Praktische richtlijn bepaling windbelasting op steigers

Artikel delen

De sectie Steigerbedrijven van de Vereniging van Steiger-, hoogwerk- en betonbekistingbedrijven (VSB) heeft een praktische richtlijn samengesteld met rekenmethoden voor bepaling van de windbelasting op steigers. De richtlijn, die bedoeld is voor steigerconstructeurs en professionals die bekend zijn met normen, verschaft een eenduidige rekenmethode zodat eenzelfde methodiek kan worden gehanteerd.

Voor de ontwikkeling van een uniforme rekenmethodiek om de windbelasting op steigerconstructies te bepalen, werden windtunneltesten uitgevoerd op 64 verschillende steigerconstructies.

Eén van de grootste ‘vijanden’ van steigers is de wind die voor grote belastingen kan zorgen. Die belasting kan zelfs zo groot zijn dat de steigerconstructie zijn stabiliteit verliest en verschuift of -in het ergste geval- omvalt. Optredende belastingen, zoals die van wind, zijn van nog groter belang voor steigers die vrijstaand zijn. Dat aantal neemt toe; klanten geven daarbij steeds vaker aan dat de steiger ook moet worden afgedicht met een bekleding in de vorm van netten, zeilen of folie. Hierdoor neemt het effect van de windbelasting nog verder toe.

Voor de ontwikkeling van een uniforme rekenmethodiek om de windbelasting op steigerconstructies te bepalen, werden windtunneltesten uitgevoerd op 64 verschillende steigerconstructies.

Rekenmodel

Om het windeffect te kunnen bepalen, wordt gebruik gemaakt van een rekenmodel. Dit rekenmodel is complex, terwijl een eenduidige aanpak voor de windbelastingbepaling en een consequente rekenmethodiek ontberen. NEN EN 12811-1 (Steigers – Prestatie-eisen en algemeen ontwerp) geeft weliswaar enkele handreikingen, maar deze hebben voornamelijk betrekking op objectsteigers, terwijl er juist behoefte is aan een rekenmethodiek voor alle vormen van steigerconstructies. Deze is sinds kort beschikbaar.

Aansluiting Eurocode

De oorsprong dateert van 2012 toen de TGB 1990 werd vervangen door een nieuwe set normen, genaamd Eurocode. Deze Europese norm voor het toetsen van de constructieve veiligheid van alle mogelijke bouwconstructies beschrijft een hogere betrouwbaarheid en daarmee een hogere rekenwaarde voor de windbelasting.
De sectie Steigerbedrijven van de VSB startte in datzelfde jaar met onderzoek naar de windbelasting op steigerconstructies. Het onderzoek moest leiden tot een uniforme methodiek om de windbelasting op steigerconstructies te bepalen, toe te passen en te toetsen. Hiertoe werden in 2015 bij ingenieursbureau Peutz in Mook windtunneltesten uitgevoerd op 64 verschillende steigerconstructies. Met de uitkomsten is de speciale Werkgroep Wind aan de slag gegaan om de resultaten en bevindingen van de wintunnelonderzoeken om te zetten tot een praktisch handvat voor het eenduidig bepalen van windbelasting op steigerconstructies voor de branche. In bepaalde situaties levert deze nieuwe rekenwijze lagere windbelastingen op het steigerconstructie-rekenmodel op ten opzichte van de huidige benadering.

Praktisch handvat

Bij de samenstelling van het handvat is getracht aan te sluiten op Eurocode en dan in het bijzonder op NEN EN 1991-1-4 (Belastingen op constructies – Deel 1-4: Algemene belastingen – Windbelasting). Met name daar waar de Eurocode geen uitsluitsel geeft over de steigerconstructievorm, biedt het handvat uitkomst. De opbouw en opzet zijn daarbij zodanig gekozen, dat deze overeenkomt met de Nederlandse nationale bijlage. De praktische rekenmethoden zijn tevens voorzien van extra uitleg en figuren.
Deze ANNEX voor bepaling van de windbelasting op steigerconstructies is speciaal bedoeld voor steigerconstructeurs en andere professionals die bekend zijn met het gebruik van normen. De richtlijn is binnenkort te bestellen bij het secretariaat van de VSB en wordt ondersteund door online webinars die via het VSB-secretariaat worden georganiseerd.