Luchtdichtheid ramen en deuren
Het terugdringen van luchtlekkages is essentieel voor de verlaging van het energieverbruik en verbetering van het comfort van de werk en leefomgeving. Voor nieuwbouw worden de eisen aan de luchtdoorlatendheid (qv10-waarde) van de gevel, en daarmee ook deuren en kozijnen, als gevolg van de nieuwe regelgeving voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG) en ZEN aanzienlijk zwaarder.
Afgelopen jaren is er met het verder verlagen van de EPC veel aandacht voor een betere thermische isolatie en efficiency van installaties. De luchtdoorlatendheid uitgedrukt in de ‘qv10-waarde’ wordt nog steeds maar zeer beperkt meegenomen in de gebouw berekeningen en vormt nog vaak een sluitpost. Veelal wordt nog gerekend met forfaitaire qv10-waarden die vele malen slechter zijn dan door de GND-fabrikanten ontwikkelde en gevoerde oplossingen. De invloed van qv10 is de laatste jaren door het reduceren van het toelaatbare energieverbruik steeds groter geworden en maakt een belangrijk deel uit van het totaal. Het is dan ook belangrijk om de fabrikantwaarden te gaan gebruiken in plaats van de traditionele waarden.
De luchtdoorlatendheid wordt, na beproeving conform NEN-EN 1026 ‘Ramen en deuren – Luchtdoorlatendheid – Beproevingsmethode’, per m1 naad en m2 oppervlak grafisch weergegeven. Hiermee kan de geteste combinatie van deur en kozijn geclassificeerd worden volgens klasse 1, 2, 3 of 4 van NEN-EN 12207 ‘Ramen en deuren – Luchtdoorlatendheid – Classificatie’. Deze classificatie en de werkelijk gehaalde waarden zijn terug te vinden in het KOMO attest van de betreffende deurfabrikant.
De toegepaste deurdikte en zijn profilering, de kozijnprofilering, de kaderdichting, het slot, en de onderdorpel bepalen gezamenlijk de luchtdoorlatendheid van de deurset. In de bouwvoorbereiding en uitvoering is aandacht voor toepassing van deze complete combinatie dan ook essentieel.
Renovatie
Bij de grootste bouwopgave, het renoveren en toekomstbestendig maken van de bestaande gebouwen, is luchtdichtbouwen moeilijker omdat je met bestaande kozijnconstructies met deels verouderde detailleringen te maken hebt. Het Bouwbesluitniveau is hier de absolute ondergrens die gehanteerd moet worden bij het vervangen van deuren. Concreet komt het er op neer dat minimaal een 54 mm dikke deur met geïntegreerd tochtkader toegepast moet worden. Hiermee wordt naast het terugdringen van het energieverbruik een flinke verbetering van de inbraakveiligheid en het wooncomfort bereikt.
Bron: GND garantiedeuren, www.gnd.nl