Centrale Markthal – Amsterdam
De Centrale Markthal in Amsterdam wordt de komende jaren getransformeerd van een gesloten bastion naar een publiek toegankelijke hotspot. Kernthema’s als voedsel, productie, consumptie moeten hier op een innovatieve en duurzame manier worden samengebracht. Het omliggende gebied dient momenteel nog steeds voor bevoorrading van horeca, groothandel, supermarkten en winkels. In de komende jaren wordt het gebied van het Food Center Amsterdam getransformeerd naar het Marktkwartier: een samenspel tussen een nieuwe woonwijk en het vernieuwde Food Center, met de Centrale Markthal als dé centrale ontmoetingsplek: een ware ‘Hub voor food pioniers’.
Met de bouw van een groot marktterrein in het westen van Amsterdam wilde het stadsbestuur de voedselhandel centraliseren en reguleren. Het was één van de initiatieven van sociaal democratische wethouders Floor Wibaut en Salomon de Miranda om Amsterdam socialer en leefbaarder te maken. De Centrale Markthal in Amsterdam werd in 1932-1934 gebouwd als vervanging van de groente- en fruitmarkt in de Marnixstraat. Architect was Nicolaas Lansdorp (1885-1968), toenmalig hoofdarchitect bij de dienst Gebouwen van Publieke Werken in Amsterdam.
Het nieuwe 22 hectare grote terrein werd in 1934 geopend. De Centrale Markthal lag centraal op het nieuwe schiereiland, dat als voedselvoorziening voor de stad later ook wel bekend werd als ‘De Buik van Amsterdam’. Er waren insteekhaventjes voor aan- en afvoer over het water, treinsporen verbonden de Centrale Markthal met omliggende industrie en het Centraal Station en paardenwagens, auto’s en vrachtwagens kregen alle ruimte op het terrein.
De gemeentelijke ambitie is terug te zien aan de grandeur van het ontwerp, in de stijl van het Zakelijke Expressionisme. In de Centrale Markthal komen vorm, functie en schoonheid samen: de doelmatige opzet is gecombineerd met prachtige verhoudingen in symmetrie, uniformiteit, ritmiek en herhaling. Voor die tijd moderne materialen zoals prefab beton en staal zijn gecombineerd met traditioneel metselwerk en ambachtelijke vormgeving.
In 2014 maakte de hal na jaren van leegstand een glorieuze rentree, met een voorstelling van het Nederlands Dans Theater tijdens het Holland Festival. Naast culturele voorstellingen is er in dit industriële erfgoed volop ruimte voor initiatieven op het gebied van eten en drinken, zoals het Bacchus Wijnfestival en de Markt van 1001 Smaken.