“BENG-eisen brengen Nederland verder weg van klimaatdoelstellingen”

Artikel delen

In 2015 presenteerde toenmalig minister voor Wonen Stef Blok de voorgenomen BENG-eisen. Met deze ambitieuze eisen moeten nieuwbouwwoningen in 2020 bijna energieneutraal worden gemaakt als opmaat naar een volledig CO₂-neutrale gebouwvoorraad in 2050. “Vier jaar later is er weinig meer van deze ambitie over en zijn de CO₂-doelstellingen verder weg dan ooit”, aldus de Nederlandse Isolatie Industrie (NII).

“Het huidige kabinet neemt zich voor om de zogeheten BENG-eisen (bijna energieneutrale gebouwen) aanzienlijk af te zwakken in vergelijking met de voorstellen die het kabinet Rutte-II in 2015 op dit punt deed. Dit leidt tot zeker drie problemen: hogere woonlasten voor consumenten, overbelasting van het elektriciteitsnet en geen CO₂-besparing”, aldus André Meester, bestuurslid van de Nederlandse Isolatie Industrie.
Waarom hogere woonlasten voor consumenten? “Sinds 1 juli 2018 worden nieuwbouwwoningen niet meer aangesloten op aardgas. Het belangrijkste alternatief voor de gasketel is een warmtepomp. Maar een warmtepomp presteert alleen degelijk in een goed geïsoleerde woning, waar de nu geadviseerde BENG-eisen niet voor zorgen. Hierdoor zijn zwaardere warmtepompen nodig, wat voor huurders en kopers leidt tot een verhoging van woonlasten tot wel € 750,- per jaar. Dit is namelijk het gevolg van de extra energiekosten, het mogelijk hogere aansluittarief voor elektriciteit en de hogere investeringskosten en onderhoudskosten voor het zwaardere verwarmingssysteem.”

Het net zit vol

Waarom een overbelasting van het elektriciteitsnet? Meester legt uit: “Uit onderzoek van adviesbureau Ecofys blijkt dat een massale inzet van warmtepompen leidt tot een extreme toename van de belasting van het elektriciteitsnet. Dit zal (grotendeels) gecompenseerd moeten worden door lokale energieproductie via zonnepanelen. Omdat de nieuwe BENG-eisen uit 2018 veel soepeler zijn dan de huidige bouwstandaard, zal er in de winter beduidend meer elektriciteit nodig zijn om de woning te verwarmen. Dit leidt tot overbelasting van het net en zorgt ervoor dat bewoners mogelijk in de kou komen te zitten. In de zomer daarentegen kan de overproductie van zonne-energie niet meer verwerkt worden door het net, omdat het aanbod hoger is dan de vraag.”

Meer CO2-uitstoot

Waarom geen CO₂-besparing? Meester: “BENG is slechts een tussenstap; het uiteindelijke doel is een CO₂-neutrale woningvoorraad in 2050. De basis hiervoor ligt in besparing op energiegebruik. Met de in 2015 aangekondigde aanscherping van de energie-eisen wordt 60 procent CO₂ bespaard op energie voor verwarming ten opzichte van de eisen in het huidige Bouwbesluit. Dit blijkt uit onafhankelijk onderzoek door adviesbureau Develop Inc. Echter, met de nu afgezwakte BENG-eisen gaan we juist meer CO₂ uitstoten. In theorie moet dit gecompenseerd worden door zonnepanelen. Maar in de praktijk kan deze extra energieopwekking maar moeizaam worden gesaldeerd en worden terug geleverd aan het energienet.”
De hiervoor genoemde drie problemen zijn volgens Meester niet alleen zeer ongewenst, maar ook nog eens geheel onnodig. Immers, indien minister Ollongren zou vasthouden aan de door het vorige kabinet gepresenteerde BENG-eisen, zou dit een betekenisvolle opmaat betekenen naar een volledig CO₂-neutrale gebouwvoorraad in 2050. Dat is een ontwikkeling die naadloos aansluit bij de beleidskeuze van het huidige kabinet voor vraagbeperking van de energie.

Vergelijking BENG-eisen 2015 met die van 2018. De BENG 1-eis stond in 2015 voor woningen op 25 kWh per m2 per jaar. Er is echter binnen de rekenmethodiek NTA 8800 besloten om het effect van ventilatiesystemen niet meer mee te laten tellen in de gebouwschil (BENG 1), maar dit over te hevelen naar BENG 2. In BENG 1 wordt nu gerekend met een vast ventilatiesysteem, het zogenaamde systeem C1. Als gevolg van deze methodische wijziging valt het resultaat van de BENG 1-berekening altijd (substantieel) hoger uit met NTA 8800 dan met NEN 7120. In deze grafiek is daar rekening mee gehouden door ook te rekenen met het vaste ventilatiesysteem C1 voor het resultaat van BENG 1: de voorgenomen BENG 1-eis 2015 is daardoor verhoogd van 25 naar 43 kWh per m2 per jaar. Dit effect is naderhand ook geverifieerd met de NTA 8800 Validatietool.

Reactie Stroomversnelling

Ook de brede coalitie van stakeholders, bestaande uit Stroomversnelling en partners (waaronder NII), ziet te veel nadelen in de rekenmethodiek: “In het concept ‘wijziging Bouwbesluit 2012 BENG 2020’ dat gepubliceerd is, heeft de Rijksoverheid een nieuwe rekenmethodiek opgenomen. De daarvan afgeleide eisen zijn lager dan gesteld in het beleid van 2015. Een groot deel van de nieuwbouwwoningen die aardgasvrij zijn, leveren nu al een betere energieprestatie dan de eis uit 2015. Waarom zou het zelfbenoemde ‘groenste kabinet ooit’ deze norm dan versoepelen?”

Stroomversnelling is een netwerk van partijen die samen werken aan NOM-projecten en noodzakelijke conditionering en innovatie. Het netwerk is teleurgesteld over het nieuwe voorstel de eisen te versoepelen in plaats van aan te scherpen. Ze vinden dat de nieuwe rekenmethodiek leidt tot een lagere bouwkwaliteit en minder duurzame woningen. Directeur van de Woonbond Paulus Jansen: “Ook de Woonbond is uiterst kritisch over het lager leggen van de BENG-lat voor nieuwbouw: woningen staan er voor 50-100 jaar, dan staat een kruideniershouding bij de bouw vaak garant voor hogere levensduurkosten. Die landen bij de gebruiker.”

Drie aanbevelingen

Stroomversnelling en de ondergetekende organisaties dragen de volgende aanbevelingen aan:

  1. De woonlasten van de bewoner staan centraal bij de kostenoptimalisatie en effectiviteitsberekening. De kosten van netverzwaring en de eventuele kosten van zwaardere woonhuisaansluitingen worden integraal meegenomen.
  2. De waarde voor het rendement van het centrale elektriciteitssysteem wordt bepaald op basis van de huidige praktijkwaardes voor het energiesysteem.
  3. De netto warmtevraag voor ruimteverwarming wordt toegevoegd aan de BENG-indicatoren en/of komt in de plaats van de indicator BENG 1.

Reactie BouwTotaal

Hoofdredacteur van BouwTotaal, Frank de Groot, deelt de zorgen van Stroomversnelling en NII, maar hecht er ook aan om enige uitleg te geven. Voor elke BENG-indicator geldt straks een eis die varieert voor ieder gebouwtype. In eerste instantie was er in 2015 op basis van het DGMR onderzoek ‘Resultaten verkennende studie voor eisen aan bijna-energieneutrale gebouwen’ bedacht dat het primair energiegebruik van nieuwe woningen niet hoger zou mogen zijn dan 25 kWh per m2 per jaar, het primair fossiel energiegebruik maximaal 25 kWh per m2 per jaar en het aandeel hernieuwbare energie minimaal 50%. Op basis van een kostenoptimaliteitsanalyse (KOS) die in opdracht van het Ministerie BZK is uitgevoerd zijn de eisen eind vorig jaar ogenschijnlijk aanzienlijk ‘verzwakt’. Het is echter niet mogelijk om de voorgenomen eisen uit 2015 één op één te vergelijken met de nieuwe voorgenomen eisen. De redenen daarvoor zijn:

  • De voorgenomen eisen in 2015 werden bepaald met NEN 7120 en niet met de nieuwe NTA 8800. Als gevolg van de grote methodische wijzigingen tussen deze twee normen kunnen de resultaten niet 1 op 1 met elkaar vergeleken worden.
  • De aanpassingen in NTA 8800 hebben ook gevolgen voor de te stellen BENG-eisen. Over het algemeen vallen de uitkomsten berekend met NTA 8800 iets hoger uit. Dat is in lijn met eerder veel gehoord commentaar dat de uitkomsten van EPC- en EI-berekeningen een te gunstig energiegebruik suggereerden ten opzichte van wat in de praktijk mogelijk was.
  • Er is geschoven tussen de BENG-indicatoren. Zo is besloten om het effect van ventilatiesystemen niet meer mee te laten tellen in de gebouwschil (BENG 1), maar dit over te hevelen naar BENG 2. Als gevolg van deze methodische wijziging valt het resultaat van de BENG 1 berekening altijd (substantieel) hoger uit met NTA 8800 dan met NEN 7120. Het is daardoor logisch dat de grenswaarde hoger uitvalt.
  • De voorgenomen eisen uit 2015 waren nog niet getoetst op kostenoptimaliteit, maar waren alleen beoordeeld op wat technisch haalbaar was. In de kostenoptimaliteitsstudie die in 2018 uitgevoerd is, is rekening gehouden met de huidige bouwkosten, en mede op basis daarvan zijn de voorgenomen eisen die horen bij NTA 8800 bepaald.
  • Sinds 1 juli 2018 is de wet Voortgang Energie Transitie (VET) van kracht. Daarin is geregeld dat aanvragen voor nieuwbouw zonder gasaansluiting moeten zijn. Dat heeft ook gevolgen voor de BENG-eisen. Er zal namelijk vaker worden gekozen voor warmtepompen, biomassa of stadsverwarmingsoplossingen, maar die zijn nu nog behoorlijk duur. Daarnaast hanteert de overheid bij het opstellen van energieprestatie-eisen het uitgangspunt dat de eisen met verschillende technieken gehaald moeten kunnen worden (techniekneutraliteit). Bij het vaststellen van de voorgenomen eisen is hier rekening mee gehouden. Om betaalbaarheid te garanderen, kunnen de BENG-eisen daardoor niet te scherp zijn.

De nieuwe voorgenomen BENG-eisen voor de belangrijkste functies zijn:

Gebouwfunctie Energiebehoefte kWh/m².jr* Primair fossiel energiegebruik kWh/m².jr Aandeel hernieuwbare energie %
Woongebouwen Als/Ag ≤ 2,2: 70

Als/Ag > 2,2: 70+50 x (Als/Ag – 2,2)

50 40
Woonfunctie niet in woongebouw Als/Ag ≤ 2,2: 70

Als/Ag > 2,2: 70+50 x (Als/Ag – 2,2)

30 50
Kantoor Als/Ag ≤ 2,2: 90

Als/Ag > 2,2: 90+50 x (Als/Ag – 2,2)

50 30
Onderwijs Als/Ag ≤ 2,2: 180

Als/Ag > 2,2: 180+50 x (Als/Ag – 2,2)

80 40
Zorg met bed 350

 

150 30
Winkel 90 60 30
Logies 110 130 40

*Als = verliesoppervlak (gevel, vloer en dak). Ag = Gebruiksoppervlak.

Tot 2 maart 2019 kon de markt reageren op het conceptbesluit van Bouwbesluit 2012 voor Bijna Energieneutrale Gebouwen – BENG. Het is dus mogelijk dat de waarden nog aangepast worden. Vanaf 1 januari 2020 moeten de BENG-eisen van kracht worden.

Reactie NII

André Meester, bestuurslid van de Nederlandse Isolatie Industrie, laat in een reactie weten dat het inderdaad lastig is om de voorgenomen BENG -eisen uit 2015 (NEN 7120) met de geadviseerde BENG-eisen in 2018 (NTA 8800) te vergelijken. Dat geldt echter niet voor de BENG-1 eis. “In beide rekenmethodieken worden immers de prestaties van de thermische schil berekend met NEN 1068:2012 Thermische isolatie van gebouwen – Rekenmethoden. Deze norm is overgenomen in NTA 8800. Om de BENG-1 eis 2015 vergelijkbaar te maken met de BENG-1 eis 2018 moet er wel gecorrigeerd worden voor het forfaitaire ventilatieverlies wat inmiddels in BENG-1 wordt meegerekend. Dit ventilatieverlies geeft voor de grote massa aan rijwoningen en appartementen een verhoging van de BENG-eis uit 2015 van 15-20 kWh/m2/jr. Berekeningen op basis van NTA 8800 Validatietool laten vergelijkbare uitkomsten zien. Deze BENG-1 eis zou dan gecorrigeerd maximaal 45 kWh/m2/jr mogen zijn. Dan blijkt alsnog dat de huidige 70 kWh/m2/jr een forse verzwakking van de eis is.”
Hij verwijst ook naar talrijke rekenvoorbeelden die NII zelf heeft laten maken maar, maar ook uit de voorbeelden van onder meer DGMR en Nieman waaruit blijkt dat voor de mainstream aan woningen (rijtjeshuizen en appartementen) met het huidige niveau van bouwen (EPC 0,4) gemakkelijk aan een eis van 45 kWh/m2/jr. voldaan kan worden. Voor meer dan 85% van de woningen is een eis van 70 kWh/m2/jr dus echt onzinnig en leidt tot een stap terug in energiebesparing en bouwkwaliteit. De vangneteisen uit het Bouwbesluit bieden hiervoor onvoldoende bescherming want bijvoorbeeld de U-waarden voor glas en de eisen voor luchtdichtheid zijn dermate laag, dat daar een stap terug gezet kan worden waardoor er alsnog veel energie door de schil verloren gaat.”
Eerder lieten we in BouwTotaal al zien dat uit berekeningen blijkt dat bijvoorbeeld toepassing van een bodemwarmtepomp bij veel woningen de toepassing van PV-panelen overbodig maakt, om aan de BENG-eisen te voldoen. Verder blijken de huidige Rc-waarden voor vloer, gevel en dak (Rc=3,5 – 4,5 – 6,0 m2K/W) dan voldoende om in combinatie met installatietechnische maatregelen te voldoen aan de BENG-eisen. “Daarmee gaan we volledig voorbij aan de trias energetica, die uitgaat van optimaliseren van thermische schil als eerste stap”, merkt Meester op.