Hoe brandveilig is een groene gevel?

Artikel delen

Groene daken komen we al grootschalig tegen in Nederland, maar nu begint ook de groene gevel aan een opmars. Maar hoe zit dat nu met de brandveiligheid? Vooral als de vegetatie langs de gevel onverhoopt verdroogd, lijken de risico’s toe te nemen. Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) heeft in het najaar van 2022 een onderzoek uitgebracht naar de invloed van duurzaam, energiezuinig en circulair bouwen op de brandveiligheid. Daarbij is er ook aandacht voor de brandveiligheid van groene gevels.

Tekst: ing. Frank de Groot

Groene gevel

Bij een groene gevel moet ook goed over brandveiligheid worden nagedacht. Foto: Sempergreen.

Naast kleinere projecten met groene gevels, worden er nu in Nederland ook hoogbouwprojecten met groene gevels gerealiseerd. De twee woontorens van Bosco Verticale in Milaan van de Italiaan Stefano Boeri zijn in 2014 opgeleverd en vinden nu wereldwijd navolging. In Nederland ontwierp hij de in 2021 opgeleverde ‘groene’ woontoren Trudo Toren in Eindhoven. Naast bioscoop Kinepolis in Utrecht wordt medio 2024 ‘Wonderwoods’ opgeleverd. De hoogste toren van 105 meter is eveneens door de Italiaan ontworpen en heeft wederom groene gevels.

Groene gevels vervullen een belangrijke rol bij klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen. Maar in de eerste plaats zijn groene gevels natuurlijk vooral mooi om te zien. Maar gevelgroen biedt ook verkoeling door drie mechanismen: schaduw, verdamping en isolatie. Gevelgroen schermt de gevel af waardoor de oppervlaktetemperatuur niet zo hoog oploopt als van een gevel van steen. Groene gevels stralen daardoor ook minder warmte uit. Daarnaast vormen ze een onderdeel van het stedelijk ecosysteem en de stedelijke biodiversiteit, maar nemen daarbij minder ruimte in dan bijvoorbeeld straatbomen of groenperken. De planten nemen CO2 en fijnstof op en voorzien de omgeving van schonere lucht.

Veel voordelen dus, maar hoe zit het met de brandveiligheid? Vooral een groene gevel met veel dorre planten lijkt behoorlijk brandgevaarlijk. Hoewel nieuwe en innovatieve bouwmaterialen moeten voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, betekent dit nog niet dat toepassing van innovatieve materialen en methodes per definitie een brandveilig gebouw opleveren.

Trudo Toren in Eindhoven.

Trudo Toren in Eindhoven. Foto: Wikipedia Commons, Nanda Sluijsmans.

Onderzoek

Voor het onderzoek door NIPV is een literatuurstudie uitgevoerd. Ook is informatie ingewonnen bij deskundigen en betrokkenen, zoals projectontwikkelaars, ontwerpers, bouwers, adviseurs en medewerkers van veiligheidsregio’s. Het rapport schetst een overzicht van de nieuwe bouwwijzen en materialen:

  • Biobased gebouwen.
  • Energiezuinige gebouwen.
  • Klimaatadaptieve en groene gebouwen.
  • Demontabele, remontabele en modulaire gebouwen.

In de praktijk blijkt vaak een combinatie van verschillende duurzaamheidsverhogende methoden en materialen te worden toegepast. Brandweer Nederland en het Verbond van Verzekeraars hebben in maart 2021 een gezamenlijke ‘position paper’ uitgebracht waarin ze hun zorgen uitspreken over de brandveiligheidsaspecten van verschillende ontwikkelingen op het gebied van verduurzaming. Zij stellen onder meer dat er ‘een wildgroei aan nieuwe producten, aanbieders en installateurs is ontstaan, terwijl de regelgeving en normering vaak nog ontbreken’.

Wanneer het om gebouwen gaat, gelden de eisen uit Bouwbesluit 2012. Deze eisen zijn echter beperkt en richten zich primair op vluchtveiligheid en het voorkomen van branduitbreiding naar buren. Innovatieve bouwmaterialen kunnen zich bij brand anders gedragen dan de ‘bekende’ materialen. Daarbij komt dat er nog weinig ervaring is met branden waarbij innovatieve materialen betrokken zijn. Dit alles leidt tot uitdagingen en zorgen bij de Nederlandse brandweer. Wat is er bekend over de nieuwe bouwwijzen en bouwmaterialen in relatie tot brandveiligheid? In dit artikel leggen we de focus op de brandveiligheid van groene gevels, alsmede vegetatie die op maaiveldniveau dichtbij de gevels is aangeplant.

Bosco Verticale in Milaan

Bosco Verticale in Milaan. Foto: Pierluigi Palazzi

Groene gebouwen

Een gebouw kan op meerdere manieren klimaatadaptief zijn. Zo kan het faciliteiten hebben voor de opvang van (extreme) neerslag en kunnen maatregelen genomen zijn om inval van zonlicht tegen te gaan of om de fundering beter bestand te maken tegen droogte. Het ligt niet direct voor de hand dat dit een negatieve invloed heeft op brandveiligheid. Wanneer voor de opvang van neerslag gebruik wordt gemaakt van een waterbuffer, kan deze mogelijk zelfs als bluswaterreservoir gebruikt worden.

Groene gebouwen kunnen echter mogelijk extra risico’s met zich mee brengen ten aanzien van brandveiligheid. Vegetatie die tegen gevels, op balkons en op daken groeit, kan brandbaar zijn en kan dan gezien worden als extra ‘vuurlast’. Omdat deze vegetatie in bouwkundige zin geen deel uitmaakt van het gebouw, is ze niet meegenomen bij de vaststelling van de brandveiligheidseisen in Bouwbesluit 2012. Zo verhoogt de aanwezigheid van vegetatie de kans op het ontstaan, ontwikkelen en uitbreiden van brand. Wanneer een brand uitslaand wordt, kan de vegetatie uitdrogen door de uitslaande vlammen, vervolgens mee gaan branden en op haar beurt andere vegetatie uitdrogen die ook weer mee kan gaan branden. Hierdoor is er een snellere branduitbreiding van het ene naar het andere appartement mogelijk dan met de voorschriften van Bouwbesluit 2012 is voorzien.

Soms, zoals bij vergroening van steden, wordt vegetatie om het gebouw aangelegd en vormt daarmee een potentiële vuurlast, vooral bij uitdroging van de vegetatie of vegetatie die makkelijker (ont)brand. In het geval van een enkele struik of plant zal het risico beperkt zijn. Op het moment dat er stadsbossen worden geplaatst nabij gebouwen, wordt het risico groter. Het brandrisico is dan met name dat een brand kan beginnen in deze vegetatie (bijvoorbeeld als gevolg van menselijk handelen) en zich vervolgens kan uitbreiden naar het gebouw. In dit geval kan een (onbeheersbare) natuurbrand direct de bebouwde omgeving bedreigen.

Project Wonderwoods in Utrecht.

Project Wonderwoods in Utrecht. Afbeelding: MVSA Architects / G&S Vastgoed.

Conclusie

Klimaatverandering en zorg voor het milieu spelen een steeds grotere rol in de bouwwijzen en de bouwmaterialen die in Nederland toegepast worden. Een verandering in bouwwijzen en gebruikte bouwmaterialen kan consequenties hebben voor de brandveiligheid van een gebouw. Net als alle traditionele materialen, moeten nieuwe en innovatieve bouwmaterialen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit. Maar het voldoen aan het Bouwbesluit betekent nog niet noodzakelijkerwijze dat toepassing van innovatieve materialen en methodes ook een brandveilig gebouw oplevert.

Allereerst is het zo dat uitgangspunten van de testmethodes die worden gebruikt vaak zijn gebaseerd op de traditionele toepassingen en bouwwijzen, die mogelijk niet meer van toepassing zijn. Ook kunnen elementen worden toegevoegd (bijvoorbeeld groene gevels met brandbaar materiaal) die buiten de scope van het Bouwbesluit vallen, maar wel van invloed zijn op de brandveiligheid. Overigens wordt er door verschillende instanties momenteel gewerkt aan onder andere de actualisatie van normering. Ten slotte is het zo dat de eisen van het Bouwbesluit uitsluitend gericht zijn op een veilige ontvluchting bij brand en op het voorkomen van brandoverslag naar een ander perceel. Over de wijze waarop nieuwe en innovatieve materialen zich precies zullen gedragen wanneer ze bij brand betrokken raken en hoe de brandweer dan moet optreden, is nog veel onbekend.

Deze aspecten van brandveiligheid krijgen vooralsnog weinig aandacht wanneer er gesproken wordt over klimaatadaptief en duurzaam bouwen. Het is het raadzaam om de nieuwe ontwikkelingen rondom duurzaam, energiezuinig en klimaatadaptief bouwen te blijven volgen om de brandpreventieve aspecten van en de lessen voor het bestrijden van branden goed in beeld te krijgen, en zo brandveiligheids- en brandbestrijdingskennis voor dit soort nieuwe gebouwen te ontwikkelen. Het rapport is daaraan een eerste bijdrage. In de toekomst zullen voortdurend nieuwe bouwmaterialen -en methoden worden geïntroduceerd in de bouw. Daarom zal de publicatie van NIPV worden doorontwikkeld en regelmatig worden geactualiseerd en uitgebreid.

Brandveiligheid gevel Trudo Toren

Trudo Toren.

Trudo Toren. Foto: Wikimedia Commons, KatVanHuis.

In Eindhoven is op het Strijp-S-terrein medio 2021 de Trudo Toren opgeleverd. De toren heeft negentien bouwlagen en bevat 125 appartementen. De begane grond bestaat uit een ‘commerciële plint’ met winkels en horeca. Op de eerste en tweede verdieping zijn de bergingen van de appartementen en kantoren gelegen. Het hoogste punt van het gebouw is 77 meter.

Het gebouw heeft een betonnen hoofddraagconstructie. Bijzonder aan het gebouw is dat elk appartement naast een balkon aan de buitenzijde ook twee grote groenbakken heeft. In deze bakken staan in totaal 125 bomen en zo’n 5.000 struiken en planten. De balkons waarop de groenbakken staan, verspringen in de breedte. Op deze manier kan een boom groeien over een hoogte van meerdere bouwlagen. Naast de vegetatie in de bakken is er op de derde verdieping een gemeenschappelijke tuin van 350 m2.

Brandrisico’s

Voor het beschrijven van de brandveiligheidsrisico’s door NIPV is geen algehele (brand)risicobeschouwing van de gehele Trudo Toren uitgevoerd. Er is alleen gekeken naar de risico’s die voortvloeien uit de wijze waarop de vegetatie aan het gebouw is bevestigd. Bij elk risico wordt een aantal aandachtspunten vermeld, alsmede mogelijke maatregelen waarmee de risico’s beperkt kunnen worden.

Vegetatie op of aan een gebouw is in ieder geval een relatief nieuwe ontwikkeling. Expertise is soms onvoldoende aanwezig bij de huidige adviespartijen zoals de adviseur voor brandveilig bouwen bij de brandweer of bij adviesbureaus. Kennis rondom brandbaarheidsrisico’s van vegetatie is vaak (deels) aanwezig bij natuurbrandexperts.

Vegetatie is brandbaar

Brandende vegetatie zal tot extra rookproductie en mogelijk rookverspreiding leiden. Bij het ontwerp van de Trudo Toren is brandbaarheid niet meegenomen in de keuze voor de vegetatie, maar er is wel gekozen voor loofbomen en niet voor naaldbomen. In hoeverre de vegetatie bestand is tegen vliegvuur van een eventuele nabijgelegen brand is niet bekend. Verder is het niet duidelijk wat het brandgedrag van de vegetatie is op het moment dat deze wordt blootgesteld aan een uitslaande brand in een appartement.

Branduitbreiding via buitenzijde

  • Het brandverloop bij vegetatie in een verticale oriëntatie is onbekend en zal verder onderzocht moeten worden. Als de vegetatie mee gaat branden kan er mogelijk brandoverslag naar een ander appartement plaatsvinden.
  • Vanwege de hoogte van de toren kan de brandweer met het huidige materieel (hoogwerker of ladderwagen) brandende vegetatie niet overal blussen met een offensieve buitenaanval.
  • De kans dat een brand in een appartement leidt tot het ontbranden van de vegetatie kan verkleind worden door het aanbrengen van een automatische blusinstallatie in de appartementen.
  • Als bodem voor de planten is hier gekozen voor een substraat van lava. Dit substraat is onbrandbaar.

Brandgevaar uitdrogende vegetatie

Met de bewoners zijn afspraken gemaakt over het onderhoud van de vegetatie. Dorre of loshangende vegetatie moet tijdig verwijderd worden, evenals vegetatie die te groot wordt. Er is verder een automatisch bewateringsysteem voor de vegetatie. Hierdoor wordt de kans op uitdrogen verkleind, waardoor de vegetatie minder gemakkelijk ontbrandt.

Vallende vegetatie door wind

Trudo Toren.

Trudo Toren. Foto: Wikimedia Commons, Choinowski.

Er zijn testen gedaan rondom het gebouw om de invloed van wind op de vegetatie te analyseren. Resultaat hiervan is dat de bomen mechanisch bevestigd zijn aan het gebouw: bij de kluit aan de bak en met de stam aan een hoger gelegen balkon. Dit is gedaan om te voorkomen dat bij een storm een boom naar beneden valt.

Hoe de brandweer moet optreden bij loshangende takken op hoogte is niet omschreven in de aanvraag voor de omgevingsvergunning. Zoals eerder vermeld, is vanwege de hoogte van het gebouw niet elke bouwlaag bereikbaar met de huidige hoogwerker van de brandweer. Vanaf een balkon zou met een stokzaag gewerkt kunnen worden. De toegang tot het balkon moet dan wel via het appartement lopen. Een afgezaagde tak valt vervolgens van grote hoogte naar beneden, wat de landingsplaats minder voorspelbaar maakt.

Wet- en regelgeving

  • De vegetatie wordt geplaatst in losse betonnen bakken waarmee wordt voorkomen dat wortels van de vegetatie de constructie van het gebouw kunnen beschadigen. De vegetatie maakt hierdoor dus geen onderdeel uit van de constructie van het gebouw. De eisen aan de brand- en rookklasse voor constructieonderdelen uit afdeling 2.9 van Bouwbesluit 2012 zijn daardoor niet van toepassing. Omdat de beplanting in de buitenlucht staat op het balkon van een appartement zijn de eisen voor brandveilige aankleding en inrichtingselementen in artikel 7.4 en 7.5 van Bouwbesluit 2012 ook niet van toepassing. Er zijn daarom geen eisen aan het brand- en rookgedrag van de vegetatie.
  • De huidige norm voor het bepalen van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten in een gebouw (NEN 6068:2016 + C1:2016) houdt geen rekening met brandbare vegetatie op een balkon.
  • De constructieve bevestiging van de bakken met vegetatie aan het gebouw kent geen eis voor de weerstand met betrekking tot bezwijken. Bij de Trudo Toren steunen de bakken soms op de breedplaatvloer en soms ook deels op een stalen ligger. Of de bakken ook bij een (uitslaande) brand blijven hangen is niet vooraf beschreven in het masterplan brandveiligheid. Er is enkel getoetst op de vereisten uit Bouwbesluit 2012. In de praktijk zijn de stalen balken weggewerkt achter cementvezelplaten, zodat de stalen balken niet direct blootliggen bij een eventuele brand. De wbdbo van de cementvezel platen (inclusief ophanging) is niet bekend.
  • Voor zover bekend zijn er geen expliciete voorschriften opgenomen in Bouwbesluit 2012 voor het beperken van het risico op naar beneden vallende vegetatie.

Bron: NIPV, ‘De invloed van duurzaam, energiezuinig en circulair bouwen op de brandveiligheid van gebouwen’, 2022.