Integraal ontwerp verdubbelt levensperiode markant pand

Artikel delen

Het Van Spaendonck Ondernemingshuis in Tilburg is na de renovatie een oogstrelend én ‘smart’ gebouw geworden. Met veel regeltechniek, zodat de energiezuinige installatietechniek alleen bij specifieke vraag wordt gebruikt. Gebouw en installatietechniek werken wat dat betreft harmonieus samen. Waar gebruikers eerst klaagden over het problematische binnenklimaat, daar is nu sprake van hoog comfort en een gezond binnenklimaat. De ramen kunnen open conform de Breeam-eisen, maar het feit dat deze veelal gesloten blijven, bewijst het aangename binnenklimaat na de revitalisering.


Sinds 1968 is het Corpac Huis, ontworpen door het Rotterdamse architectenbureau Van den Broek & Bakema, een in het oog springend gebouw. Niet alleen qua exterieur door de horizontale belijning, ook qua interieur door de splitlevel opzet van twee samengestelde volumes met twee grote atria. Maar na 50 jaar voldeed het gebouw niet meer voor gebruikers en eigenaar wat betreft klimaat, beleving en functionaliteit. Na de revitalisering moet het gebouw als Van Spaendonck Ondernemingshuis weer minimaal 50 jaar meekunnen. In een eigentijdse uitstraling met behoud van de oorspronkelijke architectuurkenmerken en met een excellent niveau van gebruiks- en onderhoudsvriendelijkheid, transparantie en comfort. En een dito niveau van integrale oplossingen voor de installatietechniek, die vrijwel nergens zichtbaar zijn in het fraaie interieur.

Rollen omgedraaid

Waar in negen van de tien gevallen de architect begint te schetsen en pas later een plek wordt ingeruimd voor het installatietechnische advies, waren bij dit project de rollen omgedraaid. Ingenieursbureau Nelissen uit Eindhoven participeerde in de architectenselectie. Ir Branco Schot, senior adviseur/directeur van Nelissen Ingenieursbureau: “Er lagen ambitieuze uitgangspunten vanuit de opdrachtgever Van Spaendonck: veel daglicht in het gebouw, zichtlijnen dwars door het gebouw, interactie van mensen, een hoog duurzaamheidniveau (Breeam-Excellent normen voor nieuwbouw), maar bijvoorbeeld ook een onderhoudsarm gebouw, ook wat de installatietechniek betreft.

Geen decentrale systemen in de te verhuren ruimten, zodat bij onderhoud de gebruikers in hun werk gestoord zouden worden. Je praat echter wel over een gebouw met verschillende gebruikers, veel open ruimten en twee grote atria. Bij deze complexe opgave heeft het integraal ontwerpproces zijn waarde bewezen. Binnen een samenwerking met cepezed, cepezedinterieur, de facilitair manager en alle andere betrokken partijen is de geavanceerde, energiezuinige installatietechniek overal keurig weggewerkt. Je ziet een paar nozzles in het gebouw, maar voor de rest zit alles achter de plafonds, zijn er onopvallende in/uitblaasvoorzieningen voor de ventilatie, is de ledverlichting in het plafond geïntegreerd en doen de klimaatplafonds mee in het interieurbeeld. Op het dak vallen de 200 zonnepanelen mooi achter de dakrand weg.”

Ir Albertien Kers, projectarchitect bij cepezed: “Wij zijn begonnen met een inventarisatie van de bestaande situatie en de daarin besloten kansen. In de loop der jaren waren er aanbouwen aan het gebouw gerealiseerd. Je wilt het oorspronkelijke beeld laten herleven, maar slopen van gebouwen betekent ook kapitaalvernietiging. Zo kon een aanbouw prima worden gehandhaafd door er ondersteunende functies zoals de keuken, opslag, postkamer en het archief in te herbergen. Deze leggen zo geen beslag op kostbare meters in het oorspronkelijke Van den Broek & Bakema-deel. Belangrijke opgave voor cepezed was om de bestaande, gesloten structuur van het gebouw open te breken.

Voor de nieuwe opzet is optimaal gebruik gemaakt van de bestaande, heldere en logische hoofdstructuur. De kantoorverdiepingen zijn opnieuw ingedeeld met een grote variëteit aan typen werkplekken, van open en activiteitsgericht tot cellenkantoren en concentratieruimten. De nieuwe, lichte en luchtige atmosfeer kent lange zichtlijnen, stimuleert de visuele en gebruiksinteractie tussen de verschillende bewoners en draagt bij aan goede oriëntatiemogelijkheden.”

Puzzelen

“Het is een gepuzzel geweest om de uitgangspunten van openheid en integrale installatietechniek in dit gebouw een plek te geven,” legt de architect uit. “De betonbalkenconstructie kent bijvoorbeeld een structuur in twee richtingen. In eerste instantie dachten wij die structuur in het zicht te brengen, maar daarmee kwamen we onder andere in de knoop met de installatietechnische oplossingen. Veel leidingen lopen nu daarom toch door de betonbalken.” Schot haakt in: “Elke keer is in overleg met de constructeur gekeken of er boorgaten konden worden gemaakt voor ventilatiekanalen, elektragoten, leidingen voor gekoeld water en een stukje riolering. Het was puzzelen en soms spannend of iets zou lukken, maar het gros van de installatietechniek ligt boven het plafond.

Tevens ligt er verwerkt in de dekvloer een elektra infrastructuur rond de verdiepingen, waarbij steeds naar de vloerpotten bij de werkplekken wordt afgetakt. Het is overal heel netjes opgelost. Neem de ledverlichting die in smalle stroken in het plafond is opgenomen. In de planfase konden wij nog geen led van 10 cm breedte met voldoende lichtvermogen hiervoor vinden, in de uitvoering was die inmiddels wel op de markt. Zulke detailleringen dragen bij aan de beoogde integraliteit.”

Ook bij dit project geldt de stelregel dat de meeste energiezuinigheid uit de schil wordt gehaald. Albertien Kers: “Het dak is geïsoleerd en de gevels zijn compleet vernieuwd. De oude, niet-geïsoleerde gevels met Muschelkalk borstweringen en enkelglas schuiframen zijn vervangen door een karakteristieke gevelritmiek met bandramen, bovenlichten en aluminium panelen. Bijzonder zijn de terugliggende bovenlichten in de raampartijen; die zorgen voor een extra accent in de horizontale geleding en dat daglicht nog verder het gebouw in komt. Er is gekozen voor warmtewerend HR++ glas in combinatie met automatische zonwering aan de binnenkant. Zo hou je de warmte ’s zomers buiten. Ook is gekeken naar de geluidsisolatie, omdat het gebouw aan een drukke weg grenst.”

Cadeaus

Dankzij de hoogwaardige schil wordt het benodigde vermogen van de installatietechniek beperkt. Branco Schot: “Onze opgave was wel Breeam-Excellent. Er is gekozen voor warmte- en koudeopslag in de grond, waarop later ook een belendende toren kan worden aangesloten. Er wordt gekoeld en verwarmd met klimaatplafonds, de temperatuur is individueel regelbaar en er is gekozen voor ledverlichting. Het cadeau bij dit gebouw waren de voormalige beheerderswoning op het dak en de aanwezige kelder. Daarmee hadden wij twee dankbare plekken voor het opstellen van de grote installaties. Het mooie daarvan was ook dat wij voor de onderste verdiepingen de kanalen en leidingen vanuit de kelder konden aanvoeren en voor de bovenste verdiepingen vanaf het dak. Ook konden wij gebruik maken van bestaande schachten. Zo konden wij op een slimme manier het verticale leidingwerk een plek geven. Het centrale trappenhuis is gehandhaafd. Wel is daarin een nieuwe, energiezuinige lift gekomen.”

Albertien Kers: “De prachtige splitlevel opzet en de twee vides zijn natuurlijk ook welkome architectonische cadeaus binnen dit gebouw. Het was een bijzonder gebouw, maar van oudsher vrij gesloten qua beleving door (kasten)wanden. Nu is het een open en aangenaam gebouw. Zelf spreekt de opdrachtgever over een ‘stoer, eigenwijs en hypermodern’ ondernemingshuis.” Branco Schot: “Hypermodern ook wat installaties betreft. Ledverlichting die automatisch reageert op hoeveelheid daglicht, per werkruimte ventilatiemogelijkheden, CO2-regeling op de ventilatie, systemen om warmte uit bevolkte vergaderruimtes te benutten en zelfs de tapijttegels hebben luchtfilterende eigenschappen. Het gebouw is nu ruim een half jaar in gebruik en de inregeling vindt nog plaats conform de laatste seizoencyclus. Ik ben ervan overtuigd dat bij dit project gebouw(ontwerp) en installatietechniek een sterke twee-eenheid vormen.”