Hoe krijg ik begane grondvloer luchtdicht?

Artikel delen

Om te voorkomen dat vochtige lucht uit de kruipruimte het woonklimaat nadelig beïnvloedt, is de eis voor de luchtdichtheid van de begane grondvloer in het Bouwbesluit fors hoger dan voor andere constructiedelen. Opleggingen, kruipluiken, kanaalplaatvloeren, meterkastvloeren en aansluitingen van funderingen zijn daarbij aandachtspunten. BouwTotaal kijkt samen met Celdex naar de maatregelen om tot een luchtdichte begane grondvloer te komen.

Tekst: ing. Frank de Groot

Luchtdicht bouwen wordt steeds minder een vrijblijvende sport van ‘groene’ aannemers, ontwerpers of opdrachtgevers. Het Bouwbesluit stelt nu nog de eis dat een gebouw niet meer dan 200 dm3/s bij 10 Pascal mag ‘lekken’ op een andere manier dan door de daarvoor aangebrachte ventilatieopeningen. Bij bedrijfs- en utiliteitsgebouwen geldt dit per 500 m3 gebouwvolume. Hierbij is 10 Pascal het luchtdrukverschil tussen binnen en buiten. Deze prestatie-eis in het Bouwbesluit is echter niet erg hoog. Feitelijk mag er nog steeds een grote hoeveelheid lucht ontsnappen. Met de opkomst van energieneutraal bouwen en vanaf 1 januari 2021 de BENG-eisen, wordt een goede luchtdichtheid steeds belangrijker. In de BENG-berekening wordt namelijk ook een waarde voor de luchtdichtheid opgegeven. De BENG-eis is bijna altijd lager en dus strenger dan de Bouwbesluit-eis. Met de komst van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in 2022 zal er bij oplevering ook strenger worden gecontroleerd op de luchtdichtheid, zoals met een blowerdoortest.

Oplegging vloeren. De kruipruimte afsluiten van de binnenruimte is mogelijk door de vloer rondom op de fundering af te dichten met Celdex Vilt & Seal. Vilt & Seal is de bijzondere combinatie van een oplegvilt en een luchtdichting in één. Deze afdichting bestaat uit enkelzijdig klevend duurzaam en drukverdelend oplegvilt, gecombineerd met een zeer fijn semi-geslotencellig Pre-Seal schuimband met uitstekende luchtdichtende eigenschappen. Het product is speciaal ontwikkeld als oplegging en duurzame luchtdichting van vloernaden.

Kanaalplaatvloeren. Kanaalplaatvloeren moeten afgedicht worden met Celdex Airseal Vulblokken. Deze vulblokken zijn op maat gesneden geprofileerde afdichtingsmaterialen bestaande uit zeer fijn semi-geslotencellig polyurethaanschuim, dubbelzijdig voorzien van een waterdichte toplaag van TPU. De vulblokken zijn geluiddempend, verhogen de isolatiewaarde van de vloeren en laten vloerverwarming en isolatielagen optimaal functioneren. Tevens bieden ze bescherming tegen vocht en ongedierte. De Airseal Vulblokken zijn 650 Pa luchtdicht getest en behalen Klasse 4 binnen de luchtdichtheidsklasse van gevelelementen (SHR-rapport 12.0107-1).

Meterkast. De Celdex Airseal Meterkast Manchet is een speciaal ontwikkeld manchet dat gemakkelijk te monteren is onder de kunststof meterkastplaat. Het voorbewerkte patroon voor alle doorvoergaten geeft uitgebreid de mogelijkheid om additionele leidingen door te voeren zonder dat dit ten koste gaat van de luchtdichtheid. Door de manchet overmaats uit te voeren is er rekening gehouden met afwijkende vloersparingen die buiten de oppervlakte van de kunststof meterkastplaat uitkomen.

Strengere eisen

De eis aan de luchtdichtheid is gebaseerd op het voorkomen van energieverlies door luchtstromen. De prestatie van het gebouw kan worden aangetoond middels metingen volgens NEN 2686 of NEN 13829. Steeds vaker wordt door opdrachtgevers de hogere eis gesteld van NEN 3660/3661. Dit betekent een maximaal luchtverlies van 2,5 dm3/s.m voor kieren en sluitnaden van ramen en deuren en 0,14 dm3/s.m voor overige naden bij een toetsingsdruk van 650 Pa.
Bij bepaling van de energieprestatie wordt de luchtdichtheidswaarde per m2 gebruiksoppervlak ingevoerd. Hierbij moet de waarde per m2 vermenigvuldigd worden met het aantal m2 gebruiksoppervlak en mag niet boven qv;10 max. komen om te voldoen. Een waarde qv;10 tussen 0,3 en 0,6 dm3/s.m2 (klasse 2) komt bijvoorbeeld overeen met energiezuinig bouwen en een waarde qv;10 < 0,15 dm3/s.m2 (klasse 3) wordt gehanteerd bij passief bouwen of bijvoorbeeld energieneutraal bouwen.
Voor vochtwering in gebouwen gaat het Bouwbesluit in de NEN 2690 ‘Luchtdoorlatendheid van gebouwen – Meetmethode voor de specifieke luchtvolumestroom tussen kruipruimte en woning’ (art. 26) nog verder. Om te voorkomen dat vochtige lucht uit de kruipruimte het woonklimaat nadelig beïnvloedt is de eis van luchtdichtheid van de begane grondvloer 0,02 dm3/s.m2 bij 1 Pascal en 0,08 dm3/s.m2 bij 10 Pascal. Dit is fors lager dan de Passiefhuis-eis (qv;10 < 0,15 dm3/s.m2). In de praktijk betekent dit dat een begane grondvloer van 50 m2 niet meer dan 7 cm2 aan luchtopeningen mag hebben. Kruipluiken, kanaalplaatvloeren, riool- en waterafvoerleidingen en aansluitingen van funderingen zijn daarbij de kritische plekken.

Kruipluik. Door de geventileerde kruipruimte functioneren kruipluiken verre van optimaal. Luchtlekkages bij de aansluiting van het vloerluik in de vloer en slecht functionerende isolatie zorgen voor een koude trek in de entree/woonruimte. Om te voldoen aan het Bouwbesluit moet het kruipluik van een goed functionerende afdichting worden voorzien. De Celdex PE 035 of Airseal Kruipluikdichting is een op maat gemaakte, isolerende en flexibele afdichtingsplaat. Het product is voor elk type vloer beschikbaar. De kruipluikdichting wordt tussen de randen van de vloer geplaatst en creëert een stilstaande luchtlaag onder elk type kruipluik. Toepassing van de kruipluikdichting optimaliseert de isolerende functie en voorkomt luchtlekkage en radon vanuit de kruipruimte.

Vloerdoorvoeren. Vloerdoorvoeren kunnen afgedicht worden met op maat gemaakte Celdex PE 035 of Airseal Manchetten. De manchetten dichten elke afmeting vloerdoorvoer luchtdicht af.