BENG dwingt tot beter isoleren

Artikel delen

Het Regeerakkoord 2017-2021 spreekt zich duidelijk uit voor betere isoleren. En vanaf 1 januari 2020 moeten op bouwaanvragen voor alle nieuwe gebouwen de BENG-eisen van toepassing; ook dat zal leiden tot hogere isolatie-eisen. BENG staat voor Bijna Energie-Neutrale Gebouwen (BENG). De EPC verdwijnt dan naar de prullenbak. Maar ja: wat zijn dan die BENG-indicatoren – zoals ze officieel heten – waaraan straks bij nieuwbouw moet worden voldaan? Door partijen wordt hard gewerkt om de definitieve BENG-definities en de grenswaarden eind 2018 beschikbaar te maken. Tot die tijd is alles indicatief. Maar we kunnen u nu al wel een hoop uitleggen.

Tekst: Ing. Frank de Groot, i.s.m. ir. Harm Valk, partner en senior adviseur Nieman Groep

 

‘Verduurzaming van de bestaande woningvoorraad begint met vermindering van de warmtevraag door isolatie. Op de lange termijn kan dan in de resterende warmtebehoefte worden voorzien door warmtepompen, zonneboilers of door warmtenetten die gebruik maken van restwarmte of geothermie.’ Deze letterlijke passage in het Regeerakkoord 2017-2021 (Voor wie het wil nalezen: 2.3 Wonen, onder de tussenkop Verduurzaming van de gebouwde omgeving) laat geen ruimte voor twijfel. Bij nieuwbouw moeten we het gedachtengoed van de trias energetica volgen:

  • Beperk het energieverbruik door verspilling tegen te gaan; bijvoorbeeld een compacte gebouwvorm of door isolatie van gevels en daken.
  • Maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen, zoals wind-, water-, en zonne-energie; bijvoorbeeld door installatie van een zonneboiler of een zonnepaneel.
  • 1. Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen om in de resterende energiebehoefte te voorzien; bijvoorbeeld door gebruik te maken van een warmtepomp, lage temperatuurverwarming (vaak in de vorm van vloerverwarming) of het beperken van leidinglengten van verwarmings- en ventilatiesystemen.

Waarom BENG?

Uit het Energieakkoord en uit de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD), vloeit de verplichting voort dat op de bouwaanvragen voor alle nieuwe gebouwen die vanaf 1 januari 2020 worden ingediend, de BENG-eisen van toepassing zullen zijn.

De haalbaarheid van de betreffende eisen wordt getoetst via de kostenoptimaliteitsstudie, waarna de definitieve BENG-eisen in de loop van 2018 vastgesteld worden. Tevens komt dan de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie beschikbaar; NTA 8800. Hier kan de markt vanaf dat moment mee aan de slag. Overheidsgebouwen moeten overigens al vanaf 1 januari 2019 bijna energieneutraal zijn. Deze laatste nieuwe energieverbruikseisen gelden niet voor zeer kleine kantoorgebouwen met een vloeroppervlak kleiner dan 100 m2.

Nieuwe bepalingsmethode

Vanaf 1 januari 2020 gelden er dus nieuwe energieprestatie-eisen voor nieuwbouw. Na twintig jaar nemen we afscheid van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Daarvoor in de plaats komt een nieuwe bepalingsmethode die wordt vastgelegd in een Nederlands Technische Afspraak: NTA 8800. Er wordt bij de nieuwe bepalingsmethode afgestapt van de dimensieloze indicatoren EPC en EI. Er wordt overgegaan naar de indicator kWh/m2.y, conform de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD). Er wordt dan onder meer gekeken naar de energiebehoefte van een gebouw in kWh/m2 gebruiksoppervlakte, per jaar.

Drie indicatoren

In BENG wordt de energieprestatie van een gebouw uitgedrukt met drie indicatoren:

  • BENG 1. Energiebehoefte: de hoeveelheid energie die een gebouw nodig heeft voor verwarming en koeling, uitgedrukt in ‘thermische’ kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar. Deze indicator gaat over het beperken van de energievraag van het gebouw zelf. Aandachtspunten: stedenbouwkundig ontwerp, oriëntatie, compact ontwerp, schilisolatie, luchtdichtheid, zomernachtventilatie, ventilatiesysteem en zonwering.
  • BENG 2. Primair energiegebruik: de hoeveelheid fossiele brandstof in kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar die nodig is voor verwarming, koeling, warm water en installaties. Let op (1): het gaat om primaire energie, die onafhankelijk is van de energiedrager. Dus ook bij een warmtenet (afgerekend in GJ) wordt een primair energiegebruik berekend in kWh. Let op (2): BENG 2 is dus het totale primaire energieverbruik, minus de hoeveelheid hernieuwbare energie op, aan of nabij het gebouw (dat aandeel levert het % BENG 3). Energiezuinige maatregelen, zoals een warmtepomp, verlagen het primair fossiel energiegebruik. Aandachtspunten: efficiënte installaties, warmteafgifte op lage temperatuur, warmwater met korte leidingen en warmteterugwinning en toepassing van hernieuwbare energie (ook BENG 3).
  • BENG 3. Aandeel hernieuwbare energie: het percentage (in procenten) hernieuwbare energie van het totale energiegebruik.
    o Aandachtspunten: toepassing van PV, zonneboiler, bodemenergie, omgevingswarmte, biomassa en externe warmtelevering (mits hernieuwbaar).

Het belangrijkste verschil van BENG ten opzichte van EPC is de aparte eis aan de energiebehoefte van het gebouw zelf. Daardoor krijgt energiebesparing voorrang op energieopwekking. Bijvoorbeeld door goed te isoleren. Foto: Kingspan Unidek.

Voor elke indicator geldt straks een eis die varieert voor woningen, utiliteitsgebouwen, onderwijsgebouwen en gezondheidszorggebouwen. Op basis van het DGMR onderzoek ‘Resultaten verkennende studie voor eisen aan bijna-energieneutrale gebouwen’ is er een beeld ontstaan van het niveau van haalbare eisen die voor nieuwbouw gaat gelden (zie tabel). Deze eisen worden nu in de praktijk regelmatig gerealiseerd, maar zitten nog in de top van de markt. De eisen sluiten aan op de definitie van bijna energie-neutrale gebouwen, zoals beschreven in de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) en op het uitgangspunt van het Energieakkoord. Zo mag het primair energiegebruik van nieuwe woningen volgens de voorgenomen eisen (najaar 2018 worden de definitieve eisen verwacht) niet hoger zijn dan 25 kWh per m2 per jaar. Ter vergelijking: dit komt ongeveer overeen met een EPC van 0,2. Dat betekent dus ook dat de huidige Rc-waarden van voor vloer, gevel en dak niet meer toereikend zijn! Voor alle soorten gebouwen geldt verder dat minimaal 50 procent van het gebouwgebonden energiegebruik afkomstig moet zijn van duurzame bronnen.

Nadere uitleg indicatoren

Voor de duidelijkheid: BENG-indicatoren hebben alleen betrekking op gebouwgebonden energiestromen, inclusief tapwaterverwarming. De energie voor gebruiksgebonden zaken, zoals kantoorapparatuur en huishoudelijke apparaten, wordt buiten beschouwing gelaten! In de EPC valt de post ‘verlichting’ trouwens nog wel onder het gebouwgebonden energiegebruik. In BENG wordt verlichting echter tot het huishoudelijk energiegebruik gerekend.

Het ‘primair fossiel energiegebruik’ is een optelsom van het primair energiegebruik voor verwarming, koeling, warmtapwaterbereiding, ventilatoren en hulpenergie. Voor zowel woningen en utiliteitsgebouwen geldt dat, als er PV-panelen aanwezig zijn, de opgewekte energie van het primair energiegebruik wordt afgetrokken. Bij primair fossiel energiegebruik worden de systeemverliezen (zoals leidingverliezen bij verwarming), hulpenergie (zoals pompen) en het rendement van de opwekkers (zoals de CV-ketel) meegenomen. Bij energiebehoefte is dat niet het geval. Als eenheid van energie wordt kWh gebruikt. Dat geldt ook voor de hoeveelheid energie in de vorm van fossiele brandstof. Het gaat echter niet om de kilowatturen die op een elektriciteitsmeter worden geteld:

  • 1 kWh is evenveel als 3,6 MJ.
  • 1 m3 aardgas heeft een primaire energie-inhoud van circa 9,8 kWh.
  • 1 m3 aardgas levert na omzetting in een elektriciteitscentrale 3,8 kWh elektriciteit, op basis van rendement elektriciteitscentrale 39%.

Eerst besparen, dan opwekken

Het belangrijkste verschil van BENG ten opzichte van EPC is de aparte eis aan de energiebehoefte van het gebouw zelf. Daardoor krijgt energiebesparing voorrang op energieopwekking, terwijl dit binnen de EPC uitwisselbaar is. Maar energie die je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken. Hiermee wordt het principe van de trias energetica gevolgd. Dat betekent dus meer aandacht voor onder meer goed isoleren, luchtdicht bouwen en zongericht bouwen.

Analyses van recente plannen voor nieuwbouwwoningen laten zien dat BENG 1 (terugdringen van de energiebehoefte) het meest kritisch is ten opzichte van de gebruikelijk manier van werken. Het is ‘anders denken en anders ontwerpen’. Maar wie al werkt volgens bijvoorbeeld Passief Bouwen of Active House is er al aan gewend. Dan is BENG 1 geen enkel probleem meer.

Een ander belangrijk verschil is de minimumeis aan het aandeel hernieuwbare energie, waar binnen de EPC ook geen sprake van is. De hernieuwbare bron is wel vrij in te vullen; met zonnecollectoren en zonnepanelen, wind, waterkracht of biomassa. Ook de opbrengst van een warmtepomp voor verwarming en warm tapwater – minus gebruik van fossiele energie – telt als hernieuwbare energie.

Bronnen:
LenteAkkoord, www.lente-akkoord.nl
Wettelijke eisen – BENG, www.rvo.nl
Groot, de, ing. Frank, ‘Van EPC naar BENG-indicatoren’, EnergieGids nr. 4 2017
Energieprestatie Gebouwen, www.gebouwenergieprestatie.nl
Kamerbrief over energiezuinige nieuwbouw per 2020 (BENG), Rijkosverheid.nl
Regeerakkoord 2017-2021