Gebrekkige kennis brandveiligheid

Artikel delen

Het is droevig gesteld met de aandacht voor brandveiligheid in de Nederlandse bouw. Zowel bij ontwerpers als uitvoerders is de kennis ondermaats. Maar weinigen weten wat er bij een brand daadwerkelijk gebeurt en hoe de gevolgen beperkt kunnen worden. Lang niet iedereen beseft dat het voldoen aan het bouwbesluit geen veiligheidsgarantie is. Maar wie neemt het initiatief om het kennisniveau op te krikken? Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een platform in oprichting bestaande uit verschillende stakeholders. Het platform wil het probleem aan de kaak stellen om daarmee hopelijk deuren te openen naar verbetering van een explosieve situatie. U gaat er nog meer van horen, maar nu al vast een preview.

In mijn eigen opleiding aan de TU Eindhoven (nu 45 jaar geleden) werd er in het curriculum nauwelijks aandacht aan brandveiligheid besteed. De enige aandacht was binnen een college bouwfysica. Dat bestond uit een semester lang wekelijks twee uur college, waarvan slechts ergens op één ochtend (twee uur les) aandacht voor brand was. Het bestond uit een droge opsomming van begrippen en normen zodat we een beetje wisten wat het verschil was tussen brandvoortplanting en brandoverslag, maar het leefde totaal niet. Ikzelf raakte pas gemotiveerd toen er een officiële brandweerfilm circuleerde van een brand in een hoog flatgebouw in Sao Paulo. Daarbij zijn veel mensen omgekomen en de film liet zien dat de brand zich snel horizontaal uitbreidde over de verdiepingen, dat mensen naar het dak vluchtten en dat de brandweerladders onvoldoende lang waren. Je zag mensen van het dak springen in de ijdele hoop dat ze een brandweerladder konden grijpen. U snapt dat deze film een diepe indruk maakte. Voor mij een enorme motivatie om mij als toekomstig ontwerper wel al direct te verdiepen in het fenomeen brand. Vaker dacht ik, had onze Bouwfysica leermeester die film maar laten zien in plaats van een droge opsomming van regels, begrippen en normen te geven.

Agenda

Ik kom natuurlijk zelf ook uit het onderwijs, weet hoe het nu bij Bouwkunde in Eindhoven en Delft en ook op enkele HBO-instellingen zit? Ik vrees niet veel beter. Studenten die zich willen specialiseren hebben wat ankertjes, maar de gemiddelde architect of bouwer in spé krijgt er weinig van mee. Triest maar waar.

Incidenten als de brand in Volendam en vorig jaar Grenfell Tower in Londen doen ons even wakker schrikken. Hoe kon dit zo uit de hand lopen? Het onderwerp staat een tijdje op de agenda, maar zonder een bevredigend antwoord te hebben (het Grenfell onderzoek loopt nog) zakt het, nog voor we een soort lering hebben getrokken, al weer geleidelijk weg.

Vergrijzing

Natuurlijk denken we eerst aan het vermijden van slachtoffers, maar hoe zit het met minder zelfredzame mensen in de zorg of gewoon ouderen die in flats wonen. Die flats werden ooit gebouwd voor jonge gezinnen. Met de vergrijzing (de huurders van weleer zijn inmiddels opa en oma) is vluchten in een dergelijk gebouw inmiddels andere koek.

Met wat verstand van zaken hou je bovendien je hart vast bij het feit dat al die flats nu worden na-geïsoleerd. Met een bakstenen jas waren ze nog relatief veilig, maar na het inpakken kunnen die bij een verkeerde materiaalkeuze en detaillering plotseling zeer onveilig worden.

Economische schade

Het bouwbesluit richt zich op mensen en is niet echt ingericht op het voorkomen van dierenleed. Denk aan de regelmatige stalbranden. Of het verlies van culturele waarde bij een museumbrand zoals onlangs in Brazilië. En al helemaal niet op het reduceren van economische schade.
Heeft u bijvoorbeeld enig idee wat u als bedrijf boven het hoofd hangt bij een serieuze brand? “De verzekering dekt de schade”, denkt menigeen. Maar welke schade? Allereerst zal de verzekeraar onderzoeken of het gebouw wel voldeed aan de specificaties waarop de verzekering is gebaseerd. Zit die brandmuur er wel in en is die niet later doorboord voor het aanleggen van installaties? En is er wel voldaan aan de verzekeringsvoorwaarden zoals m.b.t. brandgevaarlijke buitenopslag? Dat kan de vergoeding al limiteren. En hoe zit het met productiemiddelen, machines, computers en voorraden. Die kunnen kapitaal technisch dan wel verzekerd zijn maar u moet een ander gebouw betrekken en machines hebben een levertijd. U moet klanten teleurstellen en die gaan niet op u wachten. U heeft dus derving, imagoschade maar ook marktverlies en uw personeel verwacht evengoed een salaris.

De praktijk leert dat ca. de helft van de bedrijven die met een serieuze brand worden geconfronteerd, binnen vijf jaar het loodje legt. Met alle financiële en emotionele schade van dien. Voor de ondernemer, maar ook voor het personeel en hun gezinnen. Goed verzekeren en reduceren van risico’s is daarmee dus ook een MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) onderwerp.

En het gaat wel ergens over: In de periode 2000-2016 waren er in Nederland gemiddeld 109 branden per jaar met een brandschade boven € 1.000.000,- (daarnaast nog eens ca. 14.000 branden met een schade onder € 1.000.000,-). De totale verzekerde schade van de 109 grote branden bedroeg gemiddeld € 467.000.000,- per jaar (bron NIVRE). Dat is orde grootte 60% van de totale schade door brand (; bron CBS StatLine).

4 keer hoger

En wat te denken van de maatschappelijke schade van een brand. Het asbest dat moet worden opgeruimd, de giftige rook die wordt verspreid, het bluswater dat de bodem vervuilt, het verkeer dat stagneert, de brandweer die moet uitrukken, et cetera. In brandveiligheidsland heerst de opvatting dat de echte schade 4 keer hoger is dan hetgeen waarvoor men is verzekerd. Je kunt denken dat betaalt de samenleving dan maar, maar dat zijn we allemaal samen. Een tamelijk asociale gedachte dus. Het IFV (Instituut Fysieke Veiligheid) publiceerde over deze materie onlangs een inzichtelijk rapport (Eikenaar et al., 2018).

Gebouw in brand

Het bouwbesluit is niet primair gericht op het reduceren van schade. Maar ook de persoonlijke veiligheid is met het bouwbesluit niet gegarandeerd. De brandweer rukt na een melding direct uit en denkt na enkele minuten een lokale brand in een gebouw aan te treffen. Een ruimte of woning in een woongebouw of een compartiment in een bedrijfsgebouw. Maar in Londen werkte de gevelconstructie met brandbare gevel- en isolatiematerialen als een lont en was de brand bij aankomst al compleet uit de hand gelopen. Geen brand in een gebouw, maar een gebouw in brand. Daarop zijn de middelen en aanvalsplannen helemaal niet toegerust. De brandweer handelt natuurlijk wel, maar het wordt zo al snel een paniek situatie. En inmiddels weten we dat dat ook in Nederland zou kunnen gebeuren.

Prullenbaktest

Het bouwbesluit zou gebruikers moeten beschermen, maar is zo lek als een mandje. Een gevelbrand meent men in Nederland te voorkomen door een totaal niet representatieve brandproef als bewijsvoering te accepteren. Ik bedoel de zogenaamde SBI test die is ontworpen om te onderzoeken wat er bij een in brand gerakende prullenbak in het interieur van ruimtes gebeurt met materialen (SBI staat voor Single Burning Item) en die nu dan plotseling een maat zou zijn voor een uitslaande brand om daarmee het gedrag van gevelconstructies te onderzoeken.
Maar ook fabrikanten die hun gevelmateriaal in combinatie met een onbrandbaar isolatiemateriaal ‘akkoord’ testen. En dat terwijl dit in de praktijk met niet brandbare isolatiematerialen wordt gerealiseerd en waarbij dit materiaal zich totaal anders kan gaan gedragen.
Een voorbeeld van de mismatch tussen het veiligheidsgevoel resp. vertrouwen bij gebruikers en de vaak onveilige realiteit.

Referenties:

  • Eikenaar, dr. T en drs. C. Tonnaer, eindredactie R. Hagen MPA (2018) De Maatschappelijke impact van branden” IFV, Arnhem 28 juni 2018
  • VIVRE
  • CBS Statline

Platform ‘De Economie van Brandveiligheid’

Het gaat om een nog groeiende groep van prominente stakeholders uit.

  • Onderzoek, onderwijs,
  • Leveranciers van brandveilige bouwproducten en -systemen,
  • Vastgoedeigenaren ,
  • Verzekeringswereld,
  • Brandweer,
  • Woonconsumenten.

Het platform presenteert zich op korte termijn naar buiten.


Jos Lichtenberg is oprichter en voorzitter van de Stichting Slimbouwen en is mede oprichter van Off Road Innovations en STIB.2030. Hij is em. Hoogleraar Bouwproductontwikkeling, Technische Universiteit Eindhoven en mede initiatiefnemer van het platform, onderwerp van dit artikel.

author avatar
Jos Lichtenberg
Jos Lichtenberg heeft 45 jaar ervaring in bouwinnovatie. In de industrie, als adviseur voor de industrie en bouwwereld , als em. Hoogleraar aan de TU/e destijds verantwoordelijk voor Building Technology en tevens voorzitter van de Stichting Economie van Brandveiligheid, als initiator van onder andere Slimbouwen en House of Tomorrow Today, als inspirator bij lezingen en cursussen en momenteel als medetrekker van Living Lab 040.