (vol)rubbers (EPT-rubber of EPDM). Zie Figuur G. Let daarbij op het volgende:
•    Het buitenbeglazingsprofiel moet u rondom, zonder rek, aanbrengen, waarbij de stuik in de bovendorpel plaatsvindt (koud tegen elkaar).
•    Zorg dat de glaslat onder druk wordt aangebracht. De benodigde indrukking is afhankelijk van het toegepaste afdichtingsmateriaal.
•    Zorg dat ter plaatse van de hoekaansluitingen de profielen goed aansluiten.

 

 

Figuur G: Beglazingsprofiel.

Als beglazingsprofiel kunt u kiezen voor een lip- of een kroonprofiel. Meer hierover is te lezen in de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR) 3577 en de Europese norm NEN-EN 12488. Bij beglazing van binnenuit plaatst u de glaslatten aan de binnenkant. Om te voorkomen dat bij houten kozijnen, ramen en deuren water onder de glaslat naar binnen komt, hoort u een hieldichting aan te brengen (bron: NPR 3577).
•    Bij een plaatsingshoogte tot 10 meter moet u de hieldichting over de gehele lengte aan de onderzijde aanbrengen, en tot een hoogte van 200 mm in de stijlen.
•    Bij een plaatsingshoogte boven 10 meter moet u de hieldichting over de gehele lengte aan de onderzijde van de beglazing aanbrengen, en over de gehele lengte van de stijlen.
Bij openingen op grotere hoogten (en luchtdichtheidsklasse 3) is het raadzaam om de dichting helemaal rondom het glas aan te brengen. Voor inbraakwerendheid kunnen andere eisen gelden. Zie hiervoor de SKH-publicatie 98-08.

Infoblad 022 Luchtdichte aansluiting van kozijnen
Dit artikel is een bewerking van Infoblad 022 ‘Luchtdichte aansluiting van kozijnen’ van SBRCURnet. De Infobladen behandelen een groot aantal bouwtechnische onderwerpen in kort bestek. U kunt er direct mee aan de slag. Zoeken kan op onderwerp of trefwoord. Ga via de tab ‘Producten’ op www.sbrcurnet.nl naar Infobladen, of typ het rechtstreekse webadres in: http://www.sbrcurnet.nl/infobladen