“Gebruik van natuurlijke bouwmaterialen komt steeds meer in trek”

Artikel delen

“Werken met kalkhennep en strobalen is eenvoudiger. Daardoor hoef je bijvoorbeeld niet aan de slag met een spouw.” strobalen

Door Harmen Weijer

Bio-ecologische aannemer Mark Witte van Eigensinn voert samen met zijn broer Bas Witte van het bedrijf Eigenheym veel opdrachten uit waar met natuurlijke bouwmaterialen wordt gewerkt.

Bio-ecologisch vakman, wat moet ik me daarbij voorstellen?

“Dat betekent dat ik bouw met materialen uit de natuur die geen of slechts een minimale bewerking hebben ondergaan. Denk hierbij aan leem, kalk, en plantaardige vezels zoals hennep. Je zou kunnen zeggen dat de natuur mijn bouwleverancier is. De essentie van bio-ecologisch (ver-)bouwen is dat je materialen gebruikt die een minimale milieu-impact hebben en bijdragen aan een gezond binnenklimaat. De basis is eigenlijk heel simpel: als constructie wordt houtskelet gebruikt en de muren, zowel binnen als buiten, bouw je op met bijvoorbeeld strobalen. Het simpele hiervan is dat je bouwt met materialen die direct ook je isolatiematerialen zijn. Daardoor hoef je bijvoorbeeld niet aan de slag met een spouw. Dat vereenvoudigt het bouwen zeker.”

Wat is het grootste misverstand dat heerst als deze manier van bouwen wordt vergeleken met wat wij in Nederland gewend zijn?
“Dat is vooral toch de brandveiligheid. Velen denken dat bouwen met natuurlijke materialen als hennep en stro de brandveiligheid niet ten goede komt. Maar niets is minder waar. kalkhennep bestaat uit gemalen scheven van de bast van de hennepplant, die helemaal gemixt worden met kalk, zodat die elke vezel omhult. Hierdoor wordt het volledig onbrandbaar. Datzelfde geldt ook voor strobalen. Doordat de balen onder een bepaalde dichtheid geperst worden en omdat de toevoer van zuurstof langs beide kanten wordt afgesloten door een dikke laag kalk- of leemstuc, voldoen strobalenhuizen aan alle veiligheidseisen van het Bouwbesluit. Uit testen blijkt ook dat huizen met een staalconstructie bij een brand instorten, terwijl het strobalenhuis blijft staan.”

Toch is deze manier van bouwen en renoveren helemaal niet zo gebruikelijk in Nederland. Hoe komt dat?

“Dat heeft onder meer te maken met dat er in Nederland onder particulieren niet een bouwcultuur bestaat. Daarmee bedoel ik dat aannemers in Nederland vaak in opdracht van projectontwikkelaars bouwen, terwijl het in ons omringende landen als Duitsland en België veel normaler is dat men in ieder geval één keer in hun leven zelf een huis bouwt. Dan kijk je toch sneller naar andere manieren van bouwen en renoveren. De bouwsector is tamelijk behoudend in mijn opinie. Met beproefde concepten is meer geld te verdienen. En onwetendheid speelt ook een belangrijke rol; lang niet iedereen – vakman en particulier – is op de hoogte van deze bouwwijze. “

Zit dat vastgebakken in onze methode of verandert dat toch wel langzamerhand?

“Ik zie langzaam maar zeker een verschuiving, bij particulier én aannemer. Ik werk regelmatig in opdracht van aannemers, die steeds vaker te maken krijgen met vragen over damp-open isolatie. Dan kom je als vanzelfsprekend uit bij leem en kalk als afwerkingsmateriaal, want dat zijn eigenlijk de enige stucopties die voldoende damp-open zijn. En bij één van mijn projecten waarvoor ik door een klant was ingehuurd voor de natuurlijke afwerking van de badkamer, gingen de ogen open van deze aannemer, en nu is hij helemaal om. Hij is zich gaan verdiepen in deze manier van bouwen, en heeft kennis uit het buitenland opgehaald. Hij is inmiddels bezig met hun derde kalk-hennep huis.”
“Het is ook niet zo gek, want het werken met natuurlijke materialen voelt ook veel beter aan dan werken met isolatiematerialen als glas- en steenwol. Alleen met kalk moet je wel oppassen in verband met brandwonden. Maar Voor de bewoner levert het een huis op met een gezond binnenklimaat, want deze materialen zijn – zoals eerder gezegd – extreem damp-open. Daardoor krijg je een natuurlijke luchtverversing door je wanden zonder dat het comfortverlies oplevert. En ze houden vocht beter vast zonder dat je isolatiewaarden dalen en dat zorgt voor een stabielere luchtvochtigheid in huis. Daardoor heb je veel minder kans op koudebruggen en condensatie. Zeker bij renovaties van monumenten zijn dit soort materialen uitgelezen producten om mee te werken.”

En zorgt deze verschuiving er ook voor dat steeds meer vakmensen kiezen voor deze manier van werken?

“Ik merk dat ik steeds vaker aanvragen krijg om bij mij stage te lopen. En ik weet via mijn contacten in Eindhoven dat bijvoorbeeld op de TU/e steeds meer aandacht is voor deze manier van bouwen. Maar goed beschouwd kunnen we ook eigenlijk niet anders dan naar een manier van bouwen toe die gezondere huizen oplevert en daarbij het milieu veel minder belast.”