De (door)ontwikkeling van metselmortels
Mortels voor metselwerk hebben de laatste eeuw een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Tot circa 1900 werd metselwerk hoofdzakelijk uitgevoerd met (schelp)kalkgebonden mortels. Vanaf 1900 deed cement zijn intrede en cementgebonden metselmortels werden al snel populair door de snellere uitharding. Hierdoor werd een kortere bouwtijd mogelijk. Schelpkalkovens verdwenen langzaam één voor één uit het landschap en de laatste kalkoven in Nederland is in 2003 gesloten. Kalkmortel of kalkcementmortel (combinatie van kalk met kleine hoeveelheid cement als bindmiddel) wordt nu nog vrijwel uitsluitend voor restauratiewerkzaamheden gebruikt.
Tekst: Jan Jousma, Remix Droge Mortel BV
De oudste productiemethode van metselmortel is het handmatig mengen van cement en zand op de bouwplaats en sporadisch vind dit nog steeds plaats. Vanaf de zestiger jaren werd metselspecie ook ’nat’ geleverd door betoncentrales, maar die waren niet echt blij met de relatief kleine hoeveelheden. Jaren later werd dit dan ook overgenomen door het tweekamer silo systeem. Deze was gevuld met nat zand en cement, die op de bouwplaats werden gemengd. Ondertussen was al in 1936 in Amerika door Sakrete de droge mortel uitgevonden. Dit systeem is eind jaren ‘60 ook naar Nederland ’overgewaaid’. Daarmee ontstonden er ineens unieke mogelijkheden voor de productie van metselmortels.
Droge mortel systeem
Door het zand eerst te drogen en daarna uit te zeven kan een optimale korrelopbouw van het zand worden gerealiseerd. Dat komt de verwerking zeer ten goede. Daarnaast kunnen allerlei hulpstoffen, pigmenten en dergelijke, nauwkeurig worden gedoseerd. Door het vervolgens ook nog fabrieksmatig onder geconditioneerde omstandigheden te mengen, zijn zeer hoogwaardige mortels van constante hoge kwaliteit mogelijk. Deze droge mortels kunnen verpakt worden in zakken, bigbags of éénkamer silo’s. Deze éénkamer silo’s hebben het voordeel dat ze op de bouwplaats weer kunnen worden volgeblazen en niet met extra transport gewisseld hoeven te worden. Dit scheelt weer CO2 en stikstof uitstoot op de bouwplaats.
Mortelinnovaties
Mortelfabrikanten zijn in de loop de jaren met vele innovaties gekomen. Zo zijn mortels nu in vrijwel iedere gewenste kleur leverbaar, zijn ze uitbloeiingsarm ter voorkoming van witte kalkuitslag en kunnen mortels geheel op maat worden geleverd voor de metselstenen, metselmethode en projectomstandigheden. Voor de dunbed- en de doorstrijk metselmethode zijn speciale mortels ontwikkeld. Ruim 60% van het metselwerk wordt nu in Nederland al uitgevoerd volgens de doorstrijkmethode. Voor voegreparatie en het voegen van steenstrips zijn toevoegingen aan het aanmaakwater ontwikkeld. Hiermee worden de hechting, sterkte, elasticiteit en watervasthoudend vermogen aanzienlijk verbeterd. Met de huidige morteltechnologie en beschikbare hulpstoffen is er zelfs een Multimortel op de markt die geschikt is voor meer dan 24 verschillende toepassingen, waaronder alle toepassingen voor metselwerk.
Metselwerk in aardbevingsgebieden
Doodsoorzaak nummer één bij aardbevingen zijn vallende, losgeraakte gevelstenen. Om dit te voorkomen zijn aardbevingsbestendiger mortels ontwikkeld met een superieure hechting. Met de nieuwe triltafetest kan TNO in Groningen geveldelen en daarmee mortels testen op aardbevingsbestendigheid. De nieuwste ER® (Earthquake Resistance) mortels zijn al met goed resultaat getest tot 2,5 keer de zwaarst verwachte aardbeving in 2.475 jaar.
Bijzondere metselstenen
Metselstenen zijn in de loop der jaren aan verandering onderhevig geweest. Zo deden gesiliconiseerde stenen hun intrede ter voorkoming van inwatering en vergipsing. Deze vragen om een zeer stabiele metselmortel met een aanzienlijk hogere hechtsterkte om voldoende hechting te verkrijgen en losraken van de stenen te voorkomen. Dit geldt ook voor sterk bezande metselstenen, waar met normale metselmortel nauwelijks hechting is. Ook zijn er metselstenen op de markt gekomen die zich gedragen als een spons en alle aanmaakwater uit de mortel willen zuigen. Deze vragen een hoog watervasthoudend vermogen van de metselmortel om verbranden van de mortel te voorkomen. Allemaal uitdagingen voor de metselmortelfabrikant om hier geschikte mortels voor te leveren.