Hogeschool Windesheim ‘verstopt’ installatietechniek in gerenoveerde gevel

Artikel delen

Schoolgebouwen renoveren naar een Frisse school is een serieuze uitdaging. Zeker als de plafondhoogte niet veel ruimte over laat voor installatatietechniek. En als ook de vloeren voorzien zijn van naspanwapening is een verticale oplossing uitgesloten. Zoals het geval is bij de renovatie van Hogeschool Windesheim Zwolle. De oplossing ligt in de gevel. En dan blijkt dat die vernieuwde gevel voor nog veel meer functies te gebruiken is.

De renovatie van Hogeschool Windesheim in Zwolle gaat de tweede fase in, waarbij gebouwen B en C (hier te zien onder het groendak) worden aangepakt.

Omdat de gebouwen B en C niet geschikt zijn om moderne installatietechniek te verwerken, wordt dit ‘verstopt’ in de horizontale banen aan de gevel.

Auteur: Harmen Weijer

In de jaren tachtig van de vorige eeuw is Hogeschool Windesheim ontworpen door architect Groen, en – conform de toenmalige trend – uitgevoerd met traditioneel gemetselde gevels met een matige thermische isolatie en geen klimaatinstallatie. De enige ventilatie die de hogeschool kent, zijn schuiframen in de gevel. Dat past net als de uitstraling van het gebouw niet meer in deze tijd, en is al helemaal niet toekomstbestendig. In de loop van de jaren is er veel bijgebouwd, waaronder het beroemde gebouw X met eveneens een bijzondere gevel. Gebouw A is vorig jaar aangepakt, nu zijn gebouwen B en C aan de beurt, en daarmee wordt het oude ‘hart’ van de Hogeschool gerenoveerd.

Voor het ontwerp van de renovatie, die bovendien circulair wordt uitgevoerd, is LIAG architecten en bouwadviseurs ingeschakeld. Deze werkte het idee verder uit dat bij gebouw A al is uitgevoerd, namelijk de gevel te gebruiken als plek voor installatietechniek, vertelt één van de projectleiders Peter Donkers. “Bij gebouw A zijn in verticale banden aan de gevel de ventilatiekanalen verwerkt. Wij hebben horizontale banden ontworpen. Dat we ook hier kiezen voor deze optie aan de gevel, heeft te maken met dit type schoolgebouwen. De plafonds zijn te laag om installatietechniek in kwijt te kunnen. Een extra systeemplafond zou tevens voor minder lichtinval zorgen.”

In gebouw A, dat twee jaar geleden is gerenoveerde, is eveneens de installatietechniek in de gevel verwerkt. Hier is dat echter in verticale banen verwerkt

Naspanwapening

Ook een verticale oplossing binnenin het gebouw is lastig, want deze gebouwen hebben een staalconstructie waar de verdiepingsvloeren voorzien zijn van naspanwapening. De wapeningkabels liggen dus los door kanalen in de vloer en hebben geen hechting. Als je een naspankabel raakt, ben je een deel van de naspanning kwijt en dus is de vloer minder sterk geworden. Donkers: “Om deze school naar een Frisse school te renoveren zijn we voor installatietechniek aangewezen op de gevel.”

Bij gebouw A is dat al uitgetest, want hier heeft Kristinsson architecten uit Deventer ervoor gekozen om volledig buitenom te werken. In dat ontwerp zijn aan de buitenzijde van de gevel op elk stramien van 3,60 meter breed geïsoleerde kanalen aangebracht. Deze kanalen komen van boven, waar de hoofdleidingen als een ruggengraat over de lengte van het dak lopen. Bij gebouw B en C kiest LIAG voor horizontale banden, die zijn opgebouwd uit modulaire elementen. De elementen zijn zo ontworpen dat middels een beperkt aantal vormelementen de gevel opgebouwd kan worden. Donkers: “Deze holle banden bieden plaats voor luchtkanalen en gaan via de borstwering het gebouw binnen, zodat het exact binnenkomt daar waar nodig. In het gebouw zelf worden units geplaatst, voor nabehandeling van de binnengezogen lucht. Middels overstroomroosters wordt de retourlucht weer naar buiten gebracht, zodat er binnen geen kanaalwerk nodig is.”

In gebouw A, dat twee jaar geleden is gerenoveerde, is eveneens de installatietechniek in de gevel verwerkt. Hier is dat echter in verticale banen verwerkt

De horizontale gevelbanden bieden nog meer mogelijkheden. Omdat ze iets uitsteken, kunnen ze dienstdoen als overstek en zonlicht uit het gebouw weren. “Voor verdere zonwering biedt het plaats om screens in op te bergen. En wij hebben meegegeven dat de bovenkant voorzien kan worden van zonnepanelen. Esthetisch maakt dat niet uit, omdat deze panelen vanaf de grond niet te zien zijn.”

Artists’ impression van een eventuele aanpassing van het Zwolse campusgebied. Duidelijk herkenbaar is de gewenste ‘fly-over’ over de drukke IJssallee, waardoor bezoekers en studenten die met de trein naar de hogeschool komen niet meer door een kleine tunnel hoeven te lopen.

Circulaire gevel

Nog innovatiever is de circulaire gedachte over de gevel. De opbouw van de gevel zal reversibel zijn per element. Dit helpt niet alleen bij onderhoud, ook biedt het ruimte voor eventuele nieuwe contractvormen voor een gevel. De elementen worden samengesteld uit componenten die eenvoudig weer in de kringlopen terug te brengen zijn. En dat past in een circulaire samenleving. Donkers: “Daardoor is het hier mogelijk om gevel-as-a-service uit te voeren, dus het gebouw is van de eigenaar, maar de gevel blijft van de gevelleverancier. De gevel is slechts in gebruik van de gebouweigenaar. Die gevelleverancier is en blijft verantwoordelijk voor het onderhoud van de gevel, maar ook voor het in de toekomst upgraden van de gevel. Dat laatste is weer aantrekkelijk voor de gebouweigenaar. Het vraagt wel bij de financiering een geldverstrekker die hier mee uit de voeten kan. ABN Amro en Rabobank bijvoorbeeld kunnen dat, want het onderpand is immers zonder gevel.”

Uiteindelijk ziet het er niet uit dat dit deel van de circulariteit terugkomt, vertelt Anton de Ruiter, projectleider van Hogeschool Windesheim. “We hebben hier inderdaad verkennend naar gekeken, maar voor nu werken we dit niet verder uit. We kijken wel naar hoe dit zich ontwikkelt. Wel hebben we op basis van de zogeheten Building Circularity Index (BCI) de ambitie vastgesteld voor het definitieve ontwerp (DO). Deze komt uit op 0,6, wat neerkomt op dat 60% van de materialen hergebruikt moet zijn. Dat wordt nu door de aangewezen bouwpartijen Hegeman en Löwik (zie ook kader, HW) verder ontworpen voor het DO, want dat was in de uitvraag nog maar deels meegenomen”, besluit De Ruiter.


Renovatie Hogeschool Windesheim

Windesheim is met 22.000 studenten één van de grotere HBO-instellingen van Nederland met locaties in Zwolle en Almere. Voor de locatie in Zwolle worden de gebouwen B en C, centraal op de campus gelegen, gerenoveerd, omdat ze niet meer voldoen aan de huidige eisen ten aanzien van duurzaamheid, klimaatbeheersing, comfort en beleving.
Deze zomer is Aannemingsmaatschappij Hegeman geselecteerd als aannemer voor deze renovatie. Hegeman won deze emvi-inschrijving met installatiepartner Löwik Installatietechniek uit Almelo. Direct na de bouwvakvakantie is Hegeman in bouwteamverband gestart met de nadere uitwerking/engineering. De realisatie staat gepland voor maart 2020 tot en met juli 2021.
Na deze renovatie wordt de Zwolse Campus nog verder aangepakt. Gebouw D (4 bouwlagen) zal worden gesloopt. Of dit nog terugkomt is nog ter discussie, vertelt projectleider Anton de Ruiter van Hogeschool Windesheim. “We denken er aan om hiervan een nieuwe entree van de campus te maken, in combinatie met een fly-over voor voetgangers vanaf het NS-station Zwolle, vlakbij de Hogeschool.” Nu gaan de meeste studenten via een kleine tunnel onder de drukke IJsselallee door, dat tevens een provinciale weg is. Dat is voor hen en de omgeving geen ideale situatie.
Ook gebouw H, dat nu alleen voor evenementen wordt gebruikt, wordt dat jaar gesloopt. H staat namelijk in de weg voor de gewenste aanleg van een rondweg voor het autoverkeer óm de campus. Ter hoogte van H slaan auto’s komend van de IJsselallee in de toekomst direct af naar de rondweg die achter de gebouwen G, F en E begint en langs alle parkings voert. De Ruiter: “Dat mag niet ten koste gaan van de bestaande parkeercapaciteit, vandaar dat we denken aan kleine parkeergarage op de plek van gebouw D, onder de gewenste nieuwe entree van de campus.”