Hogere eisen brandveiligheid voor opslag van gevaarlijke stoffen

Artikel delen

De opslag van gevaarlijke stoffen stelt extra hoge eisen aan de brandveiligheid van gebouwen. De regelgeving rondom de opslag van gevaarlijke stoffen wordt momenteel herzien en aangepast aan de komende Omgevingswet. De nieuwe eisen zijn echter nu al van toepassing.

Kalkzandsteen wanden

De nieuwe Omgevingswet wordt op 1 januari 2024 van kracht, zoals het nu lijkt. De Omgevingswet combineert 26 huidige wetten over onder meer milieu, ruimtelijke ordening, natuur, water en bouwen. Dit moet de regelgeving en procedures eenvoudiger en overzichtelijker maken.

Eisen brandveiligheid

Het huidige Bouwbesluit (Besluit bouwwerken leefomgeving) gaat onderdeel uitmaken van de nieuwe Omgevingswet. Dat geldt dus ook voor de brandveiligheidseisen aan gebouwen. Het Bouwbesluit beperkt zich echter tot reguliere gebouwen en gaat niet specifiek in op de opslag of productie van gevaarlijke stoffen in gebouwen. Daardoor zijn aanvullende eisen nodig. Een incident is risicovoller, waardoor de brandweer meestal een defensieve aanpak kiest. Ook dit stelt hogere en andere eisen aan de constructies van bouwwerken.

Publicaties gevaarlijke stoffen

Deze hogere, andere eisen zijn vastgelegd in de richtlijnen Publicaties Gevaarlijke Stoffen (PGS) en wel in het bijzonder PGS 15. In 2015 is gestart met een nieuwe opzet van deze PGS-richtlijnen. Een PGS Nieuwe Stijl betekent dat maatregelen tot stand zijn gekomen met een risicobenadering. Dat geldt nog niet voor PGS 15. Aan een PGS 15 Nieuwe Stijl wordt nog gewerkt. Ondertussen is er wel een interim PGS 15 verschenen, die aansluit bij de nieuwe Omgevingswet.

De extra eisen die de PGS 15 aan een gebouw stelt, hebben betrekking op de beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie, de beperking van ontwikkeling van brand en de beperking van uitbreiding van brand.

Niet-brandgevaarlijke materialen

Bij opslagvoorzieningen voor gevaarlijke stoffen wordt onder meer voorgeschreven dat het dak moet zijn geconstrueerd van niet-brandgevaarlijk materiaal, bepaald volgens NEN 6063. Dit is om te voorkomen dat het dak van een bouwwerk door een onverhoedse aanraking met vuur in brand vliegt. Het gaat hierbij om vliegvuur, zoals in de rook van een open haard of bij een vonkenregen afkomstig van een nabijgelegen brandend bouwwerk.

Om de ontwikkeling van een brand te beperken, stelt de PGS aanvullende eisen aan het gebruik van materialen en bouwkundige constructies. Ook deze regelgeving wijkt af van het Bouwbesluit, dat de mogelijkheid dat brandwerende constructies worden opgebouwd uit brandbare materialen. Voor bepaalde gevaarlijke stoffen is dat niet veilig genoeg en gelden andere eisen.

Tot slot worden eisen gesteld die uitbreiding van brand moeten beperken. Dan gaat het met name om aanvullende eisen voor brandcompartimentering, zoals bijvoorbeeld de grootte van een brandcompartiment, maar ook om warmtestraling.

Bouwkundige oplossingen

Als bouwspecialist houdt Xella zich intensief bezig met regelgeving voor gebouwen en dus ook met de PGS 15. Zo is met Hebel cellenbeton eenvoudig te voldoen aan de eis dat een dak geconstrueerd moet zijn van een niet-brandgevaarlijk materiaal. Datzelfde geldt voor de eisen rondom materialen en bouwkundige constructies. Zo zijn Hebel brandwanden getest op een brandweerstand tot 360 minuten. Ook de temperatuur van de wand en de warmtestraling op 1 meter uit de wand blijven bij een brand veel lager dan bij een betonnen wand. Diverse toonaangevende bedrijven vertrouwen voor de brandveiligheid en bedrijfscontinuïteit al op de prefab oplossingen in Hebel cellenbeton. Veel van deze ondernemingen zijn actief in sectoren als de chemie en logistiek.

Voor meer informatie over brandveilig bouwen met Hebel cellenbeton, kun je contact opnemen met de specialisten van Xella.

Xella
www.xella.nl