Kwaliteitsborging door certificering prefab woningconcepten

Artikel delen

Op 20 juli 2023 heeft Van Wijnen het allereerste KOMO-(diensten)certificaat ontvangen voor de ontwerpfase van haar prefab woningconcept. Het certificaat werd uitgereikt door Kiwa en BouwQ. Woningcorporaties en gemeenten profiteren hier direct van: zij kunnen hierdoor vertrouwen op woningen die voldoen aan gestelde kwaliteitseisen.

Tekst: Dr. ir. Jack van Hoof, Bert Lamers en Frank de Groot
Beeld: Van Wijnen

Certifcaat

De woningbouw in Nederland moet aangejaagd worden. Geprefabriceerd bouwen, ook wel conceptuele of industriële woningbouw genoemd, zou een oplossing kunnen zijn om dit te bewerkstelligen. De voordelen zijn evident: onderdelen van woningen industrieel op grote schaal produceren is minder arbeidsintensief en goedkoper. Daarnaast zorgt geprefabriceerd bouwen voor minder milieubelasting dan het bouwen op locatie. In 2022 zijn er circa 10.000 industrieel gebouwde woningen opgeleverd. In 2018 was dat nog maar circa 4.500 (Bron: Marjet Rutten, CBS en Bouwkennis, 2022). Naar verwachting zal het aantal industrieel vervaardigde woningen in 2023 nog weer hoger liggen.

In 2022 pleitte Martin van Rijn, voorzitter van de vereniging van wooncorporaties ‘Aedes’, voor een landelijke toelatingstoets voor conceptuele bouw. Volgens hem kan dit helpen de Nederlandse woningbouw te versnellen. Deze landelijke toelatingstoets voor conceptuele bouw wordt vaak vergeleken met de automobielindustrie. Wanneer een bepaald type auto door de RDW is goedgekeurd, dan geldt die goedkeuring voor alle exemplaren van dat model en mag deze in het hele land op de weg. Zo zou het ook met fabrieksklare woningen moeten zijn. Er zou één landelijke toets moeten komen, waarna de woningen van dat type overal geplaatst kunnen worden. Die toets is er nu: kwaliteitsborger BouwQ en certificatie-instelling Kiwa geven met hun certificeringsregeling voor prefab woningconcepten invulling aan de oproep van Martin van Rijn. Hoe zit dat precies?

Werkbezoek begin 2023 van toenmalig minister voor VROM, Hugo de Jonge (midden), aan de woningfabriek van Van Wijnen in Heerenveen.

Werkbezoek begin 2023 van toenmalig minister voor VROM, Hugo de Jonge (midden), aan de woningfabriek van Van Wijnen in Heerenveen.

Invloed Wkb op conceptuele bouw

Op 1 januari 2024 zal naar verwachting de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking treden. Door deze wet wordt het voor gevolgklasse 1 (laagste risicoklasse) bouwwerken verplicht dat een onafhankelijke kwaliteitsborger verifieert dat het bouwplan en het gerealiseerde bouwwerk voldoen aan de bouwtechnische voorschriften. Uit resultaten van proefprojecten blijkt dat bouwen onder deze nieuwe kwaliteitsborgingseisen leidt tot hogere bouwkosten en een langere doorlooptijd. Een significant deel van de toename wordt veroorzaakt door extra handelingen en controles.

De Wkb bevat echter ruimte en mogelijkheden om de kwaliteitsborging zo efficiënt mogelijk uit te voeren. Zo hoeven materialen, producten of bouwmethoden met een certificaat of kwaliteitsverklaring niet opnieuw door de kwaliteitsborger gecontroleerd te worden. De kwaliteitsborger dient enkel te verifiëren of het certificaat geldig en toepasbaar is voor het betreffende bouwwerk. Dit bespaart aanzienlijk tijd en kosten.

Beoordelingsrichtlijn

BouwQ en Kiwa hebben een nieuwe beoordelingsrichtlijn (BRL) 2840 ‘Efficiënte kwaliteitsborging van prefab woning concepten’ ontwikkeld waarmee prefab woningconcepten gecertificeerd kunnen worden. BRL 2840 focust op de gestandaardiseerde ontwerp- en assemblageprocessen die in woningconcepten gebruikt worden. Deze procesbenadering maakt het mogelijk de grote verscheidenheid aan woningconcepten en variaties binnen een concept te kunnen certificeren. De meeste conceptuele bouwers leveren namelijk geen standaard woning. Zij combineren geprefabriceerde onderdelen tot ‘gestandaardiseerd maatwerk’. Of zoals directeur Fijn Wonen, Menso Oosting het vorig jaar verwoordde: “Met zo weinig mogelijk Legosteentjes op een efficiënte (lees rendabele) manier klanten de variatie en diversiteit bieden die zij waarderen.”

Voor de verschillende Legosteentjes die in woningconcepten gebruikt worden bestaan er al certificatieregelingen. Maar het ontbrak nog aan een manier om het proces, waarmee deze Legostenen in het ontwerp en op de bouwplaats gecombineerd worden tot een woning die voldoet aan het Bouwbesluit, te kunnen certificeren. Deze ‘missing link’ hebben BouwQ en Kiwa nu met BRL 2840 ingevuld. Woningconcepten die volgens BRL 2840 gecertificeerd zijn, hoeven in een project niet opnieuw door een kwaliteitsborger in detail gecontroleerd te worden. Dit leidt tot aanzienlijke reducties in doorlooptijd en kosten voor de bouwer en de vergunningsaanvrager.

Jack van Hoof, certificeringsexpert van BouwQ legt uit: “De Wet kwaliteitsborging biedt de mogelijkheid om kwaliteitsborging straks zo efficiënt mogelijk te doen. Ons uitgangspunt is: controleren waar het nodig is, maar geen onnodige dingen doen. Alles wat al is gecertificeerd, hoeft de kwaliteitsborger niet nog eens op kwaliteit te controleren.”

Voordelen certificering conceptuele bouw

  • Bouwfouten van te voren voorkomen in plaats van achteraf herstellen: de focus op procesbeheersing zorgt ervoor dat bouwfouten en kostbare herstelmaatregelen voorkomen worden.
  • Minimale kwaliteitsborging per bouwproject: naarmate meer onderdelen van het bouwproces gecertificeerd zijn, hoeft de kwaliteitsborger minder projectmatig te toetsen.
  • Schaalvoordelen: besparing in tijd en kosten worden groter naarmate meer onderdelen of woningen onder een certificaat vervaardigd worden. Verder kunnen met de bonusregeling de jaarlijkse controles gereduceerd worden.
  • Gerechtvaardigd vertrouwen in ketenpartners: certificering van co-makers helpt kwaliteitsproblemen en aansprakelijkheidsdisputen te voorkomen.

Certificeringsproces

De certificering op basis van de BRL 2840 bestaat uit twee delen: het ontwerp (deel 1) en de assemblage (deel 2) van het bouwwerk.

Ontwerp:
Standaard onderdelen van het ontwerp worden beoordeeld op het voldoen aan de bouwtechnische voorschriften (Bouwbesluit / Bbl). De bijbehorende standaard risicobeoordeling en standaard onderdelen van het borgingsplan worden ook beoordeeld, zodat deze niet voor elk project opnieuw gecontroleerd hoeven te worden door de kwaliteitsborger. Voor onderdelen die per project kunnen variëren wordt het ontwerpproces beoordeeld op mate van standaardisatie (onder andere werkwijze, rekensoftware), procedurele vastlegging, competentieborging en interne kwaliteitsborging. De methode die het bouwbedrijf hanteert om tot de project-specifieke risicobeoordeling en borgingsplan te komen wordt ook beoordeeld.

De resultaten van deze beoordelingen worden in het certificaat vastgelegd. Hierdoor heeft de kwaliteitsborger per project veel minder tijd nodig om de risicobeoordeling op volledigheid te controleren en het borgingsplan vast te stellen.

Monteren / assemblage:
Het assemblageproces wordt beoordeeld om te bepalen of de certificaataanvrager in staat is om bij voortduring geprefabriceerde onderdelen zodanig te assembleren dat de opgeleverde woningen voldoen aan de bouwtechnische voorschriften (Bouwbesluit / Bbl). Daarnaast wordt gekeken of de aanvrager de kwaliteit van het assemblageproces afdoende borgt met een intern kwaliteitsbewaking (IKB) systeem. In BRL 2840 wordt ervan uitgegaan dat de geprefabriceerde onderdelen gecertificeerd zijn volgens bestaande certificeringsregelingen.

De opleverdossiers (bevoegd gezag, consument) worden eveneens beoordeeld en het resultaat van deze beoordeling wordt vastgelegd in het certificaat. Hierdoor heeft de kwaliteitsborger per project minder tijd nodig om het opleverdossier te controleren en de verklaring ‘gerechtvaardigd vertrouwen’ af te geven.

Certificeringsproces in drie stappen

Maar hoe ziet het certificeringsproces van de prefab woningbouw er dan uit? Grofweg bestaat het proces uit drie stappen: de aanvraag, het toelatingsonderzoek en het toezicht na toekenning van het certificaat.

  1. Een bouwbedrijf dat zijn prefab woningconcept wil laten certificeren, dient een aanvraag in met daarbij een gedetailleerde specificatie van het concept, de mogelijke variaties binnen het concept, de gebruikte materialen en systemen met eventuele bijbehorende certificaten en/of kwaliteitsverklaringen van leveranciers.
  2. De aangeleverde informatie wordt getoetst, waarna het certificeringsproces begint met een toelatingsonderzoek om te verifiëren of het bouwbedrijf voldoet aan de certificeringseisen. Het toelatingsonderzoek wordt uitgevoerd op een reeds afgerond of lopend bouwproject dat representatief is voor de variaties die mogelijk zijn binnen het te certificeren woningconcept. Als dit binnen één project niet mogelijk is, dan kan een combinatie van projecten gebruikt worden. Tijdens het toelatingsonderzoek worden zowel het ontwerpproces als de montage op de bouwplaats beoordeeld. Optioneel kunnen geprefabriceerde onderdelen gecertificeerd worden conform de relevante BRL.
  3. Toezicht na certificering. Nadat het certificaat verkregen is, worden het ontwerp- en assemblageproces jaarlijks steekproefsgewijs gecontroleerd. De steekproeffrequenties worden bepaald door de mate van standaardisatie van deze processen en het aantal bouwprojecten dat jaarlijks wordt uitgevoerd. Steekproeven die al worden uitgevoerd voor andere certificaten die het bouwbedrijf bezit worden hierop in mindering gebracht, zodat we niet meer controleren dan nodig.

Als er in een jaar in de steekproeven geen kritieke tekortkoming worden gevonden, dan wordt het aantal steekproeven in het volgende jaar met 10% gereduceerd. Kritieke tekortkoming zijn constateringen dat onderdelen van het ontwerp of de gerealiseerde woning niet voldoen aan het Bouwbesluit. Deze reductie in het aantal steekproeven kan jaarlijks herhaald worden totdat een maximale reductie van 40% is bereikt.

De gestandaardiseerde bouwonderdelen en bouwprocessen die volgens deze regeling zijn gecertificeerd hoeven dus niet in elk bouwproject, waarin ze worden toegepast, opnieuw te worden gecontroleerd door een kwaliteitsborger. De kwaliteitsborger moet in het bouwproject nog wel verifiëren of de kwaliteit van niet-gecertificeerde onderdelen of processen goed geborgd is, de risicobeoordeling op volledigheid te controleren, het borgingsplan vast te stellen en de verklaring ‘gerechtvaardigd vertrouwen’ af te geven.

fabricage

Fijn Wonen

Appartementen en woningen van het concept Fijn Wonen.

Appartementen en woningen van het concept Fijn Wonen.

De woningen uit de woningfabriek die een KOMO-certificaat hebben worden verkocht onder het merk ‘Fijn Wonen’. Deze kwalitatieve woningen behoren met prijzen vanaf 175.000 v.o.n. tot het betaalbare segment. Van Wijnen is vooralsnog de enige bouwer die het certificaat mag voeren. De toetsing door zowel Kiwa als BouwQ laat zien dat het produceren van geïndustrialiseerde woningen vanuit geconditioneerde fabrieken leidt tot een hoge, aantoonbare kwaliteit. Menso Oosting, directeur Fijn Wonen, verwacht dat het keurmerk extra vertrouwen geeft aan de markt. “We zien dat de vraag naar betaalbare woningen toeneemt. Mede daardoor heeft de sector behoefte aan bouwers die betaalbare woningen met veel variatie en een hoge kwaliteit aanbieden. Met ‘Fijn Wonen’ laten we zien hoe het wél kan. Deze certificering benadrukt dat meer kwaliteit tegen een lagere prijs wél mogelijk is. We stellen gemeenten hiermee in staat om binnen één dag de omgevingsvergunning af te geven.”

Rondleiding faciliteiten

Eerste Kiwa certificaat uitgereikt

Vooruitlopend op de Wkb is op 22 april 2022 de eerste samenwerking voor een certificeringstraject van industrieel vervaardigde woningen tot stand gekomen. Toen werden in Heerenveen de allereerste contracten in het kader van de nieuwe certificeringsregeling ondertekend. Alex Diender, directeur Van Wijnen Smart Assembly en Hilbrand Katsma, directeur Van Wijnen Components, tekenden de overeenkomst samen met Jos Rooijakkers, algemeen directeur bij BouwQ en Wim van Vreeswijk, divisiedirecteur bij Kiwa.

Op 20 juli 2023 heeft Van Wijnen navolgend het allereerste KOMO- (diensten)certificaat omtrent BRL 2840 (deel 1) ontvangen voor de ontwerpfase van haar prefab woningconcept. Het ontwerp van de woningen wordt samengesteld in een configurator. Het certificaat staat voor de complete bouwplantoets van alle mogelijke configuraties. Dit betekent dat miljoenen eindconfiguraties zijn goedgekeurd.

Uitreiking allereerste KOMO-certificaat voor de ontwerpfase van een nieuwe generatie woningen

Van links naar rechts: Hilbrand Katsma (Van Wijnen Components) ontvangt het allereerste KOMO-certificaat voor de ontwerpfase van een nieuwe generatie woningen uitgereikt door Jeroen Pos (Kiwa) en Jos Rooijakkers (BouwQ).

Alle bouwelementen worden op een slimme manier geconfigureerd, geëngineerd en geproduceerd, waardoor ze altijd voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen, zoals in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl, opvolger van Bouwbesluit 2012). Dit geldt voor alle elementen die in de eigen woningfabriek in Heerenveen worden geproduceerd én voor de samenwerking met comakers voor onderdelen die niet in eigen huis worden geproduceerd. De systematische ontwerpwijze (platform) leidt tot oneindige variaties die allemaal binnen de kaders van de toetsing vallen.

Ook het tweede deel van het certificaat is in zicht. “Voor het versnellen en industrialiseren van de bouw is het essentieel dat Kiwa een procescertificaat heeft ontwikkeld voor het ontwerp en de assemblage van het bouwconcept. Hiervoor vinden onafhankelijke audits plaats op de kwaliteit van de bouwproducent. Het voordeel is de enorme tijdbesparing in het voortraject; de vergunningaanvraag en de bouwtijd. Wij verwachten het tweede deel van het certificaat, deze omvat de assemblage, dit jaar nog uit te reiken. Van Wijnen is hiermee trendsetter. Wij rekenen erop dat meerdere conceptuele bouwers zullen kiezen voor procescertificatie”, aldus Jeroen Pos, Business Development Manager Wkb bij Kiwa.

Informatie over de auteurs:
Dr. Ir. Jack van Hoof is certificeringsexpert en Bert Lamers doet de marketingcommunicatie bij BouwQ.