Bouwfouten
Lijm is toch alleen voor plakken?
Veel oudere woningen worden tegenwoordig voorzien van na-isolatie. Daarbij wordt de oudere hoge temperatuurverwarming vervangen door lagere temperatuurverwarming. Veel voorkomend is dan het vervangen van de radiatoren op de begane grond door vloerverwarming. Een verbouwing wordt dan nogal eens afgesloten met een geheel nieuwe inrichting. Zo ook in dit geval. maar dan met blijdschap van kortere duur. De ‘lijm’ blijkt niet goed te zijn, wordt gezegd.
Tekst: Ing. Sjang den Ouden
Bureau voor Bouwpathologie BB
Na de renovatie van de woning blijkt na enkele weken gebruik op enkele plaatsen een deukje in de vloer te zijn ontstaan. Precies onder de tafel in de woonkamer. De deukjes zijn hinderlijk zichtbaar, maar kennelijk nog acceptabel voor de bewoners. Korte tijd later gaat de gietvloer in één van deze deukjes zelfs kapot.
De bewoners zijn van mening dat dit niet mag en bellen de leverancier van de gietvloer. De leverancier van de gietvloer wijst naar de frezer die de slangen heeft aangebracht en aangevuld. De frezer wijst weer terug naar de leverancier van de gietvloer omdat hij de voorbehandeling van de vloer zou doen en deze geschikt moest maken voor de gietvloer. De leverancier van de gietvloer stuurt de bewoners weer terug en zegt van de frezer te hebben gehoord dat hij de slangen met lijm heeft aangevuld. Dat had hij nooit mogen doen in een zandcementdekvloer.
De bewoners weten niet meer wat te doen en bellen hun rechtsbijstand. De rechtsbijstand belt vervolgens de bouwpatholoog met de vraag of lijm wel een geschikt middel is om de slangen van de vloerverwarming aan te vullen na het aanbrengen daarvan.
Onderzoek
Bij aankomst in de woning blijken de bewoners ook de leverancier van de gietvloer en de frezer te hebben uitgenodigd en ze zijn al volop in discussie zijn met de bewoners. De schadeplaatsen worden aangewezen. Deze bevinden zich onder de woonkamertafel waar omheen stoelen staan opgesteld op wieltjes. Naar de bouwpatholoog wordt aangegeven dat de stoelen veel worden gebruikt, zeker in de coronatijd.
Gevraagd wordt de vloerverwarming in te schakelen. Na enige tijd wordt met behulp van een warmtebeeldcamera zichtbaar dat de deukjes zich precies ter plaatse van de slangen van de vloerverwarming bevinden. Gevraagd wordt ook of destructief onderzoek mogelijk is op de schadeplaatsen. De bewoners vinden dit goed, maar dan alleen daar waar de vloer al kapot is. Ter plaatse van de deukjes wordt de epoxy gietvloer deels weggesneden. Deze blijkt ter plaatse te variëren in dikte tussen de 1,1 en 1,8 mm. Daaronder bevindt zich een egaline en een tegellijm; een laag van enkele millimeters dikte. Daaronder ligt de slang van de vloerverwarming. Tussen bovenzijde afgewerkte vloer en bovenzijde van de slang varieert de dikte van de laag tussen de 4 en 6 mm op de schadeplaatsen.
De frezer geef aan dat de slangen zijn aangevuld met een universele tegellijm. Alle sleuven zijn hiermee volgegoten. De leverancier van de gietvloer zegt een egaline te hebben gebruikt en een kit voor het afdichten van kleine gaatjes in de vloer. Na het wegkrabben van wat egaline en lijm naast de slang blijkt een holle ruimte naast de slang die is gevuld met PUR-schuim. Precies aan de zijde van het PUR-schuim is de inzakking ontstaan. Dit blijkt op beide schadeplaatsen het geval.
Discussie
Tijdens het onderzoek verandert de discussie tussen de aanwezigen met de vorderingen van het onderzoek. Van het verwijt dat de laagdikte van de gietvloer en egaline te dun is en daarmee niet voldoende drukvast, naar onvoldoende diep ingefreesde slangen van de vloerverwarming, naar uiteindelijk wie nu die PUR heeft aangebracht. Na afronding van het destructief onderzoek werd nog geopperd dat de isolatie in de kruipruimte mogelijk de oorzaak is van de schade. Om ook hierop antwoord te kunnen geven is de kruipruimte onderzocht. De aangebrachte isolatie is bekeken, aangevuld met een vochtmeting ter plaatse van de schade aan de vloer en op meerdere referentieplaatsen in de woonkamer. Conclusie: alle plekken zijn droog.
Om de discussie over de drukvastheid te kunnen beantwoorden is een indicatieve berekening opgesteld van de belasting van de wieltjes van de stoelen op de vloer. Hieruit blijkt dat de puntlast van één van de wieltjes bij een persoon van 80 kg die op de rand van de stoel plaatsneemt (ongunstig), veel hoger is dan 7 N/mm2. Dit is ruim hoger dan drukvastheid die een ‘gemiddelde’ bereikt van 5 tot 7 N/mm2.
Conclusie
De schade heeft meerdere oorzaken, die een ongelukkige samenloop kennen. De puntlast uit de wieltjes van de stoelen (> 7 N/mm2) is ruim hoger dan de druksterkte van een dergelijke vloer, die als goed en deugdelijk wordt gezien (5 tot 7 N/mm2). De laagdikte van het gietvloersysteem (1,1 tot 1,8 mm) is veel minder dan de minimale systeemdikte als voorgeschreven door de fabrikant (2 tot 3 mm). De laagdikte van de egaline en de tegellijm boven de slang is onvoldoende om een druksterkte te realiseren tussen de 5 en 7 N/mm2. Als laatste kan worden gesteld dat PUR de voornoemde druksterkte sterk vermindert, waarbij ook de stabiliteit van de slang in de sleuf ontbreekt.
Herstel
Omdat geen duidelijkheid gegeven kon worden of op meer plaatsen schade van gelijke aard is te verwachten is besloten de schadeplaatsen te openen, te vullen en een geheel nieuw gietvloersysteem aan te brengen. Gelukkig waren alle betrokkenen in dit geval bereid een deel van de kosten te betalen. Wel jammer dat niemand wilde toegeven PUR te hebben gebruikt op plaatsen waar het niet hoort.
Tip: Universele tegellijm is geschikt voor het vullen van de sleuven voor de vloerverwarming, als je het maar goed verwerkt. Maak hiervan geen haastklus en laat de sleuven goed vollopen!