Houtbouw biedt veel kansen voor (sociale) woningbouw
Op 26 februari 2024 is het eerste exemplaar van het vernieuwde Handboek ‘Woningbouw in hout’ gepresenteerd. Dit nieuwe Handboek biedt woningcorporaties en andere partijen die interesse hebben in woningbouw in hout, een kompas voor duurzame, biobased en betaalbare woningbouw. BouwTotaal dook in het zeer uitgebreide handboek en keek vooral naar de bouwkundige prestaties van houtbouw. Want die doen echt niet onder voor bouwen in steen of beton.
Martin van Rijn, voorzitter van Aedes (vereniging voor woningcorporaties) ontving het nieuwe Handboek ‘Woningbouw in hout’ van Karo van Dongen, namens de Brabantse Houtbouw Lente corporaties. Dit zijn acht Brabantse woningcorporaties die in 2020 met opschaling van houtbouw aan de slag zijn gegaan. Hun ambitie is om van houtbouw in Brabant een volwassen alternatief te maken voor de traditionele bouw. Met momenteel twintig voorloopprojecten en 1.000 woningen vervullen zij een koplopersrol bij het opschalen van bouwen in hout. In het handboek delen de koplopers van Houtbouw Lente hun praktijkervaring.
Toch zijn er nog veel meer partijen bij dit breedgedragen handboek betrokken, dat is gefinancierd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zo is het handboek ontwikkeld door Centrum Hout in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), namens PIANOo (Expertisecentrum Aanbesteden van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat) en het Transitieteam Circulaire Bouweconomie. Deze publicatie is een vernieuwing van de ‘Rapportage Woningbouw in hout’ uit 2021. De scope is grondgebonden woningen en appartementen met maximaal zes bouwlagen. Dat sluit aan bij de woningvoorraad van corporaties. Er worden ook hogere gebouwen in hout gerealiseerd. Maar dit zijn vaak specifieke unieke projecten met een project specifieke aanpak.
Alle facetten van houtbouw
Het handboek behandeld alle facetten van houtbouw. Hij zou te ver gaan die hier allemaal te behandelen, dus wij adviseren vooral het gratis handboek te downloaden via onder meer https://circulairebouweconomie.nl (vul ‘Handboek Woningbouw in hout’ in het zoekvak in). Houtbouw biedt veel voordelen, zoals natuurlijk het klimaataspect. Het mag inmiddels bekend zijn: in 2050 moet Nederland klimaatneutraal en circulair zijn. Voor 2030 ligt er een doelstelling voor 55% CO2-reductie en 50% minder gebruik van grondstoffen. Verder hebben we te maken met het Parijsakkoord en de Europese Green Deal. Die laatste is een pakket beleidsinitiatieven dat de EU moet helpen met de groene transitie, met als einddoel klimaatneutraliteit in 2050. Kortom; bouwen met aandacht voor het klimaat wordt steeds minder vrijblijvend.
Houtbouw is volgens het handboek klimaatvriendelijk. Zo heeft hout een lagere CO2– en stikstofuitstoot dan bouwen met bijvoorbeeld beton, cement, staal, steen en kalkzandsteen. In hout is namelijk CO2 opgeslagen. Hout is ook een biobased, hergroeibaar materiaal. Houtbouwsystemen kunnen verder demontabel, circulair en herbruikbaar zijn. Dat draagt bij aan verlaging van het gebruik van fossiele grondstoffen en aan de circulaire bouweconomie.
Hout is verder volop beschikbaar, mits het afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Sterker nog, oogsten van bouwhout uit gecertificeerde productiebossen draagt bij aan duurzaam bosbeheer in Europa en de tropen. De keuze voor hout als bouwproduct is dan ook één van de belangrijkste succesfactoren voor het realiseren van gebouwen met een lage milieuprestatie. Volgend jaar gaat de MilieuPrestatie Gebouwen voor woningen van 0,8 naar 0,5 en daar is houtbouw een prima antwoord op.
Houtbouwsystemen voldoen vanzelfsprekend aan alle eisen van het Bbl. Bij KOMO-certificering worden aanvullende eisen gesteld, zodat alle relevante prestaties van elementen of bouw delen optimaal worden geborgd. Dit vereenvoudigt ook het borgingsproces van de Wkb (Wet kwaliteitsborging voor het bouwen). Kies daarom voor een bedrijf dat voorzien is van deze KOMO-certificatie, want niet alle bedrijven hebben dit. Om voor de markt helderheid te krijgen in een optimale borging van kwaliteit, is er het Keurmerk HoutbouwersNL.
Voordelen van houtbouw
Houtbouw biedt veel voordelen. Die zetten we hier op een rij.
- Minder energie- en CO2-uitstoot. Van houtoogst tot aan realisatie van een woning is de benodigde energie- en CO2-uitstoot lager dan bij zware bouwmethoden.
- Minder stikstof. Door het geringe gewicht kunnen er meerdere elementen op één vrachtwagen en is minder zwaar materieel nodig.
- Toekomstbestendig. Houtbouwsystemen zijn eenvoudig aanpasbaar. Handig als de woningbehoefte wijzigt.
- Circulair/losmaakbaar. Bij juiste detaillering zijn elementen demontabel en herbruikbaar. Is hergebruik niet mogelijk, dan kun je recyclen of cascaderen (benutten voor andere doeleinden).
- Uitstraling. Zichtbare houten gevel- en dakafwerking geeft een fraaie, natuurlijke uitstraling. Maar bij een houten draagconstructie zijn ook andere materialen mogelijk.
- Binnenafwerking. Bij CLT (kruislaaghout) is een binnenafwerking niet altijd nodig (hout in het zicht). Dit is fraai en kan besparen op materiaalkosten.
- Lichte bouwmethode. Het houten casco weegt circa één/vijfde van een steenachtig casco. Hierdoor kan een betonnen fundering slanker worden gedimensioneerd (minder materiaalgebruik) of een bestaande fundering mogelijk worden hergebruikt. Door geringe gewicht ook ideaal voor optoppen.
- Flexibel ontwerp. Er is een grote mate van ontwerpvrijheid, dankzij de flexibele bouwmethodiek en het productieproces van de elementen.
- Wooncomfort. Het is een lichte bouwmethode, waardoor in de zomer de binnentemperatuur sneller kan stijgen. In de avond is een lichte woning echter ook weer sneller af te koelen. Bij toepassing van biobased isolatiematerialen is de opwarming overdag minder en meer vertraagd (faseverschuiving).
- Weinig bouwvocht. Houtbouwsystemen zijn droge en schone bouwmethoden. Na montage van alle elementen op de bouwplaats kan direct gestart worden met de binnenafbouw.
- Aardbevingsbestendig. Houtbouwsystemen zijn schokbestendig en in aardbevingsgebieden toepasbaar.
- Herbruikbaar afval. Afval van materiaal door zaagwerkzaamheden en dergelijke, is op een productielocatie goed te scheiden (hoogwaardig herbruikbaar). Op de bouwplaats is er weinig afval.
- Leidingen. Leidingen kunnen onzichtbaar worden geïntegreerd in de HSB-elementen.
Bouwkundige prestaties
Er leven veel vragen, vooroordelen en knelpunten rond houtbouw. Hoe zit het met geluid, brandveiligheid en oververhitting in de zomer? Is er niet veel onderhoud nodig en is de levensduur van de woning niet korter? Is er geen sprake van slechte isolatie en krijg ik geen vakantiewoning uitstraling? Gelukkig zijn er ook veel positieve associaties, zoals duurzaam/milieuvriendelijk, natuurlijke uitstraling, korte bouwperiode, minder dure woningen, mooie woningen, prettig binnenklimaat, goede isolatie en gezond binnenklimaat. Het handboek geeft een objectief inzicht in alle bouwkundige eigenschappen van houtbouw.
Constructief
De gangbare bouwmethode voor houtskeletbouw (HSB) is toe te passen tot zes bouwlagen. Bij meer bouwlagen wordqt de belasting door de bovenliggende verdiepingen te groot en/of is de stabiliteit onvoldoende. Er zijn oplossingen denkbaar om hoger te bouwen, maar dan wordt HSB kostentechnisch onrendabel. Uiteraard kunnen niet-dragende houten gevelelementen in een (beton)casco wel hoger worden toegepast.
CLT is toepasbaar bij zowel grondgebonden woningen, gestapelde laagbouw en hoogbouw. Gebouwen tot achttien verdiepingen zijn niet meer vreemd. Glulam (gelamineerd hout/lijmhout) bestaat ook uit een aantal gelijmde lagen, maar dan in dezelfde richting. Deze houtproducten worden vooral gebruikt voor gebogen vormen en grote, niet ondersteunde vlakken of vloeroverspanningen. Op dit moment is HAUT in Amsterdam het hoogste houten woonproject in Nederland, met een hoogte van 73 meter en 21 verdiepingen. Hier is veel CLT toegepast.
Bij HSB is een maximale overspanning van circa 5 meter regulier. Bij CLT zijn grotere vloeroverspanningen mogelijk, evenals bij houten I-liggers. Bij nog grotere overspanningen kan gekozen worden voor LVL (laminated veneer lumber) of hybride vloeren (combinatie hout en beton/staal). Door het geringe gewicht van houtbouwsystemen kan de fundering minder zwaar worden uitgevoerd of het gebruik van palen achterwege blijven. Bij herbouw van woningen kan eventueel ook gebruik worden gemaakt van de bestaande fundering. Door het geringe gewicht is ook het optoppen van woningen en appartementsgebouwen met een houtbouwsysteem inmiddels ingeburgerd bij corporaties.
Brandveiligheid
Bij houtbouw zijn er altijd veel vragen over de brandveiligheid. HSB- en CLT-bouwsystemen voldoen echter aan alle eisen op het gebied van brandveiligheid. Bij HSB wordt de brandveiligheid verhoogd door de combinatie van het houten frame, isolatie en één of meerdere (gips)platen. Er zijn diverse varianten gipsbeplatingen met ieder hun specifieke kenmerken op het gebied van brandveiligheid. Bij CLT gebeurt dit door het toevoegen van (gips)platen aan de binnenzijde van de constructie. Blijft CLT in het zicht, dan wordt de brandwerendheid gerealiseerd door overdimensionering van het hout. Doorvoeringen voor installaties en sparingen in brandwerende wanden moeten brandwerend worden uitgevoerd, maar dat is ook zo bij kalkzandsteen en beton.
Een bijzondere eigenschap van hout is dat bij brand de buitenste laag van het hout verkoolt. Hierdoor wordt de rest van het hout ‘beschermd’ tegen verdere inbranding. Hout verkoolt, maar vervormt niet. Het heeft daardoor een voorspelbaar brandgedrag, waardoor er aan gerekend kan worden. Een veelbesproken onderwerp bij CLT is het delamineren bij brand. Er zijn meerdere type lijmen. Bij het ene type lijm tussen de lamellen bladdert de verkoolde laag af, waardoor de volgende laag van het kruislaaghout wordt blootgesteld aan de brand. Bij het andere type lijm zal de koollaag de rest van het hout beschermen en blijft de inbrandsnelheid gelijk aan de inbrandsnelheid van het hout zelf. Houd hier rekening mee in de ontwerpfase.
Er is verder veel aandacht besteed en onderzoek gedaan naar de brandveiligheid van (houten) gevelbekledingen. Vooral bij hoogbouw wordt de regelgeving (Bbl) aangescherpt. De gevelbekleding zal hieraan moeten gaan voldoen. Bij houten gevelbekleding kan dit door het borgen van Euro-brandklasse D voor de complete gevelopbouw (End-use-condition) of door gebruikmaking van een brandvertragende behandeling (Euro-brandklasse B). In sommige gevallen wordt Eurobrandklasse C geëist.
Energie en thermische isolatie
Houtbouwprojecten kunnen prima aan de BENG-eisen voldoen. Er zijn zelfs nul-op-de-meter woningen (NOM) en passiefhuizen te realiseren. Bij HSB wordt de isolatie aangebracht tussen de houten balken (stijlen, regels, sporen en vloerbalken). Bij iedere houten balk wordt de isolatielijn onderbroken, maar gunstige bijkomstigheid is dat hout in vergelijking met andere constructiematerialen relatief goed isoleert.
Biobased isolatiematerialen zijn in opkomst. Bij zowel HSB als CLT kan gekozen worden voor bijvoorbeeld vlasplaten, houtvezelplaten of cellulose (ingeblazen). Standaard wordt geïsoleerd met glaswol.
Wooncomfort
Het thermisch wooncomfort in de zomerperiode wordt getoetst met de bepaling van TOjuli. Deze indicator wordt alleen geëist bij nieuwbouwwoningen en staat voor Temperatuur Overschrijding in de maand juli. Er is een grenswaarde van 1,2 gesteld om de kans op oververhitting in woningen tijdens de zomer te beperken. Een houtbouwsysteem is een lichte bouwmethode met een lagere warmtecapaciteit dan steenachtige bouwmethoden. Bij zoninstraling warmt de binnenruimte van een woning daardoor sneller op. Een lage massa zorgt er anderzijds ook voor dat bij avond/nachtkoeling deze warmte weer sneller kan verdwijnen. Bij gebruik van biobased isolatiematerialen kan er bovendien worden geprofiteerd van het feit dat deze materialen in de zomer overdag warmte bufferen en in de nacht afgeven. Er treedt een zogenaamde faseverschuiving op. Dit vermindert (de kans op) oververhitting in een ruimte.
Luchtdicht bouwen
De belangrijkste redenen om luchtdicht te bouwen zijn energiebesparing, verbetering comfort, voorkoming vochtproblemen en de realisatie van een goede geluidsisolatie en brandveiligheid. Bij HSB wordt veelal aan de binnenzijde van de constructie een dampremmende laag aangebracht. Deze kan bij biobased isolatiematerialen, afhankelijk van de constructieopbouw, achterwege worden gelaten. CLT wordt standaard zonder dampremmende laag uitgevoerd. Het goed luchtdicht bouwen zorgt ervoor dat bewust ventileren nog belangrijker is. Woonvocht moet namelijk wel afgevoerd worden naar buiten.
Geluidsisolatie
Bij zware (steenachtige) bouwmethoden wordt de geluidsisolatie vooral bepaald door de massa. Bij lichte bouwmethoden wordt de geluidsisolatie bepaald door de (beperkte) massa van de beplatingen die min of meer akoestisch ontkoppeld zijn door het houten frame voorzien van isolatie, ook wel massa-veersysteem genoemd. Woningscheidende wanden worden veelal opgebouwd uit twee houten frames (elementen), gescheiden door een spouw (de akoestische ontkoppeling). Bij CLT kan een enkelschalige constructie worden toegepast met aan één of twee zijden een buigslappe voorzetwand.
De Bbl-eis voor geluidsisolatie van verdiepingsvloeren binnen een woning is laag. Vooral loopgeluiden kunnen tot klachten leiden, wanneer bewoners een zware vloerconstructie (beton) als referentie hebben. Door het aanbrengen van een akoestisch verende dekvloer is dit op te lossen. Een droge dekvloer bestaat uit een verende laag (isolatie) met beplating(en) en een natte dekvloer uit een verende laag (isolatie) met daarop een cement of gipsgebonden dekvloer.
Constructies kunnen trillingen van wasmachines, verwarmings-, koel- en ventilatie-installaties overdragen. Vroegtijdig aandacht besteden aan de opstelling van installaties (op trillingsdempers), het verloop en de materialisering van kanalen/leidingen en doorvoeren door constructies is belangrijk. Ervaring leert dat bewoners geluiden en akoestiek in een houten woning anders ervaren dan in een betonnen woning. Heldere uitleg en goede communicatie vooraf is belangrijk.
Afwerkingen binnenzijde
Bij wanden en plafonds is aan de binnenzijde van de constructie de gipsplaat de meest voorkomende afwerking. Bij CLT is het mogelijk het hout bij vloeren en wanden in het zicht te laten. Een en ander is wel afhankelijk van de gestelde eisen uit het Bbl op het gebied van geluidsisolatie en brandveiligheid. De keuze voor het wel of niet in het zicht laten van het CLT moet vroeg in het ontwerpproces worden gemaakt. CLT is te leveren in drie oppervlaktekwaliteiten: niet-zichtkwaliteit, industrie-zichtkwaliteit en woon-zicht kwaliteit. Referentieprojecten bekijken is goed voor de juiste beeldvorming.
Gezonde leefomgeving
Wonen in een houtbouwwoning is gezond. Er is geen sprake van vocht, schimmel, emissiegassen en radonstraling, die slecht zijn voor onze gezondheid. Hout is natuur- en mensvriendelijk, niet-toxisch en uitstekend isolerend. De prettige woonbeleving wordt versterkt als hout in het zicht blijft. In plaatmaterialen als OSB, triplex, spaanplaat en CLT zit lijm, maar deze zijn tegenwoordig formaldehydevrij verkrijgbaar. Ook lijmloos CLT voor wanden heeft inmiddels zijn intrede gedaan; hierbij wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van houten deuvels.
Aardbevingsbestendigheid
Aardbevingen worden geassocieerd met de gaswinning in Groningen. Toch heeft ook het zuiden van het land ermee te maken als gevolg van de steenkoolwinning in het verleden en een breuklijn in de aardbodem. Bij aardbevingen zijn de massa en stijfheid van het gebouw bepalend voor de gevolgen ervan. Door het geringe gewicht en de flexibiliteit (meebewegen en terug veren) van houtbouwsystemen leidt dit tot veel minder schade. Er zijn aanvullende richtlijnen om aardbevingsbestendig te bouwen met hout.
Installaties
Bij de keuze van het installatieconcept gaat het erom dat het passend is bij (lichte) houtbouwsystemen. Denk hierbij aan de optie van een kleinere vermogensbehoefte, korte reactietijd en lage temperatuurverwarming. Bij leidingen kan gekozen worden voor inbouw of opbouw. HSB leent zich uitstekend om de leidingen weg te werken tussen de houten regels, stijlen of sporen.
Onderhoud
Houtbouwsystemen vereisen geen onderhoud, omdat de constructie wordt afgeschermd tegen weersinvloeden. Onderhoud is alleen nodig aan de buitenschil, dus bijvoorbeeld de gevelafwerking, boeiboorden en kozijnen. Dit is niet anders dan bij de traditionele bouwmethode met beton en kalkzandsteen.
Wat kost dat?
De bouwkosten van houtbouw worden vaak genoemd als knelpunt. Benchmarkonderzoek laat echter zien dat houtbouw (steeds meer) concurrerend is met traditionele bouwmethoden. Geprefabriceerde modulebouw valt zelfs iets voordeliger uit.
Voor het handboek is een benchmark uitgevoerd. Van achttien recent gerealiseerde houtbouw corporatieprojecten zijn de bouwkosten vergeleken met circa vijftien meest vergelijkbare traditioneel gebouwde woningprojecten in vooral beton en kalkzandsteen.
Het aantal onderzochte projecten is te beperkt om harde conclusies te trekken, maar geeft wel een goede indicatie van de bouwkosten. Uit het onderzoek blijkt dat de bouwkosten van HSB-woningen en van modulebouw gemiddeld lager zijn dan de benchmark (eengezinswoning 96% en appartement 79%). De bouwkosten van de CLT-projecten zijn gemiddeld hoger dan de benchmark (eengezinswoning 127% en appartement 109%). Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat bouwen in CLT nog relatief nieuw is. De meeste CLT-projecten uit de database zijn pilots en hebben naast het houtbouwsysteem nog extra ambities.
Uit de benchmark blijkt verder dat houtbouwprojecten in HSB circa twee keer zo snel (52% van bouwtijd) worden uitgevoerd, van start bouw tot oplevering. Met CLT is de snelheid nog bijna een kwart hoger (77% van bouwtijd) bij eengezinswoningen en bijna twee keer zo snel bij appartementen. Bij modulebouw gaat het nog veel sneller. Per dag kunnen acht houtbouw modules kant-en-klaar uit de fabriek, inclusief keuken, badkamer en installaties per vrachtwagen met oplegger naar bouwlocaties worden gebracht. De modules worden vervolgens direct naast en op elkaar gestapeld. Sneller bouwen genereert eerder huurinkomsten voor verhuurders.
Verder wordt door het geringe gewicht bespaard op funderingen, constructies en transport. De analyse van de bouwkosten lijkt te onderbouwen dat verdere standaardisatie, prefabricage en seriematigheid tot lagere bouwkosten leidt, doordat veel bijkomende kosten lager uitvallen.