(Buitengewoon) duur lenen bij uw BV
De Belastingdienst kijkt al jaren met argusogen naar de vele DGA’s die immense bedragen lenen van hun BV. Is die enorme lening eigenlijk een verkapte dividenduitkering? Maar dan zonder de daarbij behorende belastingheffing in Box 2? Af en toe gaat de Belastingdienst hierover de strijd aan met de DGA. Als het ontvangen geld door de DGA is geconsumeerd en de intentie om de lening af te lossen in feite ontbreekt, is dat, eerlijk is eerlijk, terecht.
Maar kennelijk bieden de huidige regels de Belastingdienst toch te weinig mogelijkheden voor deze aanpak en/of kost het de Belastingdienst domweg te veel tijd. Hoe dan ook vindt onze wetgever dat er nieuwe en vooral veel strengere regels moeten komen om deze leningen succesvoller aan te vallen. Vandaar het concept-wetsvoorstel ‘excessief lenen van de eigen BV’. Excessief is meer dan € 500.000. Deze wet zou in 2022 moeten ingaan. Veel DGA’s worden in dat geval frontaal geraakt. Het probleem is vooral dat het wetsvoorstel een enorme ‘overkill’ bevat. Zo worden ook leningen die op volstrekt zakelijke grondslagen bij de BV zijn aangegaan getroffen. Zelfs leningen die al jarenlang bestaan ontspringen niet de dans.
In de praktijk levert dat grote problemen op. Want wat kunnen de getroffen DGA’s (nu nog) doen? Lukt het hen te herfinancieren bij een bank? Moeten zij hun bezit te gelde maken om de lening af te lossen of, nog erger, de belasting te betalen? En dit is niet het enige probleem. De belasting over het excessieve deel van de lening heeft daarnaast het karakter van een ‘strafheffing’. Je zou verwachten dat de heffing later, als daadwerkelijk dividend wordt uitgekeerd, wordt verrekend. Maar de wetgever denkt daar helaas anders over. Is er dan helemaal geen verrekening mogelijk? Dat niet, maar deze is wel erg beperkt (alleen de belastingheffing over het in 2022 vastgestelde excessieve deel van de lening is verrekenbaar en dan slechts bij de vervreemding van de aandelen).
Hierdoor lijkt deze belastingheffing in veel gevallen in feite niets anders te zijn dan een buitengewoon forse boete op het lenen van meer dan € 500.000 van de eigen BV. Toegegeven, de in de praktijk veel voorkomende ‘eigenwoningschuld’ bij de eigen BV wordt onder voorwaarden van deze ‘strafheffing’ uitgezonderd. Maar dan nog blijven er veel DGA’s over die onevenredig hard worden geraakt. Opmerkelijk is ook dat de aangevallen lening ondertussen volledig blijft bestaan. Daarover moet dus nog steeds rente worden vergoed en deze moet dus nog steeds worden afgelost. En als de lening later alsnog wordt afgelost, wordt de belasting niet teruggegeven. Snapt u het nog? Gezien de forse en vooral zeer goed onderbouwde kritiek vanuit de praktijk zou je verwachten dat het wetsvoorstel nog ingrijpend wordt aangepast. In de wandelgangen hoor ik echter dat er bij de wetgever (vooralsnog) weinig speelruimte is. Maar zolang er niets vaststaat, is er hoop op voortschrijdend inzicht.
Mr Frank Kerkhof RB
Alfa Accountants en Adviseurs te Bennekom