Transformatie-experimenten met Rijksgebouwen

Artikel delen

Vanuit het Rijksvastgoedbedrijf worden steeds vaker projecten gestart om leegstaand Rijksvastgoed in te zetten voor het halen van kabinetsdoelstellingen. Onder meer voor sociaal-maatschappelijke doelen, zoals huisvesting van jongeren die snel een woning nodig hebben. Of voor de preventieve aanpak van jeugdwerkloosheid en schooluitval onder jongeren.

Bron: Woningbouwatelier

Iris Thewessen is architect bij het Atelier Rijksbouwmeester. Het Atelier en het College van Rijksadviseurs (CRA) zijn gevraagd om mee te helpen nadenken over de enorme woningbouwopgave van een miljoen woningen waar Nederland voor staat. Het Atelier heeft de ambitie om ervoor te zorgen dat de woningbouwopgave tegelijkertijd een maatschappelijke meerwaarde oplevert. Het Rijksvastgoedbedrijf met zijn grote voorraad gebouwen en gronden wordt hierbij betrokken.

Iris Thewessen

“Met de oplopende druk op de woningvoorraad ligt de focus op het vinden van de juiste locaties waar verstedelijkt moet worden”, zegt Thewessen. Het CRA adviseert om hierbij juist te kijken naar transformatie van bestaande wijken en gebouwen en niet klakkeloos hiervoor natuur en landbouwgrond op te offeren. Voor een succesvolle transformatie van een kantoorgebouw naar woningen, is de locatie van het pand sterk bepalend. De keuze voor een locatie van woningbouw heeft een zorgvuldig afwegingskader nodig, omdat de locatie effect heeft op de economische vitaliteit, mobiliteitsgedrag, het versnellen van de energietransitie en de leefbaarheid van bestaande wijken. “De woningbouwopgave is geen doel op zich, maar ook een middel om maatschappelijke doelen te bereiken”, zegt Thewessen. Vanuit het Atelier Rijksbouwmeester worden allerlei mogelijkheden gecreëerd om experimenten op gang te brengen, zoals de prijsvragen Who Cares, Brood en Spelen en onlangs nog Panorama Lokaal.

Kortom, tal van ideeën worden opgehaald om maatschappelijke projecten aan te jagen waarvoor leegstaand Rijksvastgoed ingezet kan worden. Het transformatieproject Skills in de Stad, waarvan Thewessen een van de projectleiders is, gaat over een project waarbij leegstaand Rijksvastgoed wordt ingezet om werkloze jongeren weer perspectief te bieden, dus voor maatschappelijke doelen in plaats van voor de hoogste winst. “Bij Skills in de Stad krijgen jonge mensen de kans om een beroepsopleiding te volgen en tegelijkertijd mee te helpen aan de herbestemming van een monumentaal pand, waarin ze kunnen wonen. “Het project is meer dan alleen de beroepskwalificatie”, zegt Thewessen. “Het gaat ook over een stimulerende omgeving, sociale vaardigheden, over ‘leren leren’ en over begeleiding die helpt voorkomen dat deelnemers uitvallen als het allemaal even niet zo makkelijk gaat. Leegstaand vastgoed kan prima fungeren als ‘landingsplek’ voor die aanpak”, stelt zij vast.

Foto: Gerben van Dijk

Op dit moment starten twee pilots Skills in de Stad, in de oude KMAR-kazerne in Maastricht en in Jacobs Catsplein 3 in Leeuwarden, beide monumenten. “Deze projecten hebben een lange aanloop gekend voordat partijen er warm voor liepen. Als beide succesvol zijn, willen we het concept verder uitrollen naar andere gemeentes om thuis- en dakloze jongeren te helpen. We weten nu al dat het veel sociaal-maatschappelijke winst zal opleveren”, zegt Thewessen.

Foto: Gerben van Dijk

Urgentie

Atelier Rijksbouwmeester onderkent de urgentie van de duurzaamheidsopgave en ziet ook dat met bestaand vastgoed een flinke slag te maken is, als het gaat om het inzetten van gebruikte bouwmaterialen. “Bestaande panden bevatten over het algemeen betonnen constructies. Het productieproces van beton levert veel CO2 op, dus is het belangrijk om te bekijken welke transformaties mogelijk zijn, in plaats van het gebouw te slopen.”

Thewessen merkt wel dat het financieel lastig blijft om met nieuwe transformatieconcepten te experimenteren, zoals het transformatie-experiment van het Woonbouwatelier. Het Rijksvastgoedbedrijf is zich bewust van de grote maatschappelijke opgave waarvoor Nederland staat en wil een belangrijke rol spelen in het transformeren van bestaande gebouwen. “Verschillende Rijksgebouwen lenen zich prima hiervoor. Ideeën zijn er volop, maar om de juiste opdrachtgever hiervoor te vinden, is een stuk ingewikkelder. Thewessen vindt het transformatie-experiment van het Woningbouwatelier nog steeds een ideale testcase om bestaande panden te verbouwen tot woningen.

Foto: Gerben van Dijk

“We zijn destijds samen met het Woningbouwatelier op zoek gegaan naar een geschikt Rijksvastgoedpand waarmee potentiële kopers digitaal hun eigen kluskavel kunnen ontwikkelen, maar dat gebouw hebben we helaas niet gevonden”, geeft Thewessen aan. “Ook bij dit soort experimenten kost het veel tijd om de langetermijndoelen te halen.” Het draait in de bouwbranche namelijk nog vaak om snelle efficiency, kortetermijnwinst en traditionele bouwmethoden. Het is lastig om gebouweigenaren en opdrachtgevers te vinden, die een dergelijk risico aandurven. “Transformaties zijn een stuk ingewikkelder dan nieuwbouw. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft veel bezit uit de jaren 60 en 80, die nu toe zijn aan transformatie. Wij zijn een grote partij en we kunnen veel vernieuwing forceren door de wijze waarop we dat uitvragen aan marktpartijen”, zegt Thewessen.

 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het magazine ‘Transformatie, een experiment?’. In dit magazine komen verschillende deskundige en ervaren partijen aan het woord die terugblikken op het Transformatie-experiment, waaruit weer nieuwe ideeën en inzichten voortkomen voor tal van nieuwe woningbouwexperimenten. Het magazine is hier digitaal te lezen.

 

Architectural Engineering

Masterstudenten Architectural Engineering van de TU Delft onderzoeken op dit moment voor het Rijksvastgoedbedrijf in samenwerking met het Nationaal Renovatieplatform op welke manier een aantal Rijksgebouwen, zoals de Rechtbank in Arnhem, het voormalige belastingkantoor in Leeuwarden, de Knip in Amsterdam, het bruggebouw Oost in Den Haag en het AMC in Amsterdam op een efficiënte manier getransformeerd kunnen worden. Deze panden zijn tussen 1965 en 1995 gebouwd en zullen moeten voldoen aan de klimaatdoelstellingen die voor 2050 zijn vastgesteld. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft een aantal leegstaande gebouwen die verduurzaamd moeten worden. De studenten onderzoeken aan de hand van casestudy’s, waarbij onderwerpen aan de orde komen zoals het inzetten van gebruikte bouwmaterialen en duurzame energiebronnen, energiezuinige ontwerpen van de schil en de transformatiepotentie van deze gebouwen. Deze studenten bestuderen een aantal thema’s en ontwikkelen een toolbox waarmee het Rijksvastgoedbedrijf mogelijkheden vindt voor gebouwen die de transformatieopgave in willen gaan.