Nieuwe bouwopgave vraagt om Bouwhubs en emissieloos transport
Er moeten jaarlijks tussen de 70.000 en 100.000 woningen worden bijgebouwd om de huidige tekorten op te vangen, de groeiende vervangingsvraag te beantwoorden en, niet de minste opgave, invulling te geven aan het Klimaatakkoord. Daarbij speelt de discussie: in het groen of in de stad? Bij die laatste optie wordt emissieloos bouwtransport een belangrijke factor, evenals de Bouwhub, één van de oplossingen voor de gevreesde ‘last mile’.
Wanneer we onze steden gaan verdichten vergt dat een slimme manier van bouwen, eentje die rekening houdt met de nieuwe eisen op gebied van milieu en klimaat. Dan kom je al snel bij emissieloos bouwtransport, maar hoe realiseer je dat? Er zijn meerdere wegen naar het moderne ‘Rome’ en één daarvan is de keuze voor transportmiddelen die ter plekke geen nadelige emissies hebben. Denk aan elektrische vervoer of via waterstof aangedreven voertuigen. Allebei zijn ze flink in opkomst, maar we staan nog maar aan het begin van deze (r)evolutie. Verderop en in de kaderteksten leest u meer daarover.
Een andere optie is gemakkelijker te realiseren en bij VolkerWessels bijvoorbeeld zijn ze er al een tijdje uit. Bij deze bekende bouwonderneming zorgen de voordelen van een Bouwhub inmiddels voor een nieuwe logistieke standaard. Logisch wanneer je één en ander op een rijtje zet: minder ritten naar de bouwplaats, minder transportkosten, minder uitstoot van CO2 en stikstof én ook nog eens een snellere bouwtijd. Wie wil dat nou niet? Toch kan de Bouwhub nog wel een duwtje in de rug gebruiken, want landelijk gezien gaat het nog niet erg hard. Maar dat kan snel veranderen.
Handig tussenstation
De essentie van een Bouwhub is de loskoppeling van feitelijke bouwplaats en bouwmaterialenopslag. Die twee kunnen kilometers uit elkaar liggen. De Bouwhub is niets meer of minder dan een tussenstation tussen toeleverancier en bouwlocatie. Het is een verzamelplek van de voor een project benodigde bouwmaterialen. Vanuit de Bouwhub worden die bouwmaterialen op afroep (just-in-time) naar het project gebracht en, we nemen prefabelementen als voorbeeld, direct vanaf de vrachtauto op hun plek gehesen. En dat het liefst buiten de spitstijden van de stad. Uit onderzoek van TNO, de TU Delft en hogescholen in Rotterdam en Utrecht is gebleken dat op een Bouwhub veel efficiënter wordt omgegaan met bouwmaterialen. Door beter logistiek beheer en het samenstellen van dagproductie-pakketten is er minder afval en verlies. De resterende voorraad kan bijvoorbeeld terug naar de leverancier of bij een ander project worden gebruikt.
Effectieve methode
Uit onderzoek van TNO, TU Delft en hogescholen in Rotterdam en Utrecht blijkt dat Bouwhubs zeer effectief zijn, zo leren we van Goed op weg, het Utrechtse project om met innovatieve maatregelen de bereikbaarheid van de drukke regio Utrecht te verbeteren. In 2017 heeft Goedopweg voor de Bouwhub van VolkerWessels een nieuwe locatie weten te vinden op bedrijventerrein Lage Weide. “Door deze slimme verzamelplaats aan de rand van de stad vinden er 69% minder ritten plaats naar de bouwplaats, 69% minder kilometers van bouwverkeer, 68% minder CO2-uitstoot en wel 84 minuten besparing voor de leverancier per rit!” Kijk, dan heb je wat. Kortom, willen we in onze steden de komende jaren tienduizenden woning realiseren, dan is de Bouwhub de aangewezen methode.
Emissieloos bouwtransport
Het zijn mooie cijfers van die Bouwhub, maar er moet dus nog altijd veel door die stedelijke gebieden worden gereden met zware voertuigen die worden aangedreven door krachtige dieselmotoren met onvermijdelijk enige uitstoot. En dat terwijl steeds meer gemeenten juist bezig zijn om (oudere) dieselmotoren te verbieden in hun binnensteden. Voor die laatste 32 procent CO2-uitstoot moeten we dus ook nog iets bedenken. Het biedt tevens een oplossing voor het groeiende fijnstofprobleem.
Gelukkig komen er steeds meer emissieloze transportvoertuigen op de markt, van elektrische bestelauto’s tot elektrisch aangedreven truckmixers en bakwagens met laadkraan en kipper. Wanneer we willen kan op korte termijn alle bouwtransport zonder lokale uitstoot plaatsvinden. Nu zijn die emissieloze bouwvoertuigen nu nog (flink) wat duurder. Maar door zonder aarzeling toekomstgerichte subsidiesystemen op te tuigen en tegelijkertijd de plaatselijke laadinfrastructuur te verbeteren, kunnen we klaar zijn voordat de grote binnenstedelijke bouwhausse van start gaat. Ik zou zeggen: doen! Daarbij vinden we de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek aan onze zijde. Betrokken partijen willen onder druk van het Klimaatakkoord dat er flink wordt geïnvesteerd in de aanschaf van uitstootvrije voertuigen, zodat die straks probleemloos zero emissie zones van binnensteden in kunnen.
Bouwen in het groen of in de stad?
Het is een discussie met voorstanders die ieder op zich krachtige (tegen)argumenten op tafel leggen. Bouwen in het groen kan snel en wordt goedkoper genoemd en ontlast de stad van een te grote ‘grijze’ druk (waarmee kale groenarme bebouwing wordt bedoeld). Van de andere kant vergt bouwen in het groen veel nieuwe infrastructuur en voorzieningen en dat is ook duur. Maar ja, de stad verdichten kan ook een slecht idee zijn vanwege de stijgende temperaturen, waardoor er juist meer groen nodig is en biodiversiteit.
Gelukkig zijn er architecten en planologen die er van overtuigd zijn dat ze steden kunnen verdichten en tegelijkertijd vergroenen. Denk aan een combinatie van meer hoogbouw en tevens meer daktuinen, moestuinen, kleine parkjes, maar ook groene gevels, met bomen en struiken beplante terrassen, enzovoort. Dat kan mede door het autoverkeer grotendeels uit de binnensteden te verbannen en lokaal meer voorzieningen te realiseren, waardoor de bewoners er zoveel mogelijk lopend of met de fiets naar toe kunnen.
Veel minder auto’s, meer hoogbouw en radicale vergroening. Stadsbewoners staat niets minder dan een omwenteling te wachten, want de grote steden gaan de komende 25 jaar drastisch van aanzicht veranderen, aldus stedenbouwkundige Wouter Veldhuis. Hij is lid van het College van Rijksadviseurs dat de overheid advies geeft over noodzakelijke ruimtelijke ontwikkelingen.
Steeds meer capaciteit bij elektrisch vrachtvervoer
Het aantal bestelauto’s met een hybride of volledige elektrische aandrijving neemt bijna stormachtig toe. Handig voor het kleinere lokale transport, maar onvoldoende voor het echte bouwtransport. Bij de grote truckmerken wordt er echter alles aan gedaan om de achterstand versneld in te lopen. Enerzijds door zelf accufabrieken op te zetten en anderzijds door hun voertuigen zo licht mogelijk te maken.
Zo zet DAF Trucks de volgende stap op het gebied van elektrische aandrijving door de actieradius van de DAF CF Electric met VDL e-power-technologie te verdubbelen naar meer dan 200 kilometer. Toepassing van een nieuwe generatie batterijen betekent bovendien een gewichtsbesparing van 700 kilo, die geheel ten goede komt aan het laadvermogen. Tegelijkertijd presenteert DAF Trucks een volledige range vaste PACCAR-laadstations voor elektrische bedrijfsvoertuigen. Ze hebben vermogens van 20 kW tot 360 kW.
Elektrische trucks
Ook bij Volvo Trucks wordt hard gewerkt aan elektrificatie. Zo nam Vrijbloed Transport onlangs samen met Dura Vermeer een 100 procent elektrisch rijdende truck in gebruik. De drie-assige Volvo FE Electric 6×2 is af fabriek compleet uitgerust met autolaadkraan en tweezijdige kipper en hij heeft een bruto voertuiggewicht tot maar liefst 27 ton. Aangezien de geringe actieradius veel (bouw)bedrijven nog tegen houdt bij de overstap is voor deze Volvo FE Electric 6×2 een iets lichtere opbouw ontwikkeld, zodat de accucapaciteit langer kan worden benut. De lichtere laadkraan gebruikt bij stilstand geen energie en de open verbinding tussen de software van laadkraan en truck geeft op tijd een signaal dat de accu bijna leeg is, zodat vroegtijdig stilvallen wordt voorkomen.
Elektrische autolaadkraan
Maar het kan nog krachtiger. Zo rijdt Vlot Logistics al een jaar met een volledig elektrische 50 tons autolaadkraan, die ontwikkeld werd in samenwerking met zusterbedrijf Breytner. De emissievrije combinatie op basis van een elektrische EMOSS-bakwagen met 40 tonmeter kraan en aanhanger wordt onder andere ingezet voor het emissieloos transporteren van steigermaterialen en bouwketen. Ideaal dus voor in de stad.